Dagboek

Dagboek van een afstudeerstudio in tijden van corona

Donderdag 5 maart bleek de laatste dag te zijn waarop wij onze groepsgenoten en docenten van de afstudeerstudio elkaar fysiek op de Technische Universiteit Eindhoven zouden zien. Hoe is het om af te studeren onder deze omstandigheden?

Stijn Giesbers, Anouk Raaijmakers en Stijn Swolfs via zoom

De zorgen omtrent de verspreiding van het coronavirus waren al voelbaar, maar niemand had kunnen raden dat de omstandigheden zo snel zouden veranderen. Vanuit de verschillende thuiswerksituaties wordt de afstudeerstudio The Instrumental Building: Architecture in the Age of Total Control voortgezet. In dit artikel bieden wij een inkijkje in ons dagelijks leven.

Na sluiten van de TU Eindhoven op 17 maart, zijn wij verspreid over het land aan het proberen alsnog samen te werken, maar nu virtueel. Anouk woont in Eindhoven samen met haar vriend, Stijn S. in Breda met zijn familie en Stijn G. heeft tijdelijk zijn kamer ingewisseld voor zijn ouderlijk huis in Nijmegen.

De werkplek van Stijn Giesbers

De werkplek van Stijn G.

Dinsdag 10 maart
Waar ik normaal op dinsdag rond 05:45 op sta om naar mijn roeitraining te gaan, begon deze dag totaal anders. De Nijmeegse wekker ging ruim twee uur later en nadat mijn moeder na het ontbijt naar haar werk was vertrokken, kon ik in alle rust beginnen met werken. In onze studio wordt de positie van de architect in de huidige maatschappij aan de orde gesteld vanuit de gedachte dat de architectuur wordt gedomineerd door andere partijen en belanghebbende. Een halve eeuw geleden schreef de Italiaanse criticus Manfredo Tafuri al over de instrumentalisering van de architectuur. Het gaat erom dat architectuur vloeiend een taal spreekt waar ze geen onderdeel van uitmaakt. Tegenwoordig zien we dit terugkomen in het feit dat er steeds meer stakeholders betrokken zijn in het bouw- en ontwerpproces waarbij de architect vooral als mediator fungeert. Termen als sustainability, safety and health lijken haast onontkomelijk te zijn en de expertise van de ontwerper wordt alleen nog op waarde geschat als de ontwerpen enkel de meningen en smaken van anderen bevat.

Binnen dit kader van het afstudeeratelier onderzoekt ieder van ons de mogelijkheden om te ‘overleven’ als architect. Zo ook ik, Stijn G. Ik start vol goede moed mijn tekenprogramma op en ga verder werken aan mijn individuele ontwerp. In een poging om te ontkomen aan de geconstateerde instrumentalisering van de architectuur, heb ik mezelf gewend tot de methodiek van de rationaliteit. Deels geïnspireerd door het gedachtegoed van onder andere Aldo Rossi en Giorgo Grassi, ben ik dit nu aan het onderzoeken. Buiten het feit dat het opstellen van een rationalistisch systeem van ontwerpregels al een uitdaging blijkt te zijn, is de toepassing hiervan wellicht nog wel problematischer…

Het delicate proces van een architectonische tekening maken wordt ondertussen abrupt verstoort door een andere studie. Mijn zusje heeft met haar laptop ook plaatsgenomen aan onze hybride studie- en eettafel. Bij gebrek aan oortjes kan ik meegenieten van haar hoorcollege geneeskunde. Allerlei infecties en virussen passeren de revue en mijn productiviteit neemt behoorlijk af. Deze tweede dag vanuit huis werken bleek sowieso al lastiger dan gedacht. Bij gebrek aan een printer is het niet meer mogelijk om eventjes een printje te maken en mijn schetsrol eroverheen te leggen. Groepsgenoten vragen of zij mijn tekening net zo duidelijk vinden als ik zelf gaat ook een stuk moeilijker en buiten al deze praktische nadelen wordt vooral mijn zelfdiscipline op de proef gesteld. Wellicht moet ik het rigide grid uit mijn ontwerp ook maar eens op mijn agenda projecteren om tot een hogere productiviteit te komen.

De werktafel van Stijn Swolfs

De werktafel van Stijn S.

Dinsdag 17 maart
Vandaag hebben we voor het eerst een online begeleiding via Zoom. In de whatsapp groep was gisteren al de planning besproken: eerst een groepsmeeting om de situatie te bespreken en vervolgens individuele sessies. Ik, Stijn S., ben vroeg opgestaan om het een en ander voor te bereiden. Mijn project bestaat uit een herijking van de tekst The Generic City van Rem Koolhaas om te komen tot een beschrijving van de huidige situatie. Een situatie waarin de ruimtelijke orde steeds meer bepaald wordt door verfijnde controle mechanismen die zowel fysiek als digitaal ons leven beinvloeden. De herijkte tekst wordt aangevuld met tekeningen van deze situatie. Normaal leg ik mijn werk op tafel om er met de begeleiders over te praten. Nu gaat het via een gedeeld scherm met een bij elkaar geraapte presentatie. Hoewel het digitaliseren en ordenen van mijn tekeningen langer duurt dan gedacht, begint de stress daarna pas echt.

Met nog maar een half uur tot de online afstudeerbegeleiding komt een belangrijke vraag in mij naar boven: waar ga ik de begeleiding laten plaatsvinden? Welke achtergrond komt professioneel over? Ik woon nu samen met mijn zusje bij mijn moeder in Breda, de internetverbinding op mijn kamer is niet stabiel genoeg voor zo een belangrijk gesprek. Tegelijkertijd is mijn zusje (20) de hele dag door het huis aan het banjeren. Dan besluit ik dat de enige optie is om de woonkamer voor mezelf op te eisen met de instructie aan zusje dat ze er gedurende de begeleiding niet binnen mag komen. Nadat ze (eindelijk) instemt en ik een werkplek heb gecreëerd met als achtergrond de meest neutrale witte muur die ik kan vinden, zie ik het volgende probleem: Henk.
Henk is onze oranje kater die graag op tafel springt als hij honger heeft, aandacht wil of naar buiten moet. Ik zie het scenario al voor me dat hij de begeleiding verstoort of zelfs beëindigd door op het toetsenbord te springen. Daarom besluit ik dat ook hij moet verdwijnen en een uur in de achtertuin moet doorbrengen. Ik til hem op en zet hem onder het nodige protest buiten. Ook de kat merkt de consequenties van deze crisis.
Met zusje boven en kat buiten kan de begeleiding eindelijk beginnen. Door tijdsgebrek zit ik nog in mijn joggingbroek, maar aangezien je via een webcam toch alleen alles boven mijn middel ziet, vind ik het goed genoeg. Het valt me mee hoe de communicatie gaat, maar ben ik nog niet comfortabel in deze situatie. De feedback is anders nu je zelf bepaalde dingen uitlicht in je presentatie in plaats van dat dit gebeurd in een open gesprek waar de mentoren ook tekeningen kunnen oppakken. Tijdens het afsluiten van mijn computer vraag ik me af hoe lang dit zo door zal gaan.
Tegen de avond merk ik dat het een zware dag was. Het moeten veranderen van ritme en werkwijzes kost veel energie. Toch komt het besef dat mijn situatie nog niet veel voorstelt, zodra mijn moeder thuis komt van haar werk in het ziekenhuis blijkt dat ik het thuis nog niet zo zwaar heb.

De werkplek van Anouk Raaijmakers

De werkplek van Anouk

Dinsdag 24 maart
De afgelopen weken was ik, Anouk, voornamelijk ongeorganiseerd te werk gegaan. Waar ik normaal gesproken bijna alles tot op de minuut plan was mijn agenda nu ineens compleet leeg. Ik woon samen met mijn vriend die nog steeds elke dag naar zijn werk moet waardoor ik het grootste gedeelte van de dag op mijzelf ben aangewezen. Dat is nogal een verandering voor een sociaal persoon zoals ik die graag samenwerkt en het liefst met mensen om zich heen is. De eerste week was ik dan ook voornamelijk mijn tijd aan het uitzitten en aan het wachten tot mijn vriend thuis kwam van zijn werk. Ik besefte dat het wellicht in mijn voordeel zou moeten werken dat hij niet thuis werkt omdat het anders alleen maar nog moeilijker zou zijn om me te concentreren op mijn werk. Toch merkte ik dat ik voornamelijk uren naar mijn computerscherm aan het staren was, kijkend naar plattegronden en doorsneden, hopende dat er op magische wijze een hoop vooruitgang geboekt zou worden. In een poging om te ontkomen aan de geconstateerde instrumentalisering van de architectuur, heb ik mezelf gewend tot een escapistische oefening. Als een ontsnapping aan de hectiek en overprikkeling van de hedendaagse maatschappij tracht ik de spirituele essentie van het Zen ritueel te weerspiegelen in een ontwerp.

Toen 23 maart het kabinet aankondigde dat de termijn voor het verbod op alle bijeenkomsten werd verlengd tot 1 juni viel het besef dat deze manier van werken nog wel even voortduurt. Het gaat niet om een paar dagen doorzetten, maar eerder een paar weken of wellicht zelfs maanden. Ik realiseerde me dat dit om een andere aanpak vroeg waardoor ik mijn dagritme, of beter gezegd géén ritme, in heroverweging nam.
Waar ik voorheen enkel vijf stappen zette vanuit mijn mijn bed naar mijn studeer- annex was- annex kleedkamer om de rest van de dag achter de laptop plaats te nemen, viel ik terug op een gestructureerd dagschema waarbij ik me weer snel de oude hoopte te voelen. Ditmaal zonder werkafspraken of sociale activiteiten, maar met blokken waarbij het afstuderen wordt afgewisseld met een wandeling of het kijken van een serie op Netflix. Tijdens het evalueren van mijn dagritme merkte ik dat ik niet werd gestimuleerd door de ruimte waar ik mezelf de hele dag in bevindt. De hele dag naar een witte muur staren werkte niet bevorderlijk, waardoor ik besloot mijn studieruimte te upgraden. De plant werd van de woonkamer naar de werkkamer verplaatst en met een overgebleven tafelblad en een schraag breidde ik mijn bureau uit zodat ik naar buiten kan kijken. Op deze manier breng ik toch wat meer de levendigheid terug die normaal gesproken op vloer 5 in Vertigo te vinden is. Bijkomend voordeel is ook dat nu het wasmiddel en strijkijzer niet meer op de achtergrond staan bij het videobellen, maar de boekenkast. Oogt toch wat professioneler niet?

cover

Vrijdag 27 maart
Ondertussen heeft ieder van ons zijn of haar ritme zo goed mogelijk opgepakt. De boeken van het groepsonderzoek zijn geprint en liggen bij een van onze groepsgenoten thuis klaar. Verspreid over de dag kunnen we deze afzonderlijk van elkaar ophalen om groepsvorming te voorkomen. Er wordt zelfs een Google Doc spread voor aangemaakt. Met het boek in handen, volgt ‘alleen’ het uitwerken van het individuele project van het afstuderen nog. We durven nu voorzichtig vooruit te blikken naar de deadlines die in het verschiet liggen. De individuele groen licht presentatie over een paar weken zal online moeten plaatsvinden, wat wellicht als generale repetitie kan dienen voor het afstuderen zelf. Het is het nog onzeker of deze online of wellicht toch gewoon op de universiteit gaat plaatsvinden. Maar een ding is zeker, de goede achtergronden zijn dan vast gevonden, en manieren om huisgenoten (mens en dier) buiten de kamer te houden ook.

Enkele gerelateerde artikelen