Recensie

Stadbouwen in woelige tijden: Gare Maritime in Brussel

Gare Maritime in Brussel, gebouwd in het begin van de 20e eeuw, is een indrukwekkende constructie. De immense hal meet 140 bij 280 meter en wordt gevormd door zeven beuken over rijen gietijzeren kolommen. Onlangs is het voormalige goederenstation na jaren leegstand zorgvuldig gerestaureerd door Jan de Moffarts Architecten en nieuw leven ingeblazen door Neutelings Riedijk Architecten. Het architecturaal opmerkelijke project vormt het cruciale hart van de Tour & Taxis site die nog steeds verder uitgroeit tot een nieuw stuk stad.

Gare Maritime in Brussel

Gare Maritime in Brussel / foto Olaf Winkler

Derde leven
Brussel is in de eerste plaats geen stad van nieuwe gebouwen. Te midden van een dicht en soms alarmerend verouderd bouwweefsel zijn de meeste interventies gericht op conversie en vernieuwing. Tegelijkertijd biedt dit een kans om de stad als geheel aan te passen aan de huidige noties van gemengde functies en duurzame infrastructuur. Dit geldt des te meer voor grote binnenstedelijke industrieterreinen die hun functie de afgelopen decennia verloren zoals de Tour & Taxis site, een gebied met een rijke historie.

Vanuit Brussel ontwikkelde de familie Thurn und Taxis in de 16de en 17de eeuw een Europees postsysteem voor de Habsburgers. In die tijd graasden paarden voor de koetsen op de plaatselijke weiden, ten noorden nabij het stadscentrum, net aan de overkant van het in 1550 gegraven kanaal richting Noordzee. De oude gebouwen die nu op de site staan, stammen echter uit de tweede levensfase van het terrein. Meer dan dertig hectare grond direct aan de kanaalhaven deden vanaf 1900 dienst als douane- en stapelgebied ten behoeve van de continentale handel.

Met het Verdrag van Maastricht in 1993 kwam er een einde aan de douanefunctie en brak een derde levensfase aan, die nu in een stroomversnelling zit. Sinds 15 jaar zijn in het Koninklijk Pakhuis een 50-tal bedrijven gevestigd, waaronder media- en PR-bedrijven, verzekerings- en advocatenkantoren, maar ook een spa en restaurants. Het voormalig postgebouw is onlangs omgebouwd tot conferentiecentrum, en pakhuizen uit de jaren 1920 worden gebruikt voor evenementen en kleinere beurzen. Nieuwe kantoorgebouwen werden toegevoegd zoals een gebouw voor Leefmilieu Brussel (Cepezed/Samyn & Partners, 2014) en het Herman Teirlinckgebouw voor de administratie van de Vlaamse Overheid (Neutelings Riedijk, 2017). Voorts zijn op het terrein residentiële gebouwen voltooid (Jaspers-Eyers), in aanbouw (NoA, Sergison Bates, AWG) of staan in de planning, evenals nog meer kantoorgebouwen.
De drijvende kracht achter al deze projecten is de vastgoedontwikkelaar Extensa Group, de huidige eigenaar van de site. De ingrepen reiken tot buiten de grenzen van het Tour & Taxis-gebied. Een deel van de ontwikkeling betreft een park van negen hectare (Michel Desvigne / Bas Smet) dat zich uitstrekt richting de naburige wijk Laken. Een ander park, het Becopark aan het kanaal, zal in de toekomst de groene verbinding met het centrum van de stad vormen.

Gare Maritime / Neutelings Riedijk

Gare Maritime / Neutelings Riedijk / foto Olaf Winkler

Overdekte stad
In het midden van deze ontwikkelingen moet Gare Maritime niet als een apart project worden gezien, maar als een centraal element. Vanaf 1902 gebouwd als het toen grootste goederenstation van Europa, zal het gebouw met een nieuwe invulling in toekomst weer een cruciale rol op de site kunnen spelen. De mix van functies die men in het gebied nastreeft, zit ook in het gebouw zelf. Het projectprogramma bestaat voornamelijk uit kantoren maar bevat ook winkelruimtes en een foodhal met daartussen zoveel mogelijk overdekte openbare ruimte. Na eerdere voorstellen van verschillende architecten kreeg Neutelings Riedijk uiteindelijk de opdracht voor de transformatie. Hun doorslaggevende idee was om de gevraagde 45.000 vierkante meter oppervlakte voor kantoren en commerciële ruimte onder te brengen in twaalf compacte ‘paviljoenen’ die de gehele hoogte van de hal beslaan. Aan elke zijde van de hal staan er vijf.

De paviljoenen tellen drie verdiepingen plus nog een insteekverdieping waardoor het grootste deel van de imponerende ruimte van het voormalige stationsgebouw vrijgehouden en ervaren kan worden. Als mengvorm van boulevard en marktplaats – twee keer zo groot als de Grote Markt van Brussel – ontstaat een vrij te gebruiken ruimte waarin bijvoorbeeld al een basketbaltoernooi en een stripfestival plaats hebben gevonden. De nieuw ontstane kleinere straatjes lopen tussen de paviljoenen en onder kruisende trappen door. De Brusselse kunstenaar Henri Jacobs leverde ontwerpen voor acht vloermozaïeken en de landschapsarchitecten van het bureau Omgeving tien binnentuinen met een honderdtal bomen. Het resultaat is een stuk overdekte “stad waar het nooit regent”, zoals de architecten het zelf noemen.

Gare Maritime / Jan de Moffarts

Gare Maritime / Jan de Moffarts / foto Olaf Winkler

Duurzaamheid en materiaalrecycling
Ondanks zijn omvang straalt het project een vriendelijke sfeer uit. Dat is te danken aan de schaal van de paviljoenen, die bovendien via balkons naar de hal openen, en aan de bouwmethode. De nieuwe gebouwen zijn houten constructies van Cross Laminated Timber (CLT), wat ze een warme uitstraling geeft. Voor de gevelafwerking werd FSC-gecertificeerd eikenhout gebruikt waarvan de kleur aansluit bij het oude, slechts gereinigde en gerepareerde houten plafond van de hal. De keuze voor geprefabriceerde CLT-elementen heeft niet alleen de bouwtijd verkort. Het gebruik van mechanische verbindingen maakt het ook mogelijk om de gebouwen in de toekomst te demonteren en de onderdelen te hergebruiken.

Dit laatste verwijst naar het duurzaamheidsconcept dat een grote rol heeft gespeeld in ontwerp en planning. De architecten en de ontwikkelaars spreken van een energieneutraal gebouw dat volledig losstaat van het gebruik van fossiele brandstoffen. De energiebalans kan natuurlijk pas echt worden beoordeeld na tenminste een jaar gebruik met een volledige bezetting onder normale omstandigheden. Wat vaststaat, is dat niet de hal maar alleen de paviljoenen volledig worden verwarmd en gekoeld, wat met behulp van geothermische energie uit zes paar 140 meter diepe boorgaten gebeurt. Op het dak zijn 17.000 vierkante meter zonnepanelen geplaatst en in de grote glazen vlakken van de zuidgevel zijn kleine vierkante zonnecellen aangebracht die ook als zonwering dienen. De lichte houtconstructie van de paviljoenen leverde een besparing op nieuwe funderingen op. Oude kasseien uit het voormalig station werden afgevlakt en gerecycleerd voor de vloer van de hal. Daaronder liggen twee regenwaterreservoirs voor gebruik in de toiletten en voor irrigatie van de planten.

Gare Maritime / Jan de Moffarts

Gare Maritime / Jan de Moffarts / foto Olaf Winkler

Open structuur
Al deze duurzaamheidsaspecten springen bij een bezoek niet bijzonder in het oog. Bij het betreden van de grote hal en van de ruimte tussen de houten gebouwen ervaar je een soort verfijnd pragmatisme. Neutelings Riedijk onthoudt zich dit keer van het hen typerende plezier in het toepassen van ornamenten. Terwijl in andere ontwerpen deze ornamenten vaak een speelse laag toevoegen aan een complexe compositie van ruimtelijke volumes, volstaat in Gare Martime voor hen het patroon van de eikenhouten staafjes op de gevels van de paviljoenen. Dit is passend omdat het oude gebouw al de typische decoratie van de eeuwwisseling heeft. In de zorgvuldige restauratie door Jan de Moffarts Architecten is ze bewaard gebleven of, waar ze verloren was, op een ingetogen manier gereproduceerd.
De positionering van de nieuwe paviljoenen kan als een eerbetoon aan de oude architectuur gelezen worden. In hun heldere structuur en materialisatie volgen de paviljoenen het repetitieve ritme van de oude hal en onderstrepen zo het karakter en de traditionele monumentaliteit ervan.

Het resultaat is een visueel indrukwekkende ruimte – die naar levendigheid snakt. Op dat punt ligt de grootste uitdaging. In een stad als Brussel met een overaanbod aan kantoorruimte, kan (en moet) Gare Maritime met zijn architectuur zeker punten scoren. Enkele grote bedrijven hebben kort voor de voltooiing van de laatste werkzaamheden al hun intrek genomen, alleen is de pandemie op dit moment niet bepaald een duwtje in de rug voor een dergelijk project. Voor de winkelruimtes wordt het nog spannender dan voor de kantoren. Extensa, die enkele nieuwe gebouwen op de site aan andere bedrijven heeft doorverkocht maar op middellange termijn eigenaar van de site inclusief Gare Maritime zal blijven, wil nadrukkelijk geen traditioneel shoppingcenter in het gebied en zoekt naar huurders die zich richten op duurzaamheid. Bij de winkels net als bij de geplande foodhal, die een deel van de overdekte ruimte als terras zal gebruiken, bepalen verschillende factoren of ze in de toekomst voldoende klanten kunnen aantrekken.

Gare Maritime / Neutelings Riedijk

Gare Maritime / Neutelings Riedijk / foto Olaf Winkler

Heterogene locatie
Een van deze factoren is de stedelijke context, die in zijn heterogeniteit zeer ‘Brussels’ lijkt. Het centrum van de stad is dichtbij maar te ver om een snelle omweg naar de site te maken. Rondom liggen de wijken Laken en Molenbeek, waar het niet ontbreekt aan uitdagingen, en het industriehavengebied. Het nieuwe park trekt veel bezoekers, maar Gare Maritime heeft een groter publieksbereik nodig. Een van de belangrijkste tekortkomingen is voorlopig het openbaar vervoer. De metro ligt iets te ver weg en Extensa moest tot nu toe op eigen initiatief het bestaande bussysteem uitbreiden met een shuttle.
In de nabije toekomst verandert dit. Zo komt er onder andere een extra brug over het kanaal die voetgangers, fietsers en openbaar vervoer zal bedienen. Het uitzicht op de tegenoverliggende oever is ook om een andere reden interessant.

Pal tegenover Tour & Taxis ligt de Noordwijk waarvoor in de jaren zeventig een oud deel van de stad plaats moest maken. Destijds droomde Brussel van een monofunctionele kantoorwijk zoals La Défense in Parijs. Het getuigd van een volledig mislukte visie op de stad, waarop gebieden als Tour & Taxis vandaag met hun nieuwe, gemengde concepten een reactie op zijn. In de Noordwijk is men intussen met de verbouwing van verschillende kantoortorens begonnen waardoor eindelijk ook hier een mix van stedelijke functies zal ontstaan. Een nieuwe woonwijk direct aan de andere kant van het kanaal is al grotendeels opgeleverd, maar ligt nu nog steeds afgesneden van de rest van de stad. Ook vanuit dit perspectief bekeken biedt de nieuwe brug een kans; ze verbindt Tour & Taxis en de Noordwijk ook figuurlijk met elkaar, als directe buren die elkaar in de toekomst kunnen versterken.

Park TnT achtergrond noordwijk andere kant van kanaal FOTO April 2020 Birgit Martens

Park Tour & Taxis op de achtergrond Noordwijk andere zijde van kanaal / april 2020 / foto Birgit Martens

Urbane toekomst
Tour & Taxis en de veranderingen in de Noordwijk zijn daarmee ook een van de belangrijkste uitdagingen in de bredere Brusselse stadsontwikkeling. In de afgelopen jaren is het kanaal over een lengte van 14 kilometer (her-)ontdekt als de belangrijkste ontwikkelingszone van de stad. Op basis van het ‘Kanaalplan’ van Alexandre Chemetoff (2012) zal een groot aantal projecten de komende jaren een impuls geven aan de toekomst van Brussel in het geheel. Gekozen is voor een ‘zachte’ gentrificatie die door de beoogde functionele mix en projecten expliciet zwakkere bevolkingsgroepen insluit.

Tour & Taxis kan gelezen worden als deel van deze context waar verschillende doelgroepen samenkomen. De huurders op de site zijn niet alleen overheidsafdelingen en internationale bedrijven, maar ook een ecologische paddenstoelkwekerij, een circusschool en een grote meubelwinkel. Een deel van de appartementen is door de Regie der Gebouwen, een overheidsdienst, gekocht en in het voormalige douanegebouw, waar in de toekomst een hotel zal komen, werd net voor de nieuwe lockdown een tentoonstelling over computergames geopend. Gare Maritime zelf richt zich niet primair op de bewoners van de complexe wijken rondom, maar zal ook voor hen openstaan, zeker als er nog openbare functies bij zouden komen. En in de overdekte openbare ruimte is een breed gamma aan evenementen denkbaar.

Afgelopen zomer kon men op de site muziekevents, een bar en een drive-in-bioscoop bezoeken. Het park, een opmerkelijke samenwerking tussen private en publieke partijen, is al heel goed ontvangen door de inwoners van de omliggende woonwijken. Dat is ook te danken aan Parckfarm T&T vzw, die in het park en gedragen door en voor de buurtbewoners, fungeert als integrerend aanspreekpunt voor culturele en vrijetijdsprojecten. Niet ver ervan is door het OCMW (Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn) onlangs een industriegebouw net buiten de Tour & Taxis site omgebouwd naar een centrum voor – ook sociaal georiënteerde – bedrijven rond om het thema voedsel. Iets verder ligt de nieuwe Tivoliwijk, geïnitieerd door het Brussel Gewest met sociale en ecologische doelstellingen. Tussen Tour & Taxis en Tivoli zijn er bedrijven gevestigd die deel uitmaken van het industriële havengebied. Deze mengelmoes is zeker niet altijd zonder conflicten, maar juist zij kan er wel voor zorgen dat langs het kanaal een levendige stedelijke zone kan ontstaan.

Enkele gerelateerde artikelen