Dit afstudeerplan onderzoekt de potentie van urban mining in combinatie met het hergebruik van gebouwen en componenten. Een bestaand, deels leegstaand kantorenpand in de wijk Amstel III, gelegen in Amsterdam Zuidoost, wordt getransformeerd tot een woongebouw.
Kan je je onderwerpskeuze kort toelichten?
Tijdens een stageperiode bij het Rotterdamse architectenbureau Superuse Studios, voorafgaand aan mijn afstuderen, ben ik in aanraking gekomen met de concepten van de circulaire economie. Tijdens het ontwerpproces was het hergebruik van (rest)materialen één van de belangrijke uitgangspunten. Wat kan er op locatie behouden worden? Wat moet er toegevoegd worden? Redenen om voor deze aanpak te gaan, zijn onder meer om de vraag naar nieuwe materialen te beperken en (daarmee) de CO2 uitstoot te verlagen. Deze nieuwe, en vooral bewuste, manier van nadenken heeft mij enorm geinspireerd. Hoewel het allemaal ontzettend logisch en voor de hand liggend klinkt, viel het mij op dat deze ideeen in de praktijk weinig worden toegepast. Vandaar mijn drive om uit te zoeken wat er voor nodig is om dit op te schalen en wat dit bovendien betekent voor onze architectuur.
Benoem het sleutelmoment in je afstudeerproject
In eerste instantie zat ik erg met idee van opschalen in mijn hoofd: ik wilde een groot icoon neerzetten dat als een soort statement laat zien wat je met hergebruikte materialen kan doen. Al gauw was ik grote gebouwen en torens aan het ontwerpen die volledig uit hergebruikte materialen zouden bestaan. Het duurde niet lang voordat ik erachter kwam dat ik zo veel nieuwe materialen moest toevoegen, dat het eigenlijk nergens meer op sloeg. Na een goed besprek met mijn mentor Mauro Parravicini, heb ik toen een stap teruggedaan en gedacht: ik kan beter een bestaand gebouw transformeren. Dat is altijd nog de meest directe manier van hergebruik en laat veel duidelijker zien wat de waarde van bestaande gebouwen kan zijn.
Wat of wie zijn je inspiratiebronnen?
Zoals eerder benoemd zijn de architecten van Superuse Studios degene die de interesse voor dit onderwerp in mij hebben aangewakkerd. Daarnaast zijn ook de Deense architectenbureaus 3XN/GXN, Lendager Group en Vandkunsten Architects zeer inspirerend geweest. Het eerste deel van mijn afstuderen heb ik met 3XN/GXN partner Kasper Guldager Jensen onderzoek mogen doen naar de potentie voor urban mining en hergebruik van materialen in het Amstel III gebied. Hij heeft mij in Kopenhagen laten zien wat er daar op grote schaal gebeurt op het gebied van hergebruik van materialen. Er gebeurt zo ontzettend veel op dit moment. Dit liet voor mij zien dat er nog enorm veel te halen valt.
Project tekst
Dit afstudeerplan onderzoekt de potentie van urban mining in combinatie met het hergebruik van gebouwen en componenten. Een bestaand, deels leegstaand kantorenpand in de wijk Amstel III, gelegen in Amsterdam Zuidoost, wordt getransformeerd tot een woongebouw. Bij deze transformatie is het eerste uitgangspunt dat alle bestaande gebouwcomponenten, zoals muren, vloeren, ramen en deuren, worden hergebruikt binnen het project. Omdat het project ook om uitbreiding vraagt, zijn aanvullende bouwmaterialen nodig. Het tweede uitgangspunt is dan ook dat deze aanvullende bouwmaterialen voor een groot deel uit de directe omgeving geoogst moeten worden door middel van urban mining.
Met behulp van een oogstkaart zijn de gebouwen in de omgeving, waarvan bekend is dat ze gesloopt gaan worden, geïnventariseerd. Vervolgens is bepaald welke gebouwcomponenten geoogst en hergebruikt kunnen worden. Om keuzes te kunnen maken over de manier van hergebruik, is onder andere de embodied energy van deze gebouwcomponenten berekend. Dit heeft onder andere geleid tot de keuze om de bestaande betonnen constructie te behouden. Daarnaast zijn spiegelglas panelen en prefab betonnen kolommen en balken geoogst uit donorgebouwen uit de omgeving. Tot slot is een lichtgewicht constructie van kruislings gelamineerde houten elementen toegevoegd om het bestaande gebouw op te toppen en uit te breiden. Nieuwe houten kozijnen met hoogwaardig dubbelglas voorzien alle woningen van een goed geïsoleerde schil. De details zijn zo ontworpen dat aansluitingen demontabel zijn. Dit maakt het mogelijk om het gebouw in de toekomst desgewenst aan te passen. Het resultaat is een hybride architectuur, bestaande uit een mix van bestaande, hergebruikte en nieuwe elementen.
De toenemende vraag naar bouwmaterialen leidt wereldwijd in hoog tempo tot de uitputting van grondstoffen. De bouwsector is verantwoordelijk voor het verbruik van 50% van alle grondstoffen, 40% van alle energieconsumptie en 30% van al het water. Het is alom bekend dat veel standaard bouwmaterialen niet oneindig beschikbaar zijn. De oplossing ligt in de transformatie naar een circulaire bouwsector. Om deze manier van ontwerpen en bouwen mogelijk te maken is het belangrijk dat we op grote schaal materiaal- en reststromen (aanbod) koppelen aan toekomstige ontwikkelingen (vraag). Dit stelt ons in staat een alternatief scala aan elementen te creëren, waarmee een nieuwe en hybride architectuur ontworpen kan worden. Een architectuur met een significant positieve invloed op onze omgeving.
Naam
Dominik Alois Lukkes
Contactgegevens
dominik.lukkes@gmail.com
Opleiding
TU-Delft
Studierichting
architectuur
Start afstuderen
September 2018
Eind afstuderen
Juni 2019
Wat doe je nu
Momenteel ben ik werkzaam als junior architect bij de Architekten Cie in Amsterdam. Het project waar ik nu aan werk omvat grappig genoeg onder andere een toren van 140 meter… toevallig of niet?
Wat hoop/wil je als ontwerper in de nabije en/of in de verre toekomst te bereiken?
Ik wil graag aan projecten werken waarbij transformatie en hergebruik uitgangspunt zijn. Ik geloof sterk in de waarde van bestaand vastgoed. Het is de taak van de architect om deze waarde telkens opnieuw tot zijn recht te laten komen. We moeten af van het idee dat elk gebouw gesloopt moet worden, zodra het niet meer functioneel is. Daarbij is het goed om te vermelden dat niet letterlijk élk gebouw behouden moet blijven, mar we mogen onze creativiteit best wat meer gebruiken. Ik geloof dat we hierin als architecten voorop moeten lopen en het lijkt mij een enorme uitdaging daar onderdeel van te zijn.