Op het eerste gezicht valt vooral hun massaliteit op: Koreaanse flatgebouwen. Verleidelijk om ze af te schrijven als repeterende lelijkheid. Maar de wijken zijn gewild. En de plattegronden beantwoorden –anders dan de huidige Nederlandse– wel actuele woonvragen. Hoe woon je in Seoul? Ik ging het uitproberen.
Naast de woning van mijn gastgever in Hanam werd gebouwd, zes dagen in de week. Vanaf zeven uur draaiden de kranen en om tien uur ’s nachts was men nóg bezig. Veel bouwvakkers komen uit China. De leiding uiteraard niet. Zij is in handen van Koreaanse familieconglomeraten die een ferme greep op economie én politiek hebben. Koreaanse appartementen zijn producten. Zelfbewust prangen de merknamen op de zijgevels van duizenden slabs: Raemian (Samsung), Prugio (Daewoo) en iPark (Hyundai). Rij naar rij vormen deze flatgebouwen het stedelijke Zuid-Koreaanse landschap. (zie deel I Learning from Seoul: Is dit de toekomst?) De ‘i’ zie je trouwens terug in Hyundai’s automodellen: i10, i20 enzovoorts.
Hoe ziet het nieuwste woon‘model’ eruit? Om een indruk te krijgen bezocht ik een bouwplaats in de buurt van het vliegveld Gimpo. Hier, bijna dertig kilometer westelijk van het centrum van Seoul stampen Samsung en Posco Architecture and Construction, onderdeel van staalgigant Posco, een New Town uit de grond. Ondanks de afstand staan Seoulites in de rij om zich in te schrijven op dit soort projecten. Architecte Mijung Park is namens Posco verantwoordelijk voor de directievoering. Het project Hillstate River City bestaat uit 1568 koopwoningen, van driekamerflats (80 m2) tot penthouses van 251 m2. Het meest voorkomende type in dit plan is een vijfkamerappartement van rond de 110 m2. Ondergronds zijn twee gigantische parkeerverdiepingen. Opvallend is dat veel grote appartementen in de buurt van de inritten van de parkeergarage liggen. Dat het gemak van bereikbaarheid mede de waarde van de woning bepaalt, leerde ik ook bij mijn eerste homestay in de wijk Seongbok. Daar lagen de grootste en duurste woningen aan de vierbaanse doorgangsweg.
De betonnen ruwbouw van de flats in Hillstate River City was ergens halverwege de uiteindelijke bouwhoogte van twintig verdiepingen. Om veiligheidsredenen bleven we op de onderste lagen. Park had een route uitgestippeld langs verschillende woningen. Ze had de plattegronden met alle data voor me uitgedraaid. Mijn bezoek was perfect voorbereid.
Het zal niemand verbazen dat de bouw tot in het kleinste detail is geoptimaliseerd. De bouwprijs per m2 staat dan ook nagenoeg vast, de grootste onbekende in de calculatie is de grondprijs. Efficiënte tijdsplanning is troef. Terwijl men enkele verdiepingen boven ons volop bezig was met het stapelen van betonelementen, was de afbouw in de onderste verdiepingen al bijna klaar. De houten of natuurstenen vloeren, de keukens, de tegels én het sanitair, de plafondafwerking inclusief lampen, de wandbekledingen van nep-hout en dik papier, en de inbouwkasten horen hier onlosmakelijk bij de bouw. De kleuren verschillen wel: hoe kleiner de woning, hoe lichter van kleur van de standaardafbouw. Voor de goede verstaander vormt de kleurstelling van de afwerking dus een niet mis te verstaan statussymbool.
De woningen worden niet alleen opgeleverd inclusief de sfeerbepalende afbouw, de latere bewoners passen hem in het algemeen ook niet aan. Hiervoor zijn verschillende verklaringen. Huurcontracten worden in het algemeen maar voor twee jaar afgesloten, legde Daniel Tändler uit. De Koreaans-Duitse architect is mededirecteur van het architectenbureau Urban Detail in Seoul. De korte contractduur geeft de verhuurder de mogelijkheid de huurprijs om de twee jaar opnieuw te bepalen. Vanzelfsprekend wordt van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Omdat men dus hoogstwaarschijnlijk noodgedwongen na korte tijd toch weer verhuist, zou bijna niemand veel moeite doen om binnenwanden, vloeren of badkamers naar gusto te veranderen. Men plaatst de meubels in huis –en Klaar is Kees. Vanuit deze achtergrond is de voorkeur voor geprefabriceerde afbouw begrijpelijk, een ingesleten gewoonte die kopers hebben overgenomen. Een andere verklaring ligt misschien wel in het opvatten van de woning als product. Als je het interieur verandert, tast je het product aan en daarmee wellicht de waarde van het geheel. In ieder geval zag ik maar enkele woningen waarin bewoners de oorspronkelijke afwerkingen hadden veranderd.
Naast de afbouw zijn ook de plattegronden gestandaardiseerd. Woningen zijn met een diepte van rond de tien meter relatief smal, waardoor ze uitstekend te ventileren zijn. Centraal ligt de woonkamer annex open keuken, welke vanaf het midden van de jaren ‘70 door de verwesterlijking van de levensstijl haar intrede deed. Aan weerszijden van het woongedeelte zijn twee ruimteclusters, die elk tenminste uit één (slaap)kamer en een badkamer bestaan. Meer woonoppervlak betekent gewoon méér of grotere kamers –het plattegrondprincipe blijft hetzelfde: de wijds verspreide three-bay condo. Volgens het artikel ‘Why dream of a high-rise apartment?’ in de Korea Joongang Daily van 25 mei 2010 leefden in 2008 56% van alle huishoudens in Seoul in hoogbouwflats. Gezien de bouwboom van de afgelopen twintig jaar is het aannemelijk dat miljoenen Seoulites in min of meer hetzelfde woningtype wonen.
Waarin ligt de aantrekkingskracht van deze standaardflats? Stedenbouwkundig gezien in de uitstekende bereikbaarheid van de wijken met (openbaar) vervoer, in de levendige parkzones in de directe omgeving en de goede scholen en winkels in de buurt. En natuurlijk in het economische voordeel tussen koop en duurdere wederverkoop van een voorspelbaar product van algemeen aanvaarde waarde. Maar er is méér, en daar kwam ik al wonende achter. Geabstraheerd gezegd bestaat de standaard three-bay condo uit privékamer(s) –centraal woongedeelte– privékamer(s). Een van die privéclusters inclusief badkamer ligt altijd in de buurt van de entree. Alle privéruimten zijn nagenoeg van gelijke grootte en daardoor zijn de woningen niet alleen in theorie multifunctioneel ze worden in de praktijk ook verschillend gebruikt.
Ook in hedendaags Korea woont men vaak als kerngezin samen: moeder, vader en statistisch gezien gemiddeld 1,1 kinderen. Maar het is een opmerkelijke trend, zei een van mijn gastgeefsters, dat jonge gezinnen bij hun (schoon)ouders op leeftijd intrekken. In die gevallen bewonen de grootouders de ruimte naast de entree, de jonge familie het andere cluster. De centrale ruimte wordt samen gebruikt en is gelijktijdig een buffer tussen de privéclusters. Vast heeft deze woontrend ook met de hoge huizenprijzen te maken maar ernaast biedt de woning het gemak van het meer-generatiewonen met behoud van een zekere privésfeer. Daaraan hebben de twee badkamers –één per cluster– een niet te onderschatten aandeel.
De ruimte in de buurt van de entree is trouwens ook een uitstekende gastenkamer: bij twee gastgevers woonde ik zo, bij de familie en toch een beetje voor mezelf. Heeja An, onderzoekster Toerisme Beleid bij de gemeente Seoul die ik interviewde, leeft ook in een three-bay condo. Zij woont er samen met haar broer en zus. Ze hebben een mij verrassende ruimteverdeling bedacht: de zussen delen een kamer, de broer heeft er een voor zichzelf en de derde kamer is de werkruimte. Maar natuurlijk kunnen de kamers ook als drie aparte privékamers gebruikt worden met een woongedeelte in het midden. Één en dezelfde generieke plattegrond is dus geschikt voor meerdere volwassenen, meerdere generaties en voor kerngezinnen. Dit gegeven kan een waardevolle les zijn voor Nederland waar men blijft steken in het realiseren van woningen die door de ruimteconfiguratie grote woonkamer –ouderslaapkamer– en minieme kleine kamer(s), maar één vorm van samenwonen mogelijk maken: als kerngezin. De vraag is of dit nog past bij het wonen anno 2020.
Koreaanse appartementen zijn geoptimaliseerd en geperfectioneerd: hun bouw, hun plattegrond en zelfs zaken die wij als onderdeel van de persoonlijke expressie zouden beschouwen zoals wandbekleding en plafondlampen. Het interessante punt is echter dat hierdoor de wijze van samenwonen niet vastligt. Net zo interessant is het dat juist de omarming van het imperfecte een belangrijk element van de Koreaanse cultuur is. Hierover gaat het derde artikel.