Voor de herbestemming van de voormalige aardappelmeelfabriek van Coevorden bouwt Sarina Bleumink voort op de restanten van de fabriek. Daarbij worden woningen gerealiseerd door nieuwe bouwvolumes met specifieke functies en atmosferen te ontwikkelen.
Kan je je ontwerpkeuze toelichten?
De keuze voor een vervallen gevel, die voor mensen als beladen stuk erfgoed functioneert, komt voort uit mijn fascinatie voor vervallen muren. De fysieke sporen van gebruik en verwering evenals ruimtelijke sporen van voorgaande functies, blijven mij fascineren. Ik wil het verhaal vertellen van de fabriek en deze verhalen behouden voor de toekomst. Waarom zou je een gevel slopen, als deze kan dienen als fundament voor de toekomst? Op deze wijze behoudt de stad fysieke delen van haar geschiedenis, wat juist zo gewaardeerd wordt door haar bewoners.
Wat of wie zijn je inspiratiebronnen
Peter Zumthor / Rachel Whiteread / Gordon Matta-Clark / Iris van Herpen / Daan Roosegaarde. Ik haal inspiratie uit verschillende disciplines. Een overkoepelende thema is dat alles te maken heeft met een bepaalde ambacht en/of innovatie. Traditionele ambacht en innovatie leiden samen tot een vernieuwende ideeën en oplossingen.
Benoem het sleutelmoment in je afstudeerproject
Toen ik tot de ontdekking kwam, dat er experimenten werden gedaan met de toepassing van zetmeel in beton. De bindende eigenschap van zetmeel wordt benut om cement te vervangen in traditioneel beton. Door deze ontdekking vielen er in één keer veel puzzelstukjes op hun plek. Ik zocht namelijk een materiaal waarmee ik eerlijk kon aansluiten op de gevel. Daarnaast is het zetmeel het oorspronkelijke product, wat in de voormalige aardappelmeelfabriek werd geproduceerd. Het zetmeel verbindt letterlijk alles met elkaar.
Project tekst
Bij de herbestemming van de voormalige aardappelmeelfabriek van Coevorden bouw ik voort op de restanten van de fabriek. Daarbij worden woningen gerealiseerd door nieuwe bouwvolumes met specifieke functies en atmosferen te ontwikkelen. De woning bemiddelt tussen twee posities; enerzijds het wonen en anderzijds de werkplaats. Mijn afstudeerproject zoekt het fysieke contact met de voormalige aardappelmeelfabriek De Centrale. Hier beschouw ik het heden en het verleden niet als elkaars tegenpolen, maar als aspecten van een continu voortschrijdend proces waaraan de mens zijn plaats in zijn sociale context ontleent. De essentie van het ontwerp ligt in het koesteren van herinneringen, patina en littekens.
Want het is een litteken in het stedelijk landschap van Coevorden, een ruïne met de status van oorlogsmonument, pal gelegen aan het Coevorden-Vechtkanaal. Het monument wordt getekend door fysieke sporen van gebruik en verwering. Ook de ruimtelijke sporen van het oorspronkelijk gebruik zijn voor een goede beschouwer nog steeds afleesbaar. Er dreigt al een tijdlang gevaar voor sloop van het monument en daardoor tegelijkertijd voor verlies van het collectieve geheugen.
De oorspronkelijke aardappelmeelfabriek wordt gedefinieerd door een kamer structuur waarbij elke kamer zijn eigen fysieke aanwezigheid en constructietypologie heeft. Door voort te bouwen op de fundamenten van de fabriek bouw ik voort op deze structuren die door hun overmaat geschikt zijn voor een bewoner met een ambachtelijk beroep. De aardappelmeelfabriek was vroeger een plek van fysieke arbeid met daarnaast gelegen arbeiderswoningen. Het collectieve geheugen van de fabriek wordt gedragen door de kinderen van de voormalige arbeiders die nog steeds in deze woningen wonen. Hun herinneringen aan vroeger zijn zeer persoonlijk en hebben een absorberend vermogen voor nieuwe bewoners. Met mijn ontwerp hoop ik dat men zich onderdeel voelt van een groter verhaal, dat een toekomst én een verleden heeft.
Ook met de materialisatie wordt een relatie met het verleden gelegd. Het aardappelzetmeel wordt als biobased bindmiddel toegevoegd aan de vermalen bakstenen van de voormalige fabriek en verwerkt tot zetmeelbeton. Tektonisch is het materiaal evident beton, tegelijkertijd is het ambigu door zijn atmosferische kwaliteiten en de manier waarop de houten bekisting zijn afdruk achterlaat. Het hout voor de bekisting is afkomstig van bomen rondom Coevorden. Na de kap worden de bomen op traditionele wijze gewaterd, benut als bekisting en vervolgens hergebruikt in de gevel. Het gehele bouwproces vraagt om een specifieke rol van de architect. Het is een samenwerking van lokaal enthousiasme en ontwikkelingsdrift. Alle bouwmaterialen worden per schip vervoerd, zodat het monument weer een fysieke betekenis krijgt binnen het stedelijk weefsel van Coevorden.
Naam
Sarina Bleumink
Opleiding
ArtEZ Academie van de Bouwkunst
Begin afstuderen
September 2017
Klaar met afstuderen
December 2018
Wat doe je nu?
Ik werk als architect bij MIX architectuur.
Wat hoop/wil je als ontwerper in de nabije en/of in de verre toekomst bereiken?
Als ontwerper streef ik naar onderscheidende architectuur met een eigen verhaal en karakter. Hierbij hoop ik altijd betrokken te zijn bij het maken, hier haal ik veel voldoening en inspiratie uit.