Feature

Shanghai na COVID-19: global city en bouwen voor de buurt

De wereld is een dorp. Dankzij wijdvertakte netwerken kon het coronavirus in slechts enkele weken de hele wereldeconomie lamleggen. Uitbraken zijn wellicht een terugkerend fenomeen. In hoeverre kunnen architecten en stedenbouwers een rol spelen in het beheersbaarder maken van soortgelijke rampen? Gaat Shanghai haar stadsplanning aanpassen naar aanleiding van de corona-crisis?

drone foto van afbraak oude volksbuurt in Shanghai

De coronacrisis is aangegrepen om enkele van de steeds schaarsere oude volksbuurten te slopen om plaats te maken voor alweer een shopping-mall en torens / drone foto Harry den Hartog

Terwijl wereldwijd de zorgen over de dramatische gevolgen van COVID-19 op de samenleving toenemen, lijkt men in grote delen van China de draad voorzichtig weer op te pakken. Afgelopen dagen zijn veel maatregelen stapsgewijs versoepeld en – hoewel ik elke ochtend toch nog onrust en stress voel – lijkt in het dagelijks leven op het eerste gezicht alsof er niets gebeurd is. Dat laatste is wellicht een nog grotere vervreemding, enkele weken geleden was alles hier nog in oorlogsstemming.
De stress die er bij mij nog is bestaat enerzijds uit bezorgdheid over familie en vrienden in Nederland en anderzijds omdat het hier in China opnieuw mis kan gaan. Mijn bewegingsvrijheid is overigens nog altijd beperkt, ik mag op dit moment de stad niet uit, en werk grotendeels online vanuit huis – maar loop wel dagelijks een uur of langer buiten in de stad rond, want dat kan wel.

Korte termijn gevolgen
Het grote ‘voordeel’ was dat de uitbraak hier tijdens Chinees nieuwjaar plaatsvond waardoor de meeste mensen bij familie waren met grote voorraden levensmiddelen. Dit is niet onbelangrijk, het werk hoefde namelijk niet stilgelegd te worden, de lockdown werd een soort verlenging van de vakantie. Bovendien was er tijd om psychologisch sneller gewent te raken aan de nieuwe situatie. Maar dit weegt niet op tegen de gevolgen van de corona-uitbraak. Los van de dramatische hoeveelheid slachtoffers en grote economische gevolgen zijn er ook ruimtelijke gevolgen. Deze zijn te onderscheiden in nu al duidelijke gevolgen voor de korte termijn en nog ongewisse gevolgen op een langere termijn.

Wat frappeert is dat veel mensen in China zelfverzekerd zijn en denken dat alles goed geregeld en veilig is. Shanghai loopt hierin voorop. Maar gezien het gebrek aan transparantie heb ik twijfels en blijf alert. De Chinese samenleving is nog meer dan voorheen een gecontroleerd systeem aan het worden, waar informaliteit en spontaniteit in de openbare ruimte in versneld tempo aan het verdwijnen is en steeds meer camera’s toezicht houden.

Opvallend is dat in het straatbeeld op dit moment vooral de welvarende middenklasse overheerst. Fietskarren met opgestapelde kartonnen dozen en de markt op de hoek zijn nog niet of nauwelijks teruggekeerd. Ik vraag me af of dit nog gaat gebeuren. Het informele past niet binnen de ambities van de bestuurders van Shanghai die de stad liefst willen veranderen in een uitvergroting van Singapore. In voorheen autovrije straten staan nu plotseling veel auto’s geparkeerd en ik zag zelfs auto’s in enkele parken. Veel parken zijn sowieso beperkt toegankelijk met verplichte identificatie en gedeeltelijke afsluitingen.

straatbeeld Shanghai zonder informele activiteiten

De corona-crisis wordt ook aangegrepen om in versneld tempo informaliteit uit het straatbeeld te verwijderen en winkels dicht te metselen / foto Harry den Hartog

In de meeste steden in China was de luchtvervuiling tijdelijk drastisch gedaald, maar dit is al weer flink aan het stijgen omdat het autoverkeer enorm aan het toenemen is. Er staan zelfs al weer vrij veel files. Het lijkt er bovendien op dat veel mensen liever (meestal alleen) per auto door de stad rijden om de drukte in het openbaar vervoer te vermijden. De nadruk op autoverkeer is waarschijnlijk tijdelijk van aard omdat de stad Shanghai ambieert de luchtkwaliteit te verbeteren en stevig investeert in openbaar vervoer.

Compartimentering
Een belangrijke reden voor de vooralsnog succesvolle lockdown komt denk ik omdat er in China een zeer sterke mate van gemeenschapszin bestaat terwijl in West Europa individualisme en een zekere mate van vrijblijvendheid wordt gekoesterd. Beide hebben hun voor- en nadelen. Niet onbelangrijk is dat de Chinese stadsplanning een aantal elementen in zich heeft waardoor het relatief makkelijker is om een strikte lockdown te realiseren en te handhaven, zoals de ruimtelijke opdeling in buurteenheden als stedenbouwkundige bouwsteen en basis voor gemeenschap.

Analoog aan de drastische herstructurering van Parijs door Baron Haussmann, bedoeld om het aanzien van de stad en leefkwaliteit te verbeteren en bovenal om sociale onrust de kop in te kunnen drukken, is ook in de Chinese steden drastisch ingegrepen. Hoewel het idee van de stad als verzameling dorpen veel verder teruggaat in de Chinese samenleving, is het vooral sinds Mao verder gesystematiseerd. Sinds 1949 zijn Chinese steden gereorganiseerd in werkeenheden, het danwei-systeem: fabrieken of staatsboerderijen in staatseigendom organiseerden huisvesting en alle voorzieningen in communaal verband. Ruimtelijk vertaalde dit zich in gestandaardiseerde woonbuurten (de ‘xiaoqus’) grenzend aan of op het terrein van de fabriek of boerderij waar men werkte. De xiaoqus zijn in het stedelijk weefsel duidelijk herkenbare wooncomplexen met een collectieve vorm van beheer. Doorgaans zijn deze xiaoqus afsluitbaar, al is hier vanuit stedenbouwkundig en maatschappelijk oogpunt veel kritiek op geweest afgelopen decennium. Hoewel het danwei-systeem sinds de jaren ’90 verdween, bleven de xiaoqus- en bijbehorende buurtcomités bestaan, zij het in gewijzigde vorm, en in de hedendaagse stedenbouw is dit nog altijd een leidend principe; het zijn de cellen waaruit Chinese steden zijn opgebouwd.

Entree van een woonbuurt xiaoqu met aangescherpte toegangscontrole / foto Harry den Hartog

De buurtcomités regelen het beheer en veiligheid, maar dragen ook zorg voor sociale cohesie en ‘gemeenschapsgezondheid’ zoals zorg voor bejaarden en kinderopvang. In de luxere xiaoqus zijn sommige taken uitbesteed aan gespecialiseerde bedrijven. De laatste twee decennia is de schaal per buurteenheid flink opgerekt. De meeste xiaoqus tellen al snel enkele duizenden inwoners en de grootste buurt hier in Shanghai heeft ruim 100.000 inwoners, weliswaar met een gemiddelde bouwhoogte van twintig verdiepingen.
Naast het werk van door de overheid betaalde werknemers, zijn er ook vrijwillige taken, zoals het beheer van de buitenruimte. Om decentralisatie te bevorderen (een gevolg van het tweesporenbeleid en om overheidsuitgaven te beperken), stimuleert de nationale regering de laatste twee decennia de ‘nieuwe stijl’ xiaoqus, om bewoners meer vindingrijk en zelfvoorzienend te laten zijn. Hierdoor beginnen steeds meer xiaoqus semi-commerciële functies te ontwikkelen. Dit kan een collectieve sportvoorziening, kleuterschool of groen zijn, veelal ook van buitenaf toegankelijk voor anderen.

Elementen van dit stedenbouwkundige principe zien we ook bij de Opbouw en de ontwerpen van Lotte Stam-Beese voor Pendrecht en Hoogvliet en komen indirect voort uit de Russische stedenbouw. Maar eigenlijk gaan ze nog veel verder terug, onder andere naar de collectiviteitsideeën van Ebenezer Howard. Het Chinese systeem is daarentegen semi-gesloten wat garant staat voor een mate van controle, maar ook voor een mate van zekerheid en zorg, die hier ook nodig is omdat er geen collectief financieel vangnet bestaat. Naast het vasthouden en versterken van de gemeenschapszin bewijst dit systeem ook dat er zeer snel geregeerd kan worden op bijvoorbeeld een virus, door in mum van tijd een absolute lockdown te realiseren, waarbij iedereen zijn of haar taak heeft en weet. Bewoners worden bij de poort gecontroleerd op identiteit en lichaamstemperatuur. Binnen de buurt zelf is grote sociale controle, vooral in de kleinere xiaoqus. Op bezoek bij vrienden in een andere xiaoqu is, in een aantal gevallen, vanwege de sociale controle nu even niet mogelijk. Het netwerk van buurtcomités staat ook garant voor een snelle communicatie, hoewel in de praktijk de regels per buurt soms verschillen.

 

informele straatverkoop in Shanghai

Een van de weinig teruggekeerde straatverkopers op dit moment / foto Harry den Hartog

Door stedenbouwkundigen uit binnen en buitenland is de afgelopen jaren veel kritiek geweest  tegen de compartimentering van Chinese steden in buurteenheden (onder ander door mezelf, zie Shanghai New Towns). De kritiek betrof met name de muren en hekken rondom de xiaoqu die een ‘open samenleving’ in de weg zouden staan en er bovendien voor zorgen dat je vaak heel ver moet omlopen. Mijn eigen woonbuurt heeft bijvoorbeeld heeft drie entrees – waarvan er twee nog steeds zijn afgesloten sinds de uitbraak.
Er zijn naar aanleiding van deze kritieken door de centrale overheid in Beijing (vrijblijvende) richtlijnen uitgeschreven om voor nieuwe woonbuurten de fysieke barrières transparanter te maken en de schaal van de woonbuurten te verkleinen. In de praktijk zijn deze richtlijnen nog niet op veel plekke nagevolgd en ik schat in dat deze bij veel Chinezen toch al niet zo geliefde richtlijnen mogelijk zelfs worden teruggedraaid. De fysieke begrenzingen geven namelijk een gevoel van veiligheid en identiteit, en het garandeert de vastgoedwaarde als niet iedereen zomaar naar binnen kan lopen, vooral als er veel panden leegstaan.

In China is het trouwens niet altijd de centrale overheid maar zijn het vooral ook de lokale overheden en buurtcomités die de meeste invloed hebben op hoe je dagelijkse leven er uit ziet. Iedere buurt doet nu ook haar uiterste best om zo goed mogelijk voor de dag te komen in de bestrijding van het virus. Ook steden lijken in competitie met elkaar om zo laag mogelijke aantallen nieuwe patiënten te presenteren, wat niet altijd ten goede komt aan de betrouwbaarheid en openheid qua data zoals bijvoorbeeld de aantallen besmettingen.

autoluwe winkelstraat in Shanghai, nu met geparkeerde auto's

Twee rijen langsparkeren in voorheen autoluwe winkelstraat zonder parkeren / foto Harry den Hartog

Lange termijn gevolgen
Belangrijker dan de korte termijn zijn de lange termijn gevolgen die een ‘nieuw normaal’ zullen definiëren. Deze crisis, zo is nu al duidelijk geworden, wordt aangegrepen om de invoering van nieuw beleid te bespoedigen.
Het drie jaar geleden vastgestelde nieuwste masterplan voor de stad Shanghai heeft als ondertitel ‘Striving for an Excellent Global City’, in dit plan wordt de ambitie uitgesproken om steden als Singapore, Tokyo en New York te evenaren. Een van de maatregelen die het stadsbestuur voor ogen heeft is om informaliteit, zoals straatmarkten en verouderde wijken waar veel uit rurale gebieden afkomstige migranten wonen, te minimaliseren. Het lijkt er sterk op dat tijdens de crisis en ook komende weken deze ambitie versneld uitgevoerd wordt, gezien een toename aan sloopactiviteiten in de stad (zie drone-foto). Hiermee samenhangend zal de kloof tussen arm en rijk, en tussen stad en land nog verder toenemen.

Smart City-technologieën, zoals het gebruik van drones en robots, tracering via telefoongegevens, gezichtsherkenning, etc. zullen in versneld tempo worden toegepast. Als gevolg van de uitbraak kreeg iedereen in Shanghai (en veel andere steden) een persoonlijke QR-code. Deze staat onder de Alipay-app op je telefoon en bevat onder meer gegevens over je lichaamstemperatuur en waar je de afgelopen twee weken bent geweest, naast – uiteraard – je identiteitsgegevens. Naar de code wordt gevraagd bij het bezoeken van grotere stadsparken, musea, grotere restaurants en andere plaatsen waar normaal gesproken veel mensen samenkomen. Het idee is dat als iemand met het corona-virus is besmet, men snel alle contacten kan traceren. Aangevuld met de al vele camera’s die overal hangen, is absolute controle dichtbij. Dit geeft (althans mij) een nogal beklemmend gevoel, al kan het zoals in de huidige situatie ook voordelen hebben. Tegelijkertijd voel ik op straat ook een grotere solidariteit, versterkt door de mondkapjes die hier gangbaar zijn vanwege de onvermijdelijke mensenmassa’s hier.

entree metro Shanghai

entree metro / foto Harry den Hartog

Voor sommige mogelijke gevolgen is het koffiedik kijken. De toename van online diensten en online werken kan mogelijk resulteren in een afname in de bouw. Door speculatiebouw en leegstand waren veel gebouwen voor de crisis al fysiek overbodig. Maar op dit moment zie ik dat er op bouwplaatsen in de stad al weer veel activiteiten zijn en hoor links en rechts over nieuwe grote bouwprojecten, want het oude idee is nog steeds dat nog meer vierkante meters noodzakelijk zijn voor de economie en werkgelegenheid. Deze week stond er in de krant dat er nog dit jaar niet minder dan 27 nieuwe shopping malls in Shanghai zullen worden opgeleverd, terwijl er al een overschot is hieraan!

Onduidelijk is of de sterke opkomst van flexwerkplekken en deelkantoren toe zal nemen of juist kelderen, omdat delen ook een risico vormt nu. Hetzelfde geldt voor het systeem van deelfietsen. Het valt op dat vrijwel niemand fietst op dit moment.

Een interessante vraag is of er een aanwijsbare relatie is tussen stedelijke dichtheid en snelheid van virusverspreiding. Als we de statistieken van de Chinese overheid mogen geloven is de verspreiding in extreem dichtbebouwde Chinese steden eerder lager dan hoger als we dit zelf vergelijken met minder dichtbebouwde steden elders. Dit kan deels verklaard worden door de beschreven ruimtelijke compartimentering en buurtorganisatie. Sommige collega’s vermoeden echter dat wonen op het platteland aantrekkelijker zal worden. Anderen (waaronder ikzelf) hebben daar bedenkingen over. Het prijzen van de platteland maakt namelijk onderdeel uit van het onlangs ingevoerde beleid om het economisch achtergebleven platteland te stimuleren door daar flink te gaan bouwen, wat er meestal op neer komt dat bestaande dorpen worden gesloopt en vervangen door compacte gestapelde woonvormen, dikwijls zonder al te veel respect voor bestaande cultuurhistorische of landschappelijke waarden.

jongeren bij hip koffiehuis in Shanghai

Zelfverzekerde middenklasse jongeren bij een hip koffiehuis afgelopen woensdag tijdens de lunch / Harry den Hartog

Moment van reflectie
Vandaag is er op straat in Shanghai echter nog weinig echte verandering te zien, behalve dat iedereen mondkapjes draagt en er overal handontsmetters klaarstaan, thermometers, gezichtsherkenning en camera’s. Uitgezonderd de beschreven lange termijn gevolgen lijkt op het eerste gezicht dat alles hier snel wordt zoals voorheen. Dat is fijn maar ook wel weer jammer, want zijn we nu niets wijzer geworden?

De erfenis van de SARS crisis is dat er nieuwe bouwregelgeving is ingevoerd voor ventilatie en airconditioningsystemen in publieke gebouwen. Wat zal er nu echt gaan veranderen na COVID-19? De eerste signalen die ik hier opvang zijn enigszins teleurstellend, behalve dat de overheid gigantische hoeveelheden geld beschikbaar stelt voor infrastructurele verbeteringen. Ik hoor uit verschillende bronnen dat zeer waarschijnlijk een deel hiervan besteed zal worden aan groeninfrastructuur, verbetering van waterkwaliteit en zorg voor voedselveiligheid, dat is mooi. Maar het overgrote deel van het geld zal zeer waarschijnlijk verdwijnen naar 5G netwerken, havens en nieuwe vliegvelden. De economie moet zo snel mogelijk weer gaan draaien, op dezelfde traditionele wijze, en de crisis wordt vooralsnog gezien als hinderlijke onderbreking in de gewenste groei.

Het is wellicht nog te vroeg om te oordelen en hopelijk komen er nog andere inzichten. De vraag of en hoe architecten en stedenbouwers een rol kunnen gaan spelen in het meer beheersbaar maken van soortgelijke rampen zullen we komende maanden binnen de academische muren van onze universiteit bestuderen. Ik hoop in ieder geval dat er nieuwe prioriteiten worden gesteld voor de toekomstige ontwikkeling van onze steden en landen, waar economische zorgen (hoewel belangrijk) niet allesbepalend zijn en meer internationale samenwerking en open informatiestromen kunnen ontstaan zodat we beter voorbereid zijn op wat ons nog te wachten staat met voortaan een meer inclusieve responsieve aanpak.

Enkele gerelateerde artikelen