Recensie

Jakarta Hotel, mondaine huiskamer op Java-eiland

SeARCH ontwierp op de kop van Java-eiland (Amsterdam) een bijzonder hotel met veel verhalen.

Één van de voor onze vakwereld bijzondere aspecten van het Jakarta Hotel is de houten constructie. De hotelkamers zijn geprefabriceerd in hout en op een betonnen onderbouw gestapeld. Ontwikkelingen op het gebied van hoge houten gebouwen gaan snel. Het appartementengebouw Forte in Melbourne uit 2012 gold met slechts 10 verdiepingen twee jaar lang als het hoogste houten gebouw ter wereld. Opgevolgd door Treet in Bergen (Noorwegen), dat met 14 verdiepingen net iets hoger is. Daarna verrees in Wenen het HoHo met 24 verdiepingen en maar liefst 84 meter hoog. En het einde van deze houten hoogbouwwedloop is nog niet in zicht. (Het thema hoog, hoger, hoogste is stof voor een andersoortig artikel.) In Londen liggen plannen op de tekentafel voor de Oakwood Tower (appartementen) met80 verdiepingen zo’n 300 meter hoog.
Hotel Jakarta neemt in deze lijst met zijn 30 meter geen prominente plek in. Het is eerder het slimme prefab aspect dat het tot een bijzondere constructie maakt, met daardoor een relatief korte bouwtijd op de bouwplaats. En het gebruik van hout op deze schaal in plaats van beton is – natuurlijk – zeer duurzaam. Niet alleen groeien bomen weer terug en is hier vanzelfsprekend gebruik gemaakt van FSC- en PEFC-gecertificeerd hout, het hotel is door het vele hout ook een opslagplaats voor CO2 geworden.

Het begon allemaal met een wedstrijd. Het in 1910 gemaakte Java-eiland was de aanlegplaats voor de boot naar en van Jakarta (Indonesië). Overigens heette de stad toen nog Batavia, maar deze koloniale benaming wordt nu zorgvuldig vermeden. In de jaren negentig transformeerde dit voormalige havengebied in een woonwijk naar ontwerp van Sjoerd Soeters. De punt van het eiland bleef tot voor kort onbebouwd. Voor deze onbebouwde ruimte schreef de gemeente Amsterdam een tender uit met hoge ambities. Een hoge duurzaamheidsdoelstelling werd gecombineerd met de eis dat een nieuw hotel op deze plek ook een bedrage aan de buurt zou moeten leveren. De selectie werd in 2014 gewonnen door het samenwerkingsverband bestaande uit hotelier WestCord, architectenbureau SeARCH, de Hortus Botanicus en het Tropenmuseum.

Het onlangs gereed gekomen hotel ligt aan de voet van de Jan Schaeferbrug. De tijdelijke school van NAT architecten aan de noordzijde van het hotel zal over een aantal jaar verdwijnen. De rest van de punt van Java eiland blijft leeg, als de gemeente zich in kan houden om de grond niet uit te geven of te verkopen. Mocht dit voornemen stand houden, dan doet zich de tamelijk unieke situatie voor dat men vanuit het taps toelopende, alzijdige gebouw van drie kanten vrij zicht heeft over het water.

Het gebouw maakt gebruik van zowel moderne technologie als ’traditionele’ materialen. Het is tegelijkertijd high & low tech. Het hotel heeft 200 kamers, waarvan 172 prefab gestapelde units. Deze bestaan uit een betonnen vloer, de wanden en het plafond zijn van cross-laminated timber (CLT) dat meteen ook de binnenafwerking vormt. De units zijn gebouwd bij Ursem en werden per vrachtwagen aangevoerd om daarna ter plekke als legoblokjes opgestapeld te worden. In drie weken tijd torende het hotel 30 meter boven de kade uit.

Aan de zuidzijde heeft het gebouw een gladde gevel van schuivende glazen panelen, met daarachter een loggia als extra buffer tegen warmte, koude en geluid. De gevel tussen loggia en hotelkamer bestaat uit driedubbel glas. Photovoltaïsche cellen (350 PV panelen, 700 m2) zijn geïntegreerd in de zuidgevel en de glazen kap boven de binnentuin. Ze genereren niet alleen stroom, maar zorgen in de glazen kap ook voor schaduw. De overige gevels zijn gemaakt van glas en geperforeerde aluminium cassettes, waarbij de perforaties als pixels afbeeldingen laten zien van historische zeilschepen.
De kelder staat vol met installaties voor de warmte-koudeopslag en de binnentuin wordt besproeit met regenwater. Het hotel is volledig energieneutraal en mag zich op dit moment het meest duurzame hotel van Nederland noemen; voor zover internationaal toerisme een duurzame aangelegenheid is natuurlijk.

Het hotelwezen wordt doorgaans gekenmerkt door anonieme kolossen die weinig doen met en voor hun omgeving. De opdrachtgever en uitbater, zelf ooit begonnen op de Waddeneilanden en tevens eigenaar van Hotel New York, SS Rotterdam Hotel en verschillende boetiek hotels, heeft de begane grond ingericht als ‘huiskamer voor de buurt’, met horeca, een luxe wellness met zwembad, en een bakkerij met espressobar.  (De naam Bakkerij Westers is een verwijzing naar de roots van eigenaar Harry Westers, wiens vader een bakkerij onder die naam had op Vlieland en die de start vormde van het Waddenhotel aldaar.) Bovenin de punt van het gebouw is een publiek toegankelijke skybar met uitzicht over de stad en het IJ.

Het hotel zit vol verrassende details: het gebogen glas van de punt van het gebouw; houtsnijwerk in de afwerking van de hotelkamers; het plafond in de vergaderzaal is van bamboe gefineerde latten waar de kaart van de gordel van Smaragd is uitgespaard, de verlichting in het plafond toont de positie van de grote steden op Java. Wie met de auto de geheel witte parkeergarage binnenrijdt, krijgt letterlijk een kijkje in de keuken van het hotel. In de skybar, helemaal bovenin de punt van het gebouw, ben je omgeven door glas, zelfs het dak is van glas. Met uitzicht over het IJ en over Amsterdam, is het alsof je op de boeg van een schip staat. De kunst in het hotel komt uit de collectie van het Tropenmuseum, en in het restaurant tref je – uiteraard – een kaart met Indonesische invloeden. Niets is aan het toeval overlaten, aan alles is gedacht.

Met Hotel Jakarta creëert SeARCH een wereld waarin architectuur en landschap in elkaar overgaan, met elkaar versmelten; een rode draad in het oeuvre van Mastenbroek, denk aan het Posbank paviljoen, de bostoren in Putten, het tijdelijke paviljoen bij Het Nieuwe Instituut en Villa Vals. Het hoogteverschil tussen de aanlanding van de Jan Schaeferbrug, waar het hotel direct tegenaan staat, naar het maaiveld aan de kade wordt dankbaar gebruikt  in de glooiende, terrasvormige tropische binnentuin – een verwijzing naar de sawa’s in Indonesië. In deze semi-publieke binnentuin, aangelegd in samenwerking met de Hortus Botanicus, waan je je in een (sub)tropisch oerwoud. De tuin kan ook gelezen worden als een continuering van de tuinen tussen de woonblokken op Java-eiland. Maar het dichte woud vormt toch vooral het groene hart waar het hotel zich omheen schikt.

Wat het gebouw bijzonder maakt, meer dan de houten constructie of de uitmuntende duurzaamheidsscore, is de gelaagdheid van het ontwerp. Het hotel staat vrij bescheiden, bijna onopvallend, aan de kade, maar is van binnen spectaculair. Het gebouw verbindt het verleden met het heden, architectuur met landschap, de mondaine sfeer van de internationale wereldreiziger met de warme bakker voor de buurt. Dit hotel is al die verhalen tegelijk en daarom raak je er niet over uitgepraat.