Recensie

T.O.P. office Future plans

Architect Luc Deleu stichtte T.O.P. office in 1970 samen met zijn vrouw Laurette Gillemot. Een wisselende ploeg medewerkers met vaste waarden Isabelle De Smet en Steven Van den Bergh werkt intussen een halve eeuw aan architectuurvoorstellen en onderzoeksmodellen op schaal van de stad en van de Aarde. Het architectenbureau bouwt liever niet. In een architecturale performance voeren ze de maquette, de tekening en het persona van de architect, vertolkt door Luc Deleu, op als middel om onze samenleving en de architect die haar mee vormgeeft een spiegel voor te houden. Een inmiddels vijftigjarig meesterwerk dat de brug slaat tussen architectuur en kunst.

FUTURE PLANS, LUC DELEU & T.O.P. office 1970-2020 / Vlaams Architectuurinstituut en deSingel 2021 / © Olmo Peeters

FUTURE PLANS, LUC DELEU & T.O.P. office 1970-2020 / Vlaams Architectuurinstituut en deSingel 2021 / © Olmo Peeters

De expo ‘Future Plans, Luc Deleu & T.O.P. office’ benut het momentum van het jubileum om te vragen welke T.O.P. plannen kunnen worden hergebruikt. Curatoren Anne Judong en Peter Swinnen zetten met Future Plans de deur open voor architecten, stedenbouwkundigen, ecologen, beleidsmakers, cultuurwerkers en stedelingen om het werk van T.O.P. office vrij te interpreteren en nieuw werk te produceren. Een overzichtstentoonstelling in deSingel vormt de thuisbasis en katalysator voor een reeks festiviteiten en initiatieven. Parallel aan de tentoonstelling is een gelijknamig boek [1] uitgegeven met 44 nieuwe teksten geschreven door klinkende namen uit het ontwerpersveld. De ‘ideeëntentoonstelling’ FUTURUM [2] zette achttien klassen jonge kunstenaars uit zeven Vlaamse kunstacademies aan het knutselen met het werk van Luc Deleu en T.O.P. office als voornaamste energiebron. Dan is er nog kunstenaar-architect Pieterjan Ginckels die zijn tekst voor het boek omzette in een performance, en eigenhandig bedrukte T.O.P. office T-shirts verkoopt op de parking van deSingel en online [3]. ‘Futuring the legacy’ heet dat: Future plans genereert golven en iedereen surft mee.

Voor de overzichtstentoonstelling Future Plans, Luc Deleu & T.O.P. office kregen de curatoren –voor het eerst- ongelimiteerde toegang tot de uitgestrekte T.O.P. office archieven. Ze stellen hun vondsten, aangevuld met T.O.P. werk uit museumcollecties, privéverzamelingen en beelddatabanken, tentoon in deSingel in Deleu’s thuisstad Antwerpen. Het grootste deel van de werken staat in strakke formatie opgesteld in de krappe expo zaal van deSingel, opgesplitst in vier thema’s. In de nabije omgeving van de tentoonstellingszaal vinden we zogenaamde ‘satellieten’ terug, vrij opgestelde werken die als autonome elementen de kunstcampus bewonen. Nergens wordt een afzonderlijk werk toegelicht. De titel en het jaartal zijn de enige aanwijzingen die een bezoeker krijgt bij het ontraadselen van een afzonderlijk werk. Een strategie die maakt dat de theoretische diepte die in elk project van T.O.P. office aanwezig is door de niet-kenner wordt gemist. Het is juist de tweeledigheid, ideologie en iconografie, theorie in de praktijk, die T.O.P. office definieert én als ‘Future Plan’ bestempelt. Elk voorstel of ontwerp van T.O.P. office steunt op en bekrachtigt het T.O.P. discours, en wordt tastbaar, bouwbaar en onvergetelijk middels een aantrekkelijke maquette of tekening. Het Future Plans boek zoekt wel die diepte. 63 projecten worden met een afbeelding en persoonlijk ingekleurde tekst door 44 stemmen toegelicht. De 295 pagina’s zijn onuitputtelijk genereus, maar kunnen moeilijk dienen als tentoonstellingsgids. De expo Future Plans presenteert de werken onder één tekst van Deleu die enkele projecten rakelings passeert maar vooral het bureau schetst als geheel: vijftig jaar diep werk gepresenteerd in de breedte. De expo kan het kind in ons verwonderen, maar de ontwerper, de architect, de stedenbouwkundige, de ecoloog, de jurist en de beleidsmaker wandelt er ongeraakt en ongestoord doorheen. En dat is misschien voorspelbaar voor een overzichtstentoonstelling, maar dat maakt dat de ‘Future Plans’ expo, althans in de zaal van De Singel, niet kan slagen in haar opzet.

FUTURE PLANS, LUC DELEU & T.O.P. office 1970-2020 / Vlaams Architectuurinstituut en deSingel 2021 / © Olmo Peeters

FUTURE PLANS, LUC DELEU & T.O.P. office 1970-2020 / Vlaams Architectuurinstituut en deSingel 2021 / © Olmo Peeters

Bij het binnenkomen in deSingel komen we een eerste ‘satelliet’ tegen. Op een helling, geprangd tussen twee kolommen kan men De Zeemijl (2004) bewonderen. De maquette toont 18,52 meter lang fragment van Deleu’s Onaangepaste Stad op schaal 1/100. Aan de lineaire, meerdekse structuur uit bruin karton en hout  worden onder meer structuren uit wit karton gekoppeld. Een stuk megastructuur in ruwbouwfase. De Windturbines bovenop geven het ritme aan. De schuine liftschachten stellen maquettemannetjes tentoon die een gevoel van schaal geven. De hoge witte sokkel volgt hier en daar de contouren van het model en werd beplakt met tekeningen, diagrammen en schema’s die als complexe muziekpartituren het statistisch en compositorisch onderzoek achter de lijnstad uitbeelden en ontwerpbeslissingen moeten staven. De nogal gehavende staat van de papieren plaksels geven een indruk van totale veroudering, alsof het gaat om oude theorieën en metingen die niet meer up-to-date zijn, hiërogliefen die omwille van hun culturele waarden door een latere generatie worden bewaard en bewonderd, door geleerden bestudeerd en geïnterpreteerd.

Vlak naast de ingang van de tentoonstellingszaal treffen we nog een maquette en een reeks foto’s; Luc Deleu’s Manifest Aan De Orde (1980-87). De maquette toont ons een bekend voorkomend luchtbeeld van Vlaamse fermettes verbonden door straten en omgeven door een lappendeken van grasveldjes. Het raster foto’s aan de muur portretteert 49 varianten van hetzelfde huis. De fotoprints hebben eenzelfde formaat en zijn duidelijk door dezelfde lens getrokken. Mogen we ervan uitgaan dat Deleu deze huizen zelf bezocht heeft? Er is geen duiding voorhanden. De leek ziet een portrettering van een Vlaamse verkaveling zoals die vandaag nog steeds gebouwd wordt. De architect interpreteert het geheel misschien als een Vlaamse ‘Learning From Las Vegas’ in het spoor van Venturi en Scott Brown (1972), een architecturale studie van het ultieme banale. De T.O.P. ingewijde bezoeker weet beter: de 49 huizen werden door zelfbouwers ontworpen en de plannen werden door architect Deleu bijna gratis ondertekend. De wet van 1939 beschermt immers de titel en het beroep van architect, bouwen zonder architect is niet toegestaan. De reeks vormt een ode aan individuele vrijheid en impliceert op welke schaal de architect wél meerwaarde kan bieden. Beter een slechte woning in een goede verkaveling dan omgekeerd, aldus Deleu. Als manifest provoceerde het de Orde Van Architecten, zij die waken over het eerbare architectenberoep en architecten in het gareel houden. Waarom beschermen we een monopolie op het bouwen van losstaande eengezinswoningen? Dertig jaar later brengt het de architect nog steeds in verlegenheid.

FUTURE PLANS, LUC DELEU & T.O.P. office 1970-2020 / Vlaams Architectuurinstituut en deSingel 2021 / © Olmo Peeters

FUTURE PLANS, LUC DELEU & T.O.P. office 1970-2020 / Vlaams Architectuurinstituut en deSingel 2021 / © Olmo Peeters

De tentoonstellingszaal van deSingel wordt ingedeeld door twee stroken dubbel glas gemonteerd op pootjes. Ze tonen het papieren archiefmateriaal dat speciaal voor de tentoonstelling uit de T.O.P. office archieven werd geselecteerd. Hierbij zitten ook Deleu’s ‘Voorstellen’ (1972-1980), frisse en aantrekkelijke ideeën en adviezen die hedendaags aanvoelen. Bijgestaan door een schets of tekening koppelt Deleu radicale strategieën als hergebruik (van bouwsels) en afschaffing (van regels en wetten) aan een diep maatschappelijk engagement. Voorstellen voor het planten van fruitlanen, voor het beschermen van onkruid, voor zachtere wegen en bewandelbare daken. Voorstellen voor opvang van seizoenarbeiders in geklasseerde gebouwen, voor stedelijke landbouw en bijenkolonies, recyclage van vliegdekschepen, enzovoort. Aan de muur rechts hangt een reeks vroege relieken die samen een ‘T.O.P. office starter kit’ kunnen vormen. Een uitnodiging voor Deleu’s eerste tentoonstelling, een ingekaderd T.O.P. office Logo op transparante film, foto’s van het Les Nénuphars T.O.P. atelier, een verzameling polaroids, Deleu’s dagboek en een selectie studentenwerk. Daar tegenover staat een groot hellend platform dat rijkelijk werd gedekt met T.O.P. maquettes en tekeningen. Ontwerpen die we kennen uit museum- en privécollecties staan zij aan zij met minder bekende maquettes en tekeningen uit de T.O.P. office archieven. Hun samenspel toont meerdere perspectieven binnen eenzelfde ontwerp. Twee maquettes van de Barcelona Towers uit 1991 en 1992 tonen hoe een blokje appartementen en een zwembad er zouden uitzien in de Tumbling Towers, twee identieke torens die allebei structureel en functioneel kloppen, hoewel één rechtop staat en de andere plat ligt. De maquette uit 1998 gebruikt het ontwerp om ons een les te leren in schaal en perspectief. T.O.P. office toont dat een idee kan worden hergebruikt, maar op een andere schaal, in een andere vorm nieuwe dingen kan betekenen. ‘Een idee heb je gekregen’, zegt Deleu, ‘het is op de goede uitvoering dat je fier mag zijn’ [4]. Een uitspraak die visie relativeert en intellectueel hergebruik aanmoedigt.
In het donkerste kwadrant van de tentoonstellingszaal werd een schuin platform gebouwd waarin 15 televisietjes oud beeldmateriaal van Deleu uitzenden. Het materiaal werd speciaal voor Future Plans verzameld uit de beeldarchieven van de VRT (Vlaamse Publieke Omroep) en het Argos Centrum voor Kunst en Media in Brussel. De beelden portretteren een architect die dertig jaar lang te pas en te onpas in de media opduikt, de ene keer als enfant terrible die de architect tot op zijn maatschappelijke verantwoordelijkheden wijst, en dan weer als architect-goeroe die erin slaagt met oneliners de architectuur tot een algemeen belang te maken dat ons allen aangaat en het bouwen overstijgt. Deleu schittert als ‘ongevraagde architect’, de eeuwig opportunistische meerwaardezoeker die continu het eigen bestaan moet verantwoorden tegenover klant, Orde en planeet. De ongevraagde architect trotseert dit existentiële vraagstuk openlijk, modelleert en tekent als een kunstenaar, spreekt en treedt op als een bouwmeester.

FUTURE PLANS, LUC DELEU & T.O.P. office 1970-2020 / Vlaams Architectuurinstituut en deSingel 2021 / © Olmo Peeters

FUTURE PLANS, LUC DELEU & T.O.P. office 1970-2020 / Vlaams Architectuurinstituut en deSingel 2021 / © Olmo Peeters

Voor het laatste kwadrant moeten we de zaal eerst verlaten om ze opnieuw te betreden via een secundaire inkom. In deze hoek werd de stuurhut van de Reizende Architect geënsceneerd. Lange reeksen reisfoto’s komen samen met een fascinatie voor Le Corbusier, een kaartentafel met op de hoek een wereldbol gespietst, een Buckminster Fuller wereldkaart; we betreden het hoofd van Luc Deleu en al zijn helden zijn expliciet of impliciet vertegenwoordigd. Een feel-good citaat uit de tentoonstellingsfolder resoneert hier wonderlijk. ‘Bravo Corbu! Hergé gaf mij de smaak voor avontuur. Willy Van Der Meeren leerde mij proletariër te zijn. Bob Dylan leerde mij rebels en vrij te zijn. Buckminster Fuller leerde mij wat leven is op Ruimteschip Aarde. Marcel Duchamp leerde mij toeval en humor te gebruiken. Panamarenko hielp mij vol te houden. En T.O.P. office maakt alles mogelijk.’[5]
Net onder het plafond bevindt zich een twee meter hoge strook afbeeldingen. ‘Darling Springs Fries’ biedt ons een panoramisch uitzicht op ‘Darling Springs’, een digitale wanorde van landschappen en witte bouwsels. Het betreft een volledig nieuw werk van T.O.P. office waar ze momenteel nog aan doorwerken. De curatoren legden het format van de fries vast, T.O.P. office bezorgde de inhoud. Zo ook voor het sluitstuk van de expo dat eind augustus op het ringterras van deSingel wordt geplaatst. Het ontwerp van de Tumbling Towers leent zich voor een gloednieuwe sculptuur: een uit staal vervaardigde ‘Barcelona Trap Revisited’, schaal 1 op 1. De trap wordt onthuld op het ringterras van deSingel en zal na afloop van de expo een permanente installatie krijgen aan de Antwerpse Kaaien met uitzicht op de Schelde. Een mooi ongevraagd eerbetoon voor de architect van Antwerpen en zijn T.O.P. office.

Enkele gerelateerde artikelen