Met Datapolis, een hyperscale datacenter voor Rotterdam dat deel uitmaakt van een stedenbouwkundige interventie, onderzoekt Justin Agyin op welke wijze de stad zich opnieuw kan verbinden met het water in de voormalige havengebieden.
Kan je je onderwerpkeuze kort toelichten?
Vanuit de afstudeerstudio kregen we Rotterdam als onderzoeksgebied en de ruimtelijke interactie tussen water en de stad als onderzoekslijn mee. Vanuit historisch onderzoek naar Rotterdam kwam Katendrecht voor mij naar voren als een merkwaardige episode in de ontwikkeling van de stad, omdat het sociale beheer van de stad expliciet gekoppeld werd aan de geïsoleerde opzet van de wijk: een eiland op een schiereiland. Bovendien werd deze isolatie van de wijk middels sociale en politieke mechanismen doelbewust in stand gehouden. Tegenwoordig is Katendrecht een locatie die volop in ontwikkeling is, maar dit proces heeft zich nog niet volledig (fysiek) uitgekristalliseerd. Ik was geïnteresseerd in hoe dit duale karakter ruimtelijk met elkaar in verband gebracht kon worden middels strategische gebouwvoorstellen in het gefragmenteerde stedelijk weefsel van Katendrecht. Daarnaast raakte ik tijdens mijn afstuderen geïnteresseerd in datacenters die enerzijds de fysieke uitdrukking zijn van de ‘schaduwwereld’ achter de schermen die we dagelijks voor onze neus hebben, en anderzijds datacenters als onderdeel van een hedendaagse vorm van industrie en hoe dit ruimtelijk in verband gebracht kan worden met de (voormalige) havenindustrie.
Benoem het sleutelmoment in je afstudeerproject
Het sleutelmoment werd gevormd door mijn eerdere resolute afwijzing voor enig publiek programma in het ontwerp bij te stellen en publiek programma juist wel op een zeer bewuste manier te introduceren. Door naast het ongenaakbare publieke plein in de Central Void ook een zwembad, auditorium, restaurant en ‘wachttoren’ met kantoren toe te voegen, ontstond er een veel rijkere interactie tussen het interieur en het exterieur van het gebouw. En door deze vier programma’s ook manifest te maken in het ontwerp kreeg het gebouw meer expressie en ontstond er een meer expliciete relatie tussen het gebouw en de stad.
Project tekst
Datapolis maakt deel uit van een stedebouwkundige interventie die exploreert op welke wijze Rotterdam zich opnieuw kan verbinden met het water in de voormalige havengebieden. Vijf architectonische objecten die in en rond Katendrecht geplaatst worden verkennen de ruimtelijke interactie tussen architectuur-kade-water die specifiek is voor het schiereiland. De vijf gebouwen brengen de morfologische fragmenten en programmatische domeinen van Katendrecht met elkaar in contact en nemen daarbij verschillende posities in ten opzichte van de historische kern. Samen vormen ze een ensemble dat zich beweegt van de kern naar buiten, van land naar water, van morfologie naar autonomie.
De westwaartse verplaatsing van havenactiviteiten heeft ertoe geleid dat de haven geen integraal onderdeel meer is van het dagelijks leven. Op de vrijgekomen havengebieden ontstond hierdoor de mogelijkheid voor de stad om nieuwe relaties met het water aan te gaan, hetgeen resulteerde in grootschalige postindustriële gebiedstransformaties. Dergelijke ontwikkelingen hangen veelal samen met het historisch gegroeide karakter van de locatie waarbij architectonische relicten fungeren als dragers van de identiteit van de plek. Echter, ze verrijken het specifieke karakter van de locatie vaak op geen enkele manier.
Met zijn afmetingen en positie in de Maas confronteert Datapolis ons met de fysieke realiteit van de luchtige metafoor van cloud computing. Daarnaast toont Datapolis het ware gezicht van smart-city achtige ontwikkelingen en de Next Economy. Het 240 meter lange, 80.000 vierkante meter grote gebouw huisvest in een eenduidig architectonisch gebaar een hyperscale datacentercampus. Daarmee is het een directe uitdrukking van de groeiende honger naar data als de olie van de 21ste eeuw met onze privacy als valuta.
Hoewel de groei in omvang en aantal van datacenters in Nederland positieve economische vooruitzichten biedt, betekent de ‘verdozing’ van het landschap en de ‘verstedelijking’ van datacenters dat ze een steeds groter ruimtelijk vraagstuk worden. De vraag is daarbij hoe datacenters beter kunnen worden geïntegreerd in het publieke domein en hoe ze een integraal onderdeel kunnen worden van het stadsbeeld. In dit licht zou Datapolis kunnen dienen als een nieuw baken voor deze opkomende industrie. Als zodanig biedt het ontwerp nieuwe perspectieven op de stad en toont het vooruitgang als een algemeen gedeelde, collectieve ambitie. Aspecten die onderdeel zijn van het metropolitane karakter van Rotterdam dat zich parallel ontwikkelde aan de ontwikkeling van haar moderne haven na 1890. Dit krijgt in het ontwerp gestalte door een openbare route die het gesloten karakter van het datacenter openbreekt en zo vier openbare functies verbindt. Daarnaast is een publiek plein in de vorm van een Central Void geïntroduceerd te midden van wat enkele van de meest exclusieve gebouwen van deze tijd zijn, waarmee Datapolis een publiek toegankelijk datacenter wordt.
Naam
Justin Agyin
Opleiding
TU-Eindhoven, Architectuur
Begin afstuderen
Mei 2018
Klaar met afstuderen
Juni 2019
Wat doe je nu
Ik ben werkzaam als bij het Architectuur Instituut Rotterdam (AIR) en bij de Technische Universiteit Eindhoven. Daar kan ik de interesses in stedelijke en maatschappelijke ontwikkelingen die tijdens mijn afstuderen naar voren kwamen verder uitdiepen.
Wat hoop/wil je als ontwerper in de nabije en/of in de verre toekomst bereiken?
Door te gaan met het combineren van onderzoek en ontwerp om zo ruimtelijke thema’s te agenderen en de ruimtelijke consequenties van maatschappelijke ontwikkelingen in beeld te brengen middels ontwerpvoorstellen en tentoonstellingen.
Link naar afstudeerproject
Link naar video