Opinie

Een schreeuw om aandacht

Moet de tentoonstelling Speculatieve Design Archief in Het Nieuwe Instituut (Rotterdam) als een schreeuw om aandacht begrepen worden? En betekent schreeuw om aandacht in dit geval eigenlijk een schreeuw om geld en een beslissing waar het Design Archief moet komen?

Speculatief Design Archief / foto Johannes Schwartz

Eerst even de feiten: Er is in dit land nog geen ‘archief opdracht voor design’. Dat wil zeggen dat er geen geld vrij gemaakt is om beleid en plek te maken voor design en digitale cultuur archieven. In de aanloop naar de politieke beslissing om hiervoor wel geld te reserveren, is in de hoofdzaal van het Het Nieuwe Instituut  in Rotterdam inzichtelijk gemaakt waar het om gaat. Er is “een voorproef” te zien van het soort archieven waarvoor nu geen oplossing is. Op zaal zien we archiefmateriaal dat nu aan het verpieteren is in een geïmproviseerde stellage van drie verdiepingen. De tentoonstelling heeft geen gelikte uitstraling want het tentoonstellingsmateriaal wordt in Het Nieuwe Instituut bijna altijd gerecycled, het gaat meerdere tentoonstellingen mee.

Zelf geknutselde machine
Er zijn natuurlijk smakelijke beelden te zien van mooie archiefstukken die  ‘dreigen te verdwijnen’, hetgeen de tentoonstelling dus extra urgentie geeft. Waar hebben we het dan over? Bakken met schetsontwerpen uit blauwschuim van MVRDV; tekeningen, meubel-modellen en textielstalen van Kho Liang Ie; digitaal erfgoed van gamemakers; kasten vol videobanden van V2; een heerlijke zelf geknutselde machine om boeken te scannen; het hele designarchief van Kubik3, een bureau dat er toe deed in de tachtiger jaren maar in de vergetelheid raakte. Er is voor ieder iets wils. De ‘collectie’ is aangenaam maar ook hartverscheurend om te zien. Als er niets gebeurt beland het op de vuilnishoop. “Schande, dat hiervoor niets geregeld is!”, roept de tentoonstelling je toe. Op de website levert HNI de brandbrief: “Wie zal wat voor de toekomst gaan bewaren? Waarom en hoe? (…) Aan de hand van aanstekelijke voorbeelden verkent het Speculatief Design Archief de vorm en betekenis die zo’n collectie in de toekomst kan krijgen.”

Speculatief Design Archief / foto Johannes Schwartz

De politiek moet een knoop doorhakken
Het politieke spel lijkt zo eenvoudig: Het Nieuwe Instituut wil de opdracht (en het bijbehorende geld) er best bij hebben, daar laat de tentoonstelling geen misverstand over bestaan. HNI lijkt ook de aangewezen plek ervoor, het is immers een instituut voor architectuur, design en digitale cultuur. Daarnaast heeft de organisatie als beheerder van het rijksarchief voor Nederlandse architectuur en stedenbouw ervaring met het ontsluiten en conserveren van archieven. ‘De politiek’ moet gewoon de knoop doorhakken en dan kan het eerste woord uit de tentoonstellingstitel geschrapt. ‘Speculatief design archief’ wordt ‘Design archief’.

Maar als dat gaat gebeuren moet ik wel terug om een nieuwe recensie te schrijven, want wat is deze tentoonstelling eigenlijk zonder die politieke betekenislaag? Ik mis dan wel een rode draad. Waarom zijn deze stukken uitgelegd en niet andere? Wie heeft dit eigenlijk gecureerd? Wat stelt dit dan aan de orde? Hoeveel moet je gaan bewaren? Hoe wordt eigenlijk bepaald  wat belangrijk is om te bewaren?
Toegegeven, de bijgeleverde teksten geven wel enigszins antwoord op mijn vragen, want de ‘installatie’ gaat volgens HNI meer over het “complete archiefproces” dan dat het over de individuele stukken gaat. We kijken naar Kho Liang Ie, Geert Lap en MVRDV maar het zijn eigenlijk alleen voorbeelden van de erfgoed-problematiek. Ook de online gepubliceerde interviews zijn behulpzaam, die gaan over de relatie van ontwerpers en onderzoekers met archiveren. Toch komt de tentoonstelling zelf  ietwat gekunsteld op mij over, het mist de vanzelfsprekendheid waartoe juist opgeroepen wordt.

Motie voor Brabant
Misschien is de gekunsteldheid voelbaar omdat de politieke situatie helaas gecompliceerder is dan alleen een schreeuw om aandacht voor verpieterende archieven. Half november werd namelijk tijdens een debat over de cultuurbegroting 2019 een motie ingediend door de kamerleden Vera Bergkamp (D66) en Thierry Aartse (VVD). Zij stellen voor om in de regio Brabant één groot designmuseum te laten ontstaan met een erfgoed opdracht.
In Brabant lijken er dan weer twee mogelijkheden: het voormalig Stedelijk museum in Den Bosch, dat tegenwoordig onomwonden het Design Museum den Bosch heet en een voorgenomen Design Museum in Eindhoven. Directeur van Design Museum den Bosch is Timo de Rijk, hij weet voldoende van erfgoed. Maar in Eindhoven laten ze er ook geen gras over groeien, de gemeenteraad heeft sinds kort besloten een kwartiermaker aan te stellen om de mogelijkheden voor een dergelijk museum te verkennen. Het Evoluon wordt genoemd als mogelijke locatie.

Speculatief Design Archief / foto Johannes Schwartz

Er lijken dus allerlei gegadigden en dat zullen de beslissers vast prettig vinden. Dit land heeft namelijk een lange traditie van heers en verdeel. Noord en Zuid-Holland mochten niet één provincie zijn en de regeringsstad mocht niet samenvallen met de hoofdstad, zoals in alle andere landen gebruikelijk is. En nog niet zo lang geleden vond het Nationaal Historisch Museum zijn Waterloo ergens tussen Arnhem, Den Haag en Amsterdam. Ik hoop eerlijk gezegd dat we voor het designarchief geen herhaling daarvan gaan beleven. HNI is de voor de hand liggende plek. De drie afzonderlijke sectorinstituten zijn maar net gefuseerd. Maak het nou niet gecompliceerder als het zou hoeven te zijn en laat het ook niet langer duren dan noodzakelijk, want daar wordt ook niemand beter van. Bovendien krijg je van minder politieke onzekerheid waarschijnlijk ook betere tentoonstellingen.