Andreas Mulder stelt met zijn afstudeerproject een nieuwe manier van stedenbouw voor waarbij de distributie van goederen in een stad wordt herdacht met als doel de stad weer leefbaar te maken.
Kan je je onderwerpkeuze toelichten?
De onderwerpkeuze is gevormd door de dagelijkse fietstochten die ik in Amsterdam maak. Tijdens deze fietstochten heb ik mij verwonderd over de impact van de logistiek op de leefbaarheid van de stad. Dat begint als persoon op de fiets met af en toe de stoep op en af rijden maar eindigt met een blok om rijden tot bijna aangereden worden. De problemen en ongelukken die voortkomen uit al dit goederenverkeer maken dusdanig onderdeel van ons dagelijkse leven uit dat ze een blinde vlek op het netvlies van de stedeling vormen. Juist de noodzaak van logistieke bevoorrading maakt deze impact zo moeilijk oplosbaar. Aan de ene kant willen we namelijk allemaal ons bestelde pakketje dezelfde dag in huis hebben, een drankje op het terras kunnen nuttigen en op het kantoor kunnen printen. Aan de andere kant willen we veilig kunnen fietsen en in een gezonde en veilige omgeving kunnen wonen. Deze trends wilde ik verenigen in een nieuwe manier van stedenbouw met Amsterdam als uitwerkingscasus.
Wat of wie zijn je inspiratiebronnen?
Voor mij hebben de bezoeken met 1 op 1 ontmoetingen in buitenlandse steden heel erg geholpen om een referentiekader op te bouwen rondom de problematiek van mijn afstudeeronderwerp. Met Martin Aarts heb ik door Berlijn gelopen en heb ik zo mijn afstudeeronderzoek breder kunnen positioneren. Met Marco Mazzarino, professor logistiek en stedenbouw bij IUAV heb ik een interessant interview gehad over de stedenbouwkundige en logistieke problematieken die in Venetië spelen. Daarnaast ben ik in Aarhus geweest waar ze prachtige plekken aan het water hebben gecreëerd. Deze sfeer heb ik tevens proberen te verwezenlijken in de uitwerking van mijn afstudeeronderzoek.
Benoem (en beschrijf kort) het sleutelmoment in je afstudeerproject.
Halverwege mijn afstudeeronderzoek werd ik gewezen op een lezing van Jeremy Rifkin. De econoom schetste tijdens een lezing in 2018 heel duidelijk hoe de economie van de 21e eeuw eruit zou kunnen zien. Hij vertelt onder meer dat de fundamenten die we in de 20e eeuw gelegd hebben lang niet altijd meer toereikend zijn voor de vraag en mogelijkheden die zich in de 21e eeuw aandienen. Voor mij was dat ook het moment waarop mijn voorgestelde systeemomslag voor Amsterdam een hele logische bleek te zijn. Tevens heb ik daarna mijn afstudeeronderzoek als generieke ontwerptool kunnen positioneren voor andere steden in Europa, het ‘Liveable City Model’. Daarmee ontstijgt het de problematiek die in Amsterdam speelt.
Projecttekst
Wereldwijd staat de leefbaarheid van steden onder druk. De verschuiving van een industriële productie-economie naar een dienstverleningseconomie heeft een wereldwijde migratie naar de stad tot gevolg. De zogenoemde kenniseconomie voltrekt zich voornamelijk in stedelijk gebied waardoor steden groter, drukker en populairder worden. Prognoses van de Verenigde Naties voorspellen dat in 2050 circa 70 procent van de wereldbevolking in steden zal leven. Deze toenemende urbanisatie leidt, als er niet wordt ingegrepen, tot drukkere steden, krapte op de woningmarkt, meer CO2–uitstoot, verkeerscongesties, logistieke problemen, massatoerisme en een verminderde volksgezondheid.
De leefbaarheid die onder druk staat is een generiek probleem; alle steden in Europa hebben er mee te maken. Om deze problematiek te lijf te kunnen gaan is een nieuw perspectief op de stad nodig. In dit project is uitgegaan van de trends die een waarneembare duurzame en toekomstgerichte levensstijl laten zien. De stad functioneert hierin als huiskamer van de stedeling: alle voorzieningen zijn in de nabijheid, er is sprake van een groeiende fietscultuur, het autobezit daalt, het OV-gebruik stijgt en de roep om een groene en gezonde leefomgeving neemt toe. Om deze duurzame levensstijl te faciliteren is per stad een specifieke oplossing nodig.
Voor Amsterdam ligt de oplossing in een systeemomslag van de stadsdistributie. Waar het vooroorlogse deel van Amsterdam gebouwd en gedimensioneerd is op de paard en wagen, wordt het nu gebruikt door grote zware vrachtwagens. Dat heeft vooral negatieve en kostbare gevolgen: veel CO2-uitstoot, geluidsoverlast, verkeersongevallen en materiële schade aan kades en bruggen. Deze problematiek zal alleen maar erger worden aangezien verwacht wordt dat de logistiek wereldwijd met circa 400% zal groeien. De huidige infrastructuur in Amsterdam is hiertoe ontoereikend. Op deze wijze is een leefbare stad van de toekomst niet mogelijk.
Mijn ontwerp gaat uit van een systeemomslag in de stadsdistributie van land naar water, waarbij de goederenstromen van grof naar fijnmazig (respectievelijk vrachtwagen – goederenboot – kleinschalig elektrisch vervoer) geregisseerd worden via logistieke hubs. Deze logistieke hubs, onderverdeeld in stadshubs en wijkhubs, voeren de regie over de logistieke stromen en daarmee ook over de leefbaarheid van de stad. Deze nieuwe wijze van stadsdistributie maakt het mogelijk om een leefbare stad van de toekomst te ontwikkelen en creëert ruimte voor de duurzame levensstijl van de 21e eeuw.
Naam
Andreas Mulder
Contactgegevens
andreas.mulder@outlook.com
Opleiding
Academie van Bouwkunst Amsterdam
Afstuderen
September 2018 – september 2019
Wat doe je nu?
Ik werk nu als ontwerper bij Ruimte & Duurzaamheid bij de gemeente Amsterdam. Daar werk ik aan de Haven-Stad ontwikkeling aan de westkant van Amsterdam. Het is een groot project met een interessante zoektocht hoe een leefbare stad van de toekomst er uit kan zien. Tevens hou mij bezig met de integratie van multifunctionele hubs in Haven-Stad.
Wat hoop/wil je als ontwerper in de nabije en/of in de verre toekomst bereiken?
Stedenbouw is een vak van de lange adem, daarom zou ik het leuk vinden als ik op enig moment door een concreet stuk stad kan lopen waar ik aan bijgedragen heb. Daarnaast vind ik de internationale context ook spannend om te verkennen aangezien de contrasten in buitenlandse steden vaak veel groter zijn dan in Nederlandse steden.