Met onderzoeksproject ANA goes Europe onderzoeken we de rol van de architect in de toekomstige Europese woningbouwopgave. De wijze waarop betaalbaarheid en collectiviteit van het wonen in de stad onder druk wordt mogelijk gemaakt zijn voor de Nederlandse praktijk leerzaam. De derde ansichtkaart komt uit Hunziker Areal, een experimentele, inclusieve buurt aan de rand van Zürich.
Om het 100 jarig bestaan van de ‘gemeinnutziger Wohnungsbau’ in Zwitserland te vieren richtten in 2007 vijfendertig bestaande Genossenschaften samen een nieuwe super-Genossenschaft op met als doel antwoorden te vinden op de woningbouwopgave van de toekomst.
Deze nieuwe Genossenschaft ‘Mehr als Wohnen’ verwierf kort daarna het Hunziker areal, een gebied waarop ze ca. 41.000 m2 woon en werkruimtes konden realiseren. De buurt heeft inmiddels 1265 bewoners.
De locatie ligt ongeveer een half uurtje met OV of fiets van Zürich centrum in een gebied met een industrieel karakter. Mehr als Wohen stelde zich daarom als doel om een stedelijke microcosmos te realiseren, een buurt met een hoge dichtheid met een goede mix aan functies, waarin alle Zürichse doelgroepen terecht kunnen; gezinnen & studenten, verschillende inkomensgroepen, ouderen & jongeren en ook, bijzondere woonvormen als woongroepen voor gehandicapten. Ook in prijs is er een sterke mix, ca 20% van de woningen zit op het niveau van gesubsidieerde huur. Deze woningen zijn verspreid door de buurt en identiek aan de andere woningen.
Om tot innovatie op het gebied van wonen te komen organiseerde de Genossenschaft een ontwerpprijsvraag. Deze prijsvraag werd gewonnen door het team Futurafrosch/Duplex architecten die een stedenbouwkundig plan hadden gemaakt met dikke gebouwen en smalle tussenruimtes en niet-woonfuncties, zoals horeca, winkels, maatschappelijke functies en werkruimtes in alle plinten om een stedelijke buurt te realiseren. Dit team werd aangevuld met nog drie architecten voor de uitwerking van de dertien gebouwen.
In de gebouwen zijn verschillende experimentele woonvormen gerealiseerd: clusterwoningen, bouwen in hout, bouwen met geïsoleerd beton, woningen rondom een grote wintertuin, atelierwoningen, etc. Haus A van Duplex architecten bevat bijvoorbeeld 11 clusterwoningen. Per laag zijn twee clusterwoningen gecombineerd. In een clusterwoning heeft elke bewoner een privéruimte met eigen sanitair. De privéruimtes variëren in grootte, de kleinste bestaat uit één (slaap)kamer met badcel en hal, de grootste heeft drie (slaap)kamers met badcel en hal. Deze clusterwoningen worden dus ook niet alleen door 1 en 2 persoonshuishoudens bewoont, er zijn ook gezinnen die deze woonvorm aantrekkelijk vinden. De individuele ruimtes liggen verspreid in de gemeenschappelijke kook-, eet- en leefruimte. Haus G, ook van Duplex architecten, is gebouwd met massief isolerend beton. De gevels van dit gebouw zijn 44 cm dik. Om voldoende licht in de woningen te realiseren hebben de architecten het volume als het ware ingesneden met vides en dubbelhoge ramen.
Het meest interessante aspect aan de ontwikkeling van het Hunziker areal is eigenlijk dat er veel aandacht is besteed aan het bouwen aan de sociale infrastructuur. Mehr als Wohnen heeft dat op een aantal manieren gedaan.
Tijdens de planontwikkeling zijn zeer intensieve participatieprocessen georganiseerd in de vorm van zogenaamde ‘echoraume’. Leden van de Genossenschaft, maar ook andere geïnteresseerden en buurtbewoners konden deelnemen aan deze sessies waarin thema’s als duurzaamheid, de buitenruimte, nieuwe woning typologieën werden bediscussieerd. De uitkomsten hiervan vormden een zeer nuttige bron van informatie die in de uitwerking van het project is gebruikt.
Een van de nieuwe typologieën die hieruit is voortgekomen is de al eerder genoemde clusterwoning. Mehr als Wohnen heeft veel aandacht besteed aan het proces enzich niet gericht op bestaande groepen, maar het groepsvormingsproces gefaciliteerd. Aangezien de meeste mensen die een dergelijk woonconcept interessant vinden zich nog niet als groep hebben georganiseerd is dit een hele logische stap. Zo zijn er meerdere matchmakingsavonden georganiseerd waarop geïnteresseerden op zoek konden gaan naar gelijkgestemden. Het hele proces van groepsvorming kost ook tijd, daar is ruimte voor geboden.
Ook nadat alle gebouwen in gebruik zijn genomen is er aandacht voor het bouwen aan de sociale structuur van de buurt. De huurders betalen een kleine toeslag die ten gunste komt aan buurtactiviteiten. Kleine groepen van buurtbewoners; de zogenaamde Quartiersgruppen, kunnen hiervoor voorstellen indienen, waaruit een commissie van huurders de beste voorstellen selecteren die geld en ruimte krijgen toegewezen binnen het gebied.
Het Hunziker areal is een zeer geslaagd voorbeeld van een integrale aanpak. Deze nieuwe buurt heeft echt de kenmerken van een stedelijk weefsel. En dan is integraal ook nog eens heel breed opgevat. Integraal betekent hier ruimtelijk én sociaal, tijdens én na de planontwikkeling, gebouwen én buitenruimte, wonen én niet-woonprogramma.
De schaal van de ontwikkeling is hierbij een belangrijke sleutel. Alleen met een behoorlijke omvang lukt het om op alle niveaus en op alle aspecten een goede buurt te maken op een plek waar verder weinig te beleven valt. Daarbij helpt het ook dat de Zwitserse Genossenschaften zich op zowel de laagste als de middeninkomens kunnen richten, waardoor deze buurt een heel inclusief karakter heeft gekregen waarin er geen onderscheid is tussen inkomensgroepen. Ten slotte is een belangrijke troef de goede balans tussen topdown en bottom up ontwikkeling en beheer, die eigenlijk bij de meeste Zürichse Genossenschaften te zien is. Er is veel ruimte voor de inbreng van de bewoners, maar deze ruimte is gecoördineerd en ingekaderd door een professionele Genossenschaft.