De magere jaren lijken tot het verleden te behoren. Er wordt weer volop gepland en gebouwd. Gewoon back to business of is het krachtenveld van architecten fundamenteel veranderd? Wat is hun speelveld? Welke rollen eigenen zij zich toe? En welke kansen biedt dit voor de toekomst? Deel vijf van deze reeks: een gesprek met Jan Knikker, partner en hoofd Public Relations en Business Development bij MVRDV.
Het Rotterdamse kantoor van MVRDV bevindt zich in het lage gedeelte van het Industriegebouw dat na de oorlog in de voormalige Rotterdamse Stadsdriehoek als collectieve bedrijfshuisvesting werd ontworpen. Een lichte hal met lange werktafels en tientallen medewerkers: achter beeldschermen en heen en weer lopend. ‘The Architecture Atelier’ staat op de ruimtehoge glazen scheiding tussen ontvangst- en werkruimte. In het kantoor valt op dat de architecten een zwakte voor belettering hebben. Aan de andere zijde van de ontvangstruimte bevinden zich besprekingskamers: ‘The Workshop Room’, The Magnet Room’, ‘The Lounge Room’. Voor elk van deze kamers is een specifieke kleur gekozen, passend bij de sfeer die men voor een gesprek wenst. Er is een donkerblauwe, oranje en felrode kamer. Wanden, meubels en tapijten hebben dezelfde RAL-kleur. In enkele kamers staan kasten met in de deuren uitgespaard en in een eindeloze loop de letters M V R D V. Voor ons gesprek heeft Jan Knikker (1972) een kamer met fauteuils en een glastafel gekozen, latte-bruin, persoonlijk-informeel.
Omdat dit architectenbureau met afstand de meeste werknemers in dienst heeft van de bureaus die ik in het kader van deze serie bezoek, ben ik vooral benieuwd naar het management, de interne structuren en de gedachten erachter. Hoe leid je zo een grote organisatie? Knikker spreekt me beleefd tegen. De organisatie doet er alles aan om juist niet ‘groot’ – dus eerder familiair – te zijn. Het bureau is opgesplitst in acht ontwerpafdelingen met tussen de 12 en 35 medewerkers, een omvang die te overzien is en waarbinnen mensen elkaar goed kunnen leren kennen. De afdelingen opereren vrij zelfstandig, als mini-MVRDV’s. “We koesteren best nostalgische gevoelens aan de tijd waarin we klein waren”, zegt Knikker. (Op het bureau werken nu 225 mensen, het kantoor heeft een oppervlakte van 2.400 vierkante meters.)
Strategische ontwikkeling
In 2008, vóór de crisis, had MVRDV 60 medewerkers en de ambitie te groeien naar 100 mensen. De organisatievorm leek op die van andere grotere bureaus. De directeur-architecten leidden het samen met projectleiders. Men begon toen wel al met het opzetten van strategische bedrijfsontwikkeling. “De crisis raakte ons snel en hard. Het Nederlandse portfolio, op dat moment vijfendertig percent van het opdrachtenvolume, viel binnen enkele maanden weg”, vertelt Knikker. “Ons doel was het aantal van 60 medewerkers hoe dan ook te houden. Daaronder zou een bureau met de ambities van MVRDV niet meer operabel zijn.” Het werden pittige jaren. De acquisitiestrategie werd telkens bijgesteld, afhankelijk van economische analysen wereldwijd en de daaraan verbonden mogelijke kansen. Men zette niet in op specialisatie maar juist op grootst mogelijke spreiding; een wezenlijk verschil met bijvoorbeeld Powerhouse Company en hun doelbewuste keuze voor high-end opdrachtgevers.
De pragmatische “follow the projects-strategie” leidde tot een nog sterkere internationale oriëntatie. Men nam deel aan prijsvragen, zelfs aan slecht gehonoreerde, vertelt directeur en medeoprichter Jacob van Rijs tijdens de Studio Visit een paar dagen voor het gesprek met Knikker. Directeur en medeoprichter Nathalie de Vries werd voorzitter van de BNA, die zich samen met andere partijen onder meer inspant om de Nederlandse regels voor Europese aanbestedingen te verbeteren, legt Knikker uit. Deze regels hielden voorheen in, dat bureaus hoge omzetten moesten hebben en pas deel konden nemen aan aanbestedingen, als ze al meerdere gebouwen van dezelfde typologie gerealiseerd hadden. De BNA en De Vries wilden bereiken dat vergelijkbare complexiteit als criterium werd geaccepteerd. In Rotterdam zijn de regels aangepast en dienen ondertussen als landelijke voorbeeld. Een voorbeeld van een tender waaraan de organisatie dankzij de nieuwe regels deel kon nemen, is het Depot Boijmans Van Beuningen. De aanpassing van de regels voorkwam niet alleen dat het bureau zou moeten krimpen, de verbeterde regels bieden ook kansen voor jonge architecten om deel te nemen aan aanbestedingen, aldus Knikker.
Rond 2014 ontgroeide MVRDV de gebruikelijke structuur van architectenbureaus, een centralistische leiding van directie en projectleiders. Er moest een nieuwe structuur komen passend bij een complex en veranderend portfolio. MVRDV koos voor een matrix. De bovenste laag is nog steeds de directie. Daaronder vormen acht ontwerpafdelingen net zo vele verticale kolommen. Dit zijn regionaal gedefinieerde afdelingen -zoals Azië, Frankrijk en Nederland – of thematische, bijvoorbeeld publieke gebouwen of extreem commercieel vastgoed. De horizontale lagen binnen de matrix omvatten onderwerpen die voor de gehele organisatie essentieel zijn, zoals financiën en contracten, personeel, business development, duurzaamheid en BIM (Building Information Modelling). Omdat de lagen dwars door de inhoudelijke mini-MVRDV’s gaan, wordt overzicht gehouden over de organisatie als geheel, aldus Knikker. De horizontale lagen worden aangestuurd door associates die gelijktijdig meerdere projecten leiden. De associates hebben zo een belangrijke verbindende, communicatieve functie voor de gehele organisatie. Onderdeel van de horizontale afdeling Strategy & Development is trouwens naast acquisitiestrategie, PR, contracten en communicatie ook het visualiseren. Rendering wordt bij MVRDV dus niet opgevat als het verlengde van het ontwerp maar als onderdeel van strategische bedrijfsontwikkeling. Het klinkt logisch, maar zo expliciet heb ik dit bij een architectenbureau nog niet gezien.
Werken bij de mini-MVRDV’s
Zo generalistisch het bureau als geheel is, zo specialistisch zijn de afdelingen, en de medewerkers. Op hogere schalen moet men solliciteren als men binnen de organisatie van afdeling wil wisselen. De ratio vaste versus tijdelijke medewerkers bedraagt aldus Knikker momenteel 40 / 60 en fluctueert naargelang het aantal langlopende projecten. Mensen krijgen twee jaar de tijd “om zich onvervangbaar te maken”. Wat erg kort is, vindt Knikker, maar dit wordt ingegeven door het Nederlandse arbeidsrecht.
De werkhal zit nog bomvol toen de Studio Visit op een vrijdagavond rond een uur of zes begon. In deze hal staan twaalf rijen tafels met elk zeven werkplekken. Mensen die samenwerken, zitten bij voorkeur naast elkaar. De lange tafelbladen hebben geen tussenpoten, zodat men zittend op de stoel makkelijk heen en weer kan rollen. Behalve de grote hal zijn er nog drie andere neutraal-witte ontwerpruimten, die qua afmetingen geen eufemisme zijn voor het woord ‘atelier’. De medewerkers van de horizontale afdelingen zitten niet tussen de projectmedewerkers maar in aparte vertrekken. De verhouding tussen project- en ondersteunend personeel ligt bij 17 percent. De mini-MVRDV’s zijn trouwens niet alleen qua vakgebied en kennis gespecialiseerd, iedere afdeling heeft ook zelf beheerde budgetten voor lezingen, bijscholing, excursies, diners en feesten.
De volgende crisis komt sowieso
Veruit de meeste medewerkers werken in Rotterdam. In de vestigingen Shanghai en Parijs worden projecten voornamelijk uitgewerkt. “Het ontwerpen vinden we zo essentieel dat we dit proces te allen tijde en voor alle projecten waar dan ook ter wereld hier in Rotterdam onder ogen willen hebben,” legt Knikker uit. Voor projecten in Nederland en Frankrijk biedt het bedrijf volledige dienstverlening van vooronderzoek tot directievoering aan. Voor projecten in de overige landen – binnen niet al te lange tijd hoopt MVRDV ook een Duitse vestiging te openen – is de organisatie een “ideeënfabriek”: projecten worden tot bouwaanvraag uitgewerkt. Daarna treedt MVRDV tot de oplevering op als esthetisch supervisor.
Tijdens het 25-jarige bestaan van MVRDV heeft het bureau de Aziatische crisis van 1997 doorstaan en de meest recente economische malaise. Een volgende tegenslag komt in elk geval, daarover zijn Knikker en ik het eens. Hoe kun je je daarop voorbereiden? Knikkers antwoord kan samengevat worden in diversificatie, risicospreiding en analyse. Waar ontstaan de volgende bubbels, waar is extreme schuldenlast, tiert corruptie, zijn veiligheidsproblemen? Inmiddels realiseert de organisatie projecten in 45 landen. Een speciaal team binnen het bureau brengt via een landen-matrix de risico’s in kaart. De beslissing om wel of niet met een land of een bepaalde opdrachtgever in zee te gaan, wordt aldus Knikker zo onderbouwd.
Na het gesprek en een uitvoerige rondleiding sta ik weer buiten. Achter me op de gevel, pal boven de entree, lichten vijf letters zelfverzekerd op.
MVRDV, de feiten:
1993 oprichting bureau
2010 oprichting vestiging Shanghai
2018 oprichting vestiging Parijs
Aantal medewerkers 2008/9: 60
Aantal medewerkers 2018: 225 (waarvan 200 in Rotterdam)
Aantal directieleden 2008/9: 3 directeuren
Aantal directieleden 2018: 7 partners en 6 heads of departments
Hét hoofdaandachtsgebied 2008/9:
Juist niet-specialisatie met betrekking tot gebouwfunctie en -typologie, opdrachtgevers en gebruikers.
Hét hoofdaandachtsgebied 2018:
Dito, met een duidelijk strategisch zwaartepunt op Nederland, Frankrijk en China, en ernaast een wereldwijde spreiding.