Feature

Twee-, drie-, vierdubbele doelstelling in Park Laagraven

De grond is schaars, de honger naar woningen groot, en dan is er ook nog de Verklaring van Davos over bouwcultuur. Waar en vooral hoe wordt het komende decennia een miljoen woningen gerealiseerd?

Park Laagraven / beeld Flux

Park Laagraven / beeld Flux

In de aanloop naar de verkiezingen gonsde de term ‘dubbele doelstelling’ door de vakdebatten. Een doelstelling die voor het eerst gold bij het programma Ruimte voor de Rivier dat zich richtte op waterveiligheid én een mooi landschap. Het legendarische programma dat fraaie projecten voortbracht, zijn budget niet overschreed en binnen de planning werd afgerond. Zo moet het ook bij de grote ruimtelijke opgaven waar er nu voor staan, is het idee. Want woningbouw is niet de enige opgave en de schaarse ruimte in Nederland kan maar een keer worden gebruikt, zoals een van de sprekers het verwoordt.

Toch ging het in de debatten opvallend vaak alleen over de woningbouwopgave en dan ook nog eens alleen over aantallen. Wat weer resulteerde in de nodige manifesten en blogs waarin termen vallen als ‘simplisme’ (Joks Janssen), ‘groenconsumptie’ en ‘ongelukken door haast’ (Flip ten Cate en Ben Kuipers). Andere ruimtelijke opgaven, zoals mobiliteit, biodiversiteit, stikstof, fijnstof, de klimaatopgave, de transitie van agrarisch gebied, en sociale menging moeten worden meegenomen in de woningbouwopgave, waarschuwen de schrijvers.

Ten Cate en Kuipers noemen de dubbele doelstelling niet, maar leggen wel een relatie met de wateropgave. Zij denken dat er meer ‘richting en geld’ van de rijksoverheid nodig is. De ruim een miljoen euro die met de Nationale Omgevingsvisie is uitgetrokken voor ‘ruimtelijke kwaliteit’ is volgens hen ‘volstrekt ontoereikend’ voor een integrale aanpak. Zij opperen iemand aan te stellen vergelijkbaar met de Deltacommissaris bij de wateropgave, ‘met bijbehorende organisatie en budgetten’.

Park Laagraven / beeld Flux

Park Laagraven / beeld Flux

Eerder, in zijn artikel Bouwcultuur: Elke ruimtelijke ingreep is een culturele daad (Archined 3-2-2020) legde Ten Cate al uit dat de door Nederland ondertekende Verklaring van Davos over Bouwcultuur verplichtingen schept. Een hoge ruimtelijke kwaliteit dient een van de centrale doelen te zijn in het vormgeven van de gebouwde omgeving, zelfs verplicht gesteld te worden voor alle activiteiten met een ruimtelijke impact. Bovendien dienen culturele waarden prioriteit te krijgen boven economische winst op korte termijn, aldus de Verklaring van Davos. Ten Cate noemt het ‘een verleidelijk streven naar een duurzame samenleving, die wordt gekenmerkt door een hoge kwaliteit van leven, culturele diversiteit, individueel en collectief welzijn, sociale rechtvaardigheid en samenhang en economische efficiëntie’.

Hoe je ruimtelijke kwaliteit van tevoren vastlegt, is volgens landschapsarchitect Paul Roncken geen zaak voor de ontwerpers die er nu over discussiëren, maar voor de beleidsmakers uit de ministeries van BZK, I&W, LNV en EZK die de Novi (Nieuwe Omgevingsvisie) samen uitwerken. Daar zou dit debat volgens hem gevoerd moeten worden. Roncken is provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit voor de provincie Utrecht en tevens werkzaam aan universiteit van Wageningen.

In een telefonisch interview wijst hij op de verschillen tussen de waterveiligheid- en de woningbouwopgave. “Dijken, oevers en kades zijn landschappelijke elementen, daar is oog voor en geld voor over. Woningbouw is niet zo sterk met ons landschap verweven. Bovendien ben je er met een dubbele doelstelling nog niet, want het draait in woningbouwgebieden om nog veel meer actuele, ruimtelijke opgaven, dus het zou minstens een drie- of vierdubbele doelstelling moeten zijn.”

Park Laagraven / beeld Flux

Park Laagraven / beeld Flux

Ontwerpers kunnen zich volgens Roncken beter richten op het meekrijgen van ontwikkelaars en landschapsbeheerders. Een plan met precies die intentie is Park Laagraven. Het werd op Ronckens verzoek gemaakt door het Utrechtse bureau Flux landscape architecture, nadat hij de eerste verkenningen voor Laagraven langs had zien komen. In dit gebied tussen Utrecht, Houten en Nieuwegein zijn 15 duizend tot 20 duizend woningen gepland. Hoewel Laagraven integraal ontwikkeld wordt, zoals de Novi en de nieuwste Utrechtse toekomstvisie voorschrijven, kwam de verkaveling in die verkenningen toch akelig bekend voor: Vinex revisited.

Het alternatieve plan dat Flux ontwierp is bedoeld om het debat aan te zwengelen. Het bureau maakte mede gebruik van de uitkomsten van een door Roncken en Frits van Loon geleid TU Delft-atelier. “Als je hier de eerste de beste verkaveling toepast, ben je je landschap kwijt”, legt Gerwin de Vries van Flux uit. “Flux draait de Vinex-aanpak om. Niet een zee van huizen met tuintjes en auto bij de deur naast een afgemeten wandelpark, maar een enorm landschapspark voor de hele regio, met woningen dicht op elkaar aan de stadsrand. Daarmee kan de regio Utrecht met in totaal 100 duizend nieuwe woningen uitgroeien tot een aangename ‘metropool’.”

“De ambitie in de woningbouwsector om een miljoen woningen te realiseren, is hoog en daarom is het belangrijk om nu na te denken over de landschappen en het buitengebied van die metropool”, vervolgt De Vries. “In Laagraven komt de stedelijke opgave samen met de landschappelijke opgave. De bestaande stadsranden spelen een belangrijke rol in de woningbouwopgave en tegelijkertijd zijn ze de longen van de uitdijende stad.” In het alternatieve voorstel zijn de recreatieve routes, zwemplekken en sportfaciliteiten nadrukkelijk ook voor mensen die er niet wonen. Met nieuwe fietsroutes en bruggen over snelwegen en spoorlijnen zou het plangebied goed aansluiten op Utrecht, Houten en Nieuwegein. Artefacten van Nieuwe Hollandse Waterlinie benadrukken samen met duidelijk herkenbare parkentrees de eigenheid van het landschapspark.

Park Laagraven / beeld Flux

Park Laagraven / beeld Flux

Flux bracht in Park Laagraven ook een retentiegebied onder. Dat houdt omliggende stedelijke gebieden droog bij piekbuien en levert water in tijden van droogte. Huishoudelijk water wordt gezuiverd en het park levert schoon drinkwater. Windturbines wekken energie op, er wordt voedsel verbouwd en er staat bos voor de opslag van CO2. Het landschapspark wordt circulair aangelegd, afgegraven grond wordt hergebruikt voor de gedeeltelijke overkapping van de A12. De woningbouwopgave vormt een integraal onderdeel van de gebiedsontwikkeling. De woningdichtheid aan de rand is extreem hoog en er wordt ingezet op alternatieven voor autogebruik. Een deel van de opbrengsten uit de verkoop van woningen wordt opgenomen in een parkfonds, voor het groenbeheer.

“De grond is van verschillende gemeenten en nu verrommeld”, zegt De Vries. “Park Laagraven kan het verhaal zijn van deze plek, het gemeenschappelijke aspect. We gaan niet op de barricade, maar vinden het interessant om na te denken over de grotere vraag hierachter: de woningbouwopgave en de opgave in het landelijk gebied, waar het gaat over voedsel, water en energie. Daarmee mengen we ons in het debat. De gangbare manieren zijn bekend. En veel simpeler. Ons plan vraagt om samenwerking en ambitie. Die ambitie moeten we hebben, ook in de politiek, want er zijn grote investeringen mee gemoeid.”

Het wordt niet makkelijker door opgaven te koppelen, maar het kan wel, wil De Vries laten zien. En er is belangstelling voor: al snel nadat Flux het persbericht over Park Laagraven verstuurde, werd het bureau benaderd door ontwikkelaars, overheden en Staatsbosbeheer. De Vries: “Voor Staatsbosbeheer is de inzet van woningbouw om nieuwe landschappen te maken interessant binnen het programma Groene Metropool, dat zich daar precies op richt. En ze zien in de aanpak een kans voor nieuw bos in Nederland.”

Park Laagraven / beeld Flux

Park Laagraven / beeld Flux

Roncken ziet in Park Laagraven vooral een nieuwe coalitie, van marktpartijen samen met klassieke groenbeheerders en bijvoorbeeld een nieuwe landbouw- of voedselcoöperatie. “Dit is een radicaal plan, met zo veel groen én een enorme verdichting aan de rand. De politiek is daarom huiverig, maar als er ontwikkelaars in het plan Park Laagraven geïnteresseerd zijn dan zullen de gemeenten volgen”, weet hij uit ervaring. “En dat moet ook, want laat je het geheel aan de markt over dan stijgen de prijzen van de woningen. Zo’n plan als Park Laagraven pakt voor hen mede door dat parkfonds 20 tot 30 procent duurder uit. Gemeenten kunnen de prijs van betaalbare woningen beschermen.”

Park Laagraven is een vrijblijvend, integraal en groen alternatief, een voorbeeld van hoe het ook kan. Roncken hoopt dat het lokale bouwcultuurdebat door ‘adviezen’ als Park Laagraven op gang komt. Want met alleen uitspreken dat je een integrale oplossing wilt ben je er nog niet. Voor je het weet slokken nieuwe Vinex-achtige wijken het schaarse land op.

Enkele gerelateerde artikelen