De kruitdampen van de openingsceremonie waren nog niet opgetrokken of in alle media verschenen lovende, om niet te zeggen himmelhoch jauchzende recensies over het nieuwe Forum in Groningen. Als incidenteel stukjesschrijver en Groninger van geboorte viel mij de eer ten deel om bij te dragen aan deze lofzang op het laatste kunststuk van NL Architects. Maar ik heb het gevoel dat ik te laat ben. Wat rest mij nog te zeggen? Ook ik ben blij met deze aanwinst voor mien stad, Grunn. Maar zou het wellicht, indachtig de andere helft van Goethes zinssnede, zum Tode betrübt, interessant zijn om in ieder geval te probéren enkele kritische kanttekeningen bij dit eclatante succes te plaatsen? Zonder wrijving geen glans.
Wat vooraf ging
In 2007 wint NL Architects met als projectarchitect Pieter Bannenberg zowel de jury- áls de publieksprijs met hun ontwerp voor een cultuurcentrum in het hart van de stad. In het gebouw zullen een aantal belangrijke culturele functies zoals de bibliotheek, een bioscoop, tentoonstellingszalen en het stripmuseum, aangevuld met de VVV en horeca, worden gebundeld. Het ruimtelijke concept kan opgevat worden als een massieve steen met een uitgeholde kern. Deze kern, een enorm atrium met trappen en balkons vormt het openbare en vrij toegankelijke hart van het gebouw. Daar omheen liggen de meer besloten functies voor een deel waarvan entreekaartjes nodig zijn. Na een moeizaam politiek proces en tegenslagen vanwege de aardbevingen (tijdens de bouw heeft men een deel moeten slopen om versterkingsmaatregelen te treffen) is het in december 2019 eindelijk zover: op de plaats van een voormalige parkeergarage, op steenworp afstand van de Grote Markt en d’Olle Grieze, de Martinitoren, staat het scherp gesneden rotsblok dat het nieuwe culturele hart van de stad moet worden.
Eens maar nooit weer
Het Groninger Forum is niet het eerste grote gebouw met een iconische, abstracte vorm dat afwijkt van wat we doorgaans als een gebouw herkennen. Het Eye Museum in Amsterdam en de Agora te Lelystad (de Griekse tegenhanger van het Romeinse Forum) passen in hetzelfde rijtje. Maar waar het Eye en de Agora solitaire gebouwen in een open ruimte zijn, en daarmee een zekere vanzelfsprekendheid krijgen als autonoom beeld (denk: het schilderij op de witte museummuur), wordt het Forum omringd door het kleinschalige en dichte weefsel van de Groningse binnenstad. Vergelijkingen met een kathedraal in een middeleeuwse stad zijn al gemaakt. En inderdaad, qua lengte ontlopen de nabijgelegen Martinikerk – weliswaar geen kathedraal, maar toch – en het Forum elkaar niet veel, en de grijze huid van Wachenzeller Dolomit van het cultuurcentrum is uitgekozen op basis van haar overeenkomsten met de zandsteen van de Martinitoren zelf. Ik durf te stellen dat de buitenkant van het Forum zelfs interessanter is dan de spreekwoordelijke kathedraal. Het gebouw lijkt vanuit bepaalde standpunten haast oneindig. En de hallucinante schuine, abstracte lijnen gaan een spannend ruimtelijk spel aan met de belendende panden. Er wordt een nieuwe dimensie toegevoegd aan de openbare ruimte. Deze gladde meteoor en de kleinschalige binnenstad versterken elkaar op de best mogelijke manier.
Echter. Groningen heeft een bescheiden silhouet. Naast de Martini- en de Der Aa-kerk steekt slechts een enkel woontorentje aan de binnenrand van de singel de lucht in. Sterker nog, de binnenstad is een beschermd stadsgezicht. Het Forum is met haar 45 meter hoogte en 17.000m² vloeroppervlak een majeure toevoeging aan de binnenstad. Maar het past. Omdat het Forum van vanuit de omgeving nauwelijks te zien is, omdat er vrijwel geen woongebouwen in de aanzienlijk slagschaduw van het gebouw liggen. Zoiets werkt maar één keer en, zonder de kwaliteit van projectarchitect Bannenberg tekort te willen doen, is bijna een toevalstreffer te noemen. Het is dít gebouw, in déze stad, op déze plek. Het is te hopen dat de gemeente Groningen dit zelf ook inziet en zuinig is op haar kleine en fijne historische binnenstad.
Voor zo’n groot gebouw is de bijdrage aan de openbare ruimte wel wat mager
Het Forum wordt met haar rijke programma, spectaculaire architectuur en unieke dakterras uiteraard een publiekstrekker van formaat. Loop zal het zeker genereren en daarmee lijkt het grotere doel, een nieuwe impuls voor dit tanende deel van de binnenstad, al behaald. Toch is de bijdrage aan de gebruikskwaliteit van de publieke ruimte voor zo’n groot cultureel gebouw mager. Als consequentie van het gekozen ruimtelijke concept is de plint voor een groot deel gesloten. Daar waar wel (forse) puien aanwezig zijn, zorgt de spiegeling en abstracte uitvoering voor beperkte contact tussen binnen en buiten. Er zijn twee weinig geprononceerde publieksingangen die ook nog eens zijn afgewend van het voorliggende pleintje. Gelukkig zit op de kop van het gebouw, aan datzelfde plein, wel een horecagelegenheid (die óók toegang biedt tot het gebouw zelf). Maar voor het aangename verblijf op straat zullen vooral de omringende café’s en restaurants moeten zorgen.
Het oostelijke trappenhuis is de boeiendste binnenruimte
De binnenkant van het Forum is als een wijde, grijze regenjas, goed van snit, met heel veel zakken. En die zakken zijn gevuld met de interieurs van De Munnik De Jongh Steinhauser voor onder meer het museum en de bibliotheek, &Prast&Hooft voor de bioscoopzalen en Tank voor de horeca op het dakterras. Vooral de interieurs van De Munnik De Jongh Steinhauser zijn van hoge kwaliteit en smaakvol. Maar eigenlijk hebben gebouw en inrichting niet zo heel veel met elkaar van doen. De spannende lijnen en vlakken die het Forum aan de buitenzijde zo intrigerend maken zijn binnen maar tot op zekere hoogte voelbaar. De jas is op net iets teveel plekken aan het oog onttrokken door de interieurs. Het (kale) oostelijke trappenhuis, dat over de hele hoogte van het gebouw loopt en waar een aantal zware constructieve balken schuin doorheen steken, en de bijna sereen vormgegeven parkeergarage met de ruige diepwanden waar het grondwater doorheen sijpelt, zijn stiekem de spannendste ruimtes van het hele gebouw.
De bibliotheek is de verliezer
Het Forum als geheel en het atrium in het bijzonder is bedoeld als plaats van interactie, kruisbestuiving, grazen en grasduinen. NL Architects heeft er dan ook hard voor gevochten om het ruimtelijke concept samen te laten smelten met de programmatische invulling. Zo wilde de bioscoop aanvankelijk ‘gewoon’ op de begane grond zitten, en zagen de uitbaters er weinig in om het filmpubliek eerst met roltrappen door het atrium enkele etages omhoog te voeren. Maar ze zijn overstag gegaan. Ook de verschillende afdelingen van de bibliotheek zijn zo over diverse verdiepingen verspreid. De boeken over media staan in de buurt van de filmzalen en de jeugdafdeling bevindt zich naast het stripmuseum en het smartlab. Deze thematisering van programma past bij de belevingscultuur waar we nu eenmaal in leven. Maar de bibliotheek (en haar bezoekers) verliest er alleen maar mee. Een bioscoopbezoeker zal na de film gewoon ergens een biertje gaan drinken, en niet op zoek gaan naar de nieuwste biografie over Martin Scorsese. En andersom: als ik een overwerkte vader was die met drie overactieve kinderen naar de bibliotheek wil, dan zou ik het prettig vinden als de boeken níet verdeeld waren over verschillende verdiepingen in een lawaaiig atrium, verbonden door ellenlange roltrappen, boven een duizelingwekkende vide, met alleen maar glazen balustrades tussen onszelf en de afgrond.
Tot slot wil ik alleen nog zeggen: ga vooral kijken, daar in Groningen. Impressies, foto’s en stukjes dekken de lading niet. Het Forum van Groningen is door de vaardige handen van NL Architects én de kwaliteit van de stad eromheen een unieke toevoeging aan het Nederlandse architectuurlandschap.