Feature

Architectuur als luisteroefening

Pq

The Persistence of Questioning

Kritische reflecties voor de toekomst, over architectuur en meer.

In het kader van het project The Persistence of Questioning, kritische reflecties voor de toekomst en op de vraag “Waar staat de architectuurcultuur?”, gaat Sereh Mandias in op de aanleiding om samen met Elsbeth Ronner de verhalende podcast Windoog te maken, de redenen voor het bedrijven van architectuurkritiek zonder afbeeldingen, en het belang van architectuurkritiek die meer beschouwt dan het object alleen.

printscreen van geluidssporen Windoog aflevering 'Deltawerken // Eenvoud is een handeling'

printscreen van geluidssporen Windoog aflevering ‘Deltawerk // Eenvoud is een handeling’

“Niet zo”

Het is een winderige middag in Nieuw-Bergen, een dorp in het noorden van Limburg. We staan aan de voet van een klein torentje genaamd Landmark Nieuw-Bergen en vragen aan passanten wat zij van de nieuwe toevoeging aan het dorpshart vinden. “Niet zo” dus. Desgevraagd voegt een dorpsbewoonster eraan toe: “Ik vind het een lelijke toren.”

Niet veel later zitten we aan tafel bij Sandor Naus en Job Floris van Monadnock, de architecten van het gebouw in kwestie. We horen hoe het ontwerp van de toren tot stand is gekomen en hoe ze hebben geprobeerd het gebouw tegelijkertijd herkenbaar, maar ook vervreemdend te maken. Een verhaal dat voor ons architecten volledig navolgbaar is, maar blijkbaar niet aankomt bij de mensen in Nieuw-Bergen zelf. Er lijkt sprake van een kloof tussen de intenties van de architecten en de perceptie van het bredere publiek.

In aanloop naar de oprichting van Windoog, de podcast over architectuur die Elsbeth Ronner en ik sinds 2018 maken, zagen we dat de geschreven architectuurkritiek er niet goed voorstond in Nederland. Het aantal vakinhoudelijke tijdschriften met een brede achterban was geslonken. Enkele hadden de economische crisis overleefd, maar moesten aan slagkracht inleveren en voor hun content zwaarder leunen op door architectenbureaus zelf aangeleverde tekst en beeld. Bovendien blijven de discussies die zich in vakinhoudelijke media ontwikkelen gewoonlijk buiten het blikveld van het bredere publiek. Ook in de algemene pers wordt weinig aandacht besteed aan architectuur. Dagbladen bieden slechts sporadisch ruimte aan architectuurbesprekingen, en als ze dat doen benaderen ze gebouwen vaak als geïsoleerde, esthetische objecten waar je een x-aantal ballen aan kunt geven. Het formuleren van gefundeerde kritiek voorzien van een context en een historische, sociologische of theoretische bespiegeling is zeldzaam. Wel is er een enorme overdaad aan flitsende beelden die, vergezeld van meegeleverde teksten maar zonder veel context, hun weg vinden naar koffietafeltijdschriften en designblogs. Elsbeth en ik hadden het idee dat deze verschraling en versnippering de afstand vergroot tussen de context waarin architectuur tot stand komt (de bureaus, de vakinhoudelijke discussies, de kritiek) en de maatschappelijke realiteit waarin zij wordt geplaatst en in het bijzonder de mensen die de gebouwen gebruiken en bewonen. Dit is ook de afstand die we ervaarden in de aflevering over Landmark Nieuw-Bergen. Het verhaal van de ontwerpers en dat van de Nieuw-Bergenaren liep volledig langs elkaar heen.

Wij waren niet de enige die deze verzwakking van het debat over architectuur signaleerden. Eind 2017 lanceerde het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie een open oproep getiteld Ruimte voor ontwerpkritiek. Hiermee wilde het fonds initiatieven stimuleren die op zoek gingen naar nieuwe modellen voor ontwerpkritiek. Als podcastluisteraars fantaseerden wij al langer over de potentie van de podcast voor architectuurkritiek. Het was deze open oproep die ervoor zorgde dat wij onze speculaties in actie konden omzetten.

Een nieuw medium

“Ieder gebouw vertelt een verhaal. Een gebouwd manifest, een gestrande droom, een uitkomst van een toevallige samenloop van omstandigheden. In gesprek met architecten, gebruikers en opdrachtgevers gaat Windoog op zoek naar de dromen die besloten liggen in het beton, glas en de baksteen van de hedendaagse architectuur.”

Zo beginnen we iedere aflevering van Windoog. Het markeert de ambitie en laat zien wat voor soort podcast we maken. Windoog is een narratieve podcast. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een interviewpodcast, leunt de narratieve podcast veel meer op editen om een verhaal te vertellen. Hierbij kun je putten uit interviews, geluiden, muziek, aangevuld met een host die het verhaal vertelt. Het is een complex geheel om te maken, zeker voor autodidacten als wij. En dat terwijl het de kunst is om het voor de luisteraar juist niet complex te laten zijn, om een helder en aansprekend narratief uit te stippelen, dat onderweg genoeg verrassingen en ontdekkingen bevat om te blijven boeien. We worden er steeds beter in.

Toen dit project startte, was de podcast nog een relatief nieuw medium en bestonden er nog geen Nederlandstalige podcasts over architectuur. We begonnen dan ook met een hele reeks vragen. Welk format kiezen we? Hoe structureer je een verhaal waar je naar luistert, in plaats van leest? Welke onderwerpen lenen zich voor een podcast? Maar ook de meer prozaïsche vragen als: welke apparatuur heb je nodig en hoe monteer je audio?
We hebben in die eerste tijd nauwgezet geluisterd naar podcasts die ons inspireerden. Zoals This American Life, dé narratieve podcast van Amerikaanse bodem. Iedere aflevering draait rondom één thema. This American Life leerde ons hoeveel informatie je in een podcast binnen een korte tijd kunt overbrengen, zowel qua inhoud als qua sfeer. Met nabewerking kun je heel doelgericht de juiste fragmenten selecteren en zo op een vanzelfsprekende manier verschillende perspectieven naast elkaar laten bestaan. Door het toevoegen van muziek en door betrokkenen zelf aan het woord te laten, al dan niet op locatie, kun je een sterke atmosfeer oproepen. Al deze lagen liggen in een podcast over elkaar heen en maken het, als je ervoor kiest om het zo in te zetten, tot een compact medium.
We leerden ook veel van mensen uit de podcastscene, waar we door deze podcast ingezogen zijn. We leerden de technische trucs van audiobewerking, maar ook methodes om narratieve podcasts verhalend interessant te maken. Om de nieuwsgierigheid te prikkelen leerden we cliffhangers in te bouwen, waarmee we de luisteraar gedurende de podcast vragen aanreiken, die we dan later beantwoorden. Ook leerden we hoe je met een voice-over je stem kunt inzetten om betekenis, spanning of emotie in het verhaal te brengen, en hoeveel dat uitmaakt voor een luisteraar. Het maken van deze podcast heeft ons bovendien opnieuw leren schrijven. Want hoewel het audio is, schrijven we van iedere aflevering een volledig script. Het maken van een narratieve podcast is daardoor tijdsintensief en zou niet mogelijk zijn zonder de steun van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.

De ingrediënten

“De ingangshal waar je binnenkwam… was dus de volledige drie verdiepingen hoge zaal. En dan zou hier, in het midden, een grote ronde balie komen… waar je je kaartje kon kopen.” De galm in de geluidsopname maakt dat de hoogte van de ruimte direct voelbaar wordt. De van ouderdom krakende stem is van Herman Zeinstra, architect van het Scheringa Museum in Opmeer, een gebouw dat vanwege het faillissement van Dirk Scheringa en zijn DSB-bank nooit als museum in gebruik is genomen. Door wat hij zegt, en de leegte die weerklinkt in de akoestiek van de opname, kost het geen moeite om je aan zijn zijde te wanen tijdens de rondleiding door het gebouw.

Het is het openingsinterview van de eerste aflevering van Windoog. Verderop in de aflevering spreken we met de burgemeester van Opmeer – “een dorp met elfduizend mensen, en dubbel zoveel koeien” – die vanuit zijn eigen ervaring vertelt wat de komst van dit museum zou hebben betekend voor Opmeer. En we spreken met Emily Ansenk, die als toenmalig directeur van het museum opdrachtgever was van het nieuwe gebouw. Aan de hand van een stapel verslagen van bouwvergaderingen en boekjes met renders reconstrueert ze feilloos de ambities en ideeën van het project: “[Scheringa] wilde ook heel graag een museum van baksteen, het moest een familiaire warmte uitstralen in zijn idee. […] en daar zat ook een koppeling naar de schilders uit zijn collectie, naar de detaillering, vakmanschap, dingen die mooi gemaakt zijn en enigszins terugkijken op de oude tijd.”

Het zijn de vaste ingrediënten van iedere aflevering. Eén project als uitgangspunt, dat vanuit drie verschillende perspectieven besproken wordt. De ruggengraat wordt gevormd door de architect die een rondleiding geeft door het gebouw. De opdrachtgever, die vertelt over de ontstaansgeschiedenis en de intenties van het project. En nog een derde perspectief, afhankelijk van de insteek die we kiezen voor de aflevering. Deze drie interviews verknopen we met elkaar door middel van een voice-over, waarin we verbanden leggen en onze eigen interpretatie van het gebouw voor het voetlicht brengen. In een tijdsbestek van 35 minuten openen we zo een hele wereld rondom een gebouw en proberen we de gelaagdheid van het architectonisch project in geluid te vatten.

Woorden of beelden

Er zit natuurlijk iets contra-intuïtiefs in het spreken over gebouwen, omdat de architectuur zo’n visueel medium is. Binnen de architectuur zijn we zo gewend om gebouwen met een oogopslag tot ons te nemen, dat het in eerste instantie ongemakkelijk voelt om het beeld volledig buiten beschouwing te laten. Maar een beeld toont niet alles. Het laat niet zien wat er allemaal achter een project schuilgaat: de overwegingen van de architect en opdrachtgever, uiteenlopende krachten die op een project van invloed zijn geweest en de redenen waarom bepaalde keuzes gemaakt zijn. Het ene zintuig maakt plaats voor het andere. De akoestiek tijdens een rondleiding voert je mee door de ruimtes en brengt het gebouw op een andere manier tot leven. De stemmen van de betrokkenen brengen je heel dicht bij de persoonlijkheden en verhalen die een project mogelijk hebben gemaakt.

Door de afwezigheid van beeld worden we als makers gedwongen veel preciezer te zijn in onze beschrijvingen. Hoe omschrijven we het gebouw voor de luisteraar? Wat is wel en wat is niet belangrijk? Waar houdt de beschrijving op en begint de interpretatie? En wat ís onze interpretatie? Dit is bij het maken van een aflevering nooit direct duidelijk, maar komt voort uit de interviews die we afnemen en gesprekken die we er binnen de redactie over voeren. Vervolgens moeten we de juiste woorden vinden. We worden zo gedwongen beter en langer te kijken. Deze vertraging maakt dat we uiteindelijk meer en scherper zien.

Architectuur is een cultureel gegeven

“Het ding wil namelijk ook zijn wat de andere dingen in het bos zijn. Dus het verval… het verval moet erin zitten. En toen hebben we ook gewoon die platen die we uitgezaagd hebben, ook naar het noorden laten vallen. Dat betekent dat ze op een gegeven moment, dan komt er gewoon mos op en het wordt groen en dat gaat lang duren, en dat vind ik helemaal niet erg, maar het is wel een teken van verval. Net zoals die modellen kapotgemaakt worden door de natuur, hebben wij even een handje geholpen, zeg maar…” Dit zijn de woorden van Erick de Lyon, de kunstenaar die samen met RAAAF tekende voor de transformatie van de voormalige deltagoot in het Waterloopbos tot het Deltawerk //. Hij spreekt associatief, meestal zonder zijn zinnen af te maken, maar met veel gevoel.

De vorm die we hebben gekozen voor Windoog en het format dat we gaandeweg hebben ontwikkeld, hangt nauw samen met hoe we architectuur zien: niet als een technische prestatie of esthetisch object, maar als een cultureel gegeven dat onlosmakelijk verbonden is met de tijd waarin het ontstaat, en hier zowel door wordt gevormd, als van invloed op kan zijn. Architectuurkritiek, zo vinden wij, zou gebouwen moeten benaderen als het resultaat van een complex geheel van belangen, mogelijkheden, vereisten en voorkeuren. In Windoog proberen we (een deel van) dat krachtenveld te ontrafelen en inzichtelijk te maken.
Vanuit ons begrip van architectuur volgt dat architectuurkritiek er onder meer is om de architectuur te situeren binnen zijn culturele en maatschappelijke context. Toen we van start gingen met de podcast formuleerden we dit expliciet als architectuurkritiek voor een breed publiek. We wilden de geïnteresseerde niet-professionele luisteraar meenemen in architectonische ontwikkelingen en projecten, samen met de verhalen die hierachter schuilgaan. Om dit ook in onze organisatie te verankeren hebben we bij de start van Windoog een brede redactie samengesteld waarmee we de onderwerpkeuze en insteek bepalen. Naast Elsbeth Ronner (architect) en mijzelf (architect en filosoof) bestaat de redactie uit Saskia Naafs (socioloog en journalist), Stef Bogaerds (stedenbouwkundige) en Bart Tritsmans (historicus).

Inmiddels moeten we deze ambitie wat nuanceren. Ja, door de hopelijk aansprekende onderwerpkeuze, maatschappelijke relevantie van de gebouwen, de uiteenlopende perspectieven en de manieren waarop we de verhalen vertellen, proberen we niet-professionals te interesseren voor architectuur. Tegelijkertijd willen we de professionals onder onze luisteraars ook vanuit dit bredere perspectief naar de architectuur laten kijken.
Voorlopig bereiken we met Windoog vooral een vakpubliek. Dat komt door ons eigen netwerk en omdat we chronisch tijd tekort komen om het bestaan van Windoog goed te communiceren. We hebben ideeën over samenwerkingen met algemene media, maar we hebben dit nooit actief nagejaagd. Na het maken van een aflevering moeten we gewoonlijk even bijkomen. Daarnaast lukt het, ondanks onze pogingen, nog niet altijd om jargon te vermijden of vakinhoudelijke uitspraken goed uit te leggen voor de niet-ingevoerde luisteraar. Het is een lastige balans. Langzaamaan dringt zich de vraag op of je eigenlijk wel iets kunt maken dat zowel voor een vakpubliek, als voor de niet-professional interessant is. We hebben beide kritieken wel eens gekregen. Enerzijds dat we teveel jargon gebruiken voor de niet-ingevoerden, anderzijds dat de architectonische materie te oppervlakkig wordt behandeld voor de architect-luisteraar. Het is een dilemma dat we nog niet hebben opgelost.

De podcast als kritiek

“Wat een heel belangrijk gesprek was, was dat het museum aangaf dat ze meer zichtbaar wilde zijn. Dus ze vonden het op zich heel fijn dat wij de entree in die oude Lakenhal wilden behouden. Maar die gesloten muur, dat vonden ze eigenlijk wel heel gesloten voor een museum.” We zitten aan een tafel in Museum de Lakenhal waar architect Ninke Happel vertelt over de weerstand vanuit de stad tegen bepaalde onderdelen van de voorgenomen transformatie en hoe zij die weerstand als architecten en museum altijd met open vizier tegemoet zijn getreden. “Dus die mensen die daar bezwaar tegen voelden, die zijn ook uitgenodigd en we hebben daar veel gesprekken over gevoerd en uiteindelijk ontstond ook vrij snel, niet zozeer nog bij ons, maar bij het museum, het besef dat het toch ook wel een heel bijzonder artefact uit de geschiedenis is, en dat we dat eerder als een gegeven moesten nemen en vanuit daar dan naar openheid moesten zoeken, dan dat we per se die gesloten muur moesten gaan verslaan.”

Goede architectuurkritiek maakt het mogelijk om een weloverwogen oordeel te vellen over een gebouw of een ontwikkeling. Architectuurkritiek zien we dus niet zozeer als de inname van een duidelijk standpunt, maar veel meer als het begrijpen van de betekenis van een project binnen bredere architectonische en maatschappelijke discussies. Op basis hiervan verhelderen we in Windoog wat de criteria zijn die je kunt gebruiken om tot een oordeel te komen. We beschouwen de architectuur dus van iets meer afstand en vanuit velerlei invalshoeken. Met de projectkeuze en wie we aan het woord laten, geven we richting aan de discussie. Zo situeren we de kritiek niet zozeer bij ons, maar tussen ons en de luisteraar, die op basis van de podcast zelf tot een gefundeerd oordeel kan komen.

In een stevige architectuurcultuur is architectuur verankerd in de maatschappij als iets dat twee kanten op werkt. Waar we zagen dat er bij Landmark Nieuw-Bergen vooral onbegrip heerste tussen architect en gebruiker, is Museum de Lakenhal een mooi voorbeeld van hoe het de architecten en opdrachtgever is gelukt om de transformatie al gedurende het proces te laten landen in de stad.
Dat is ook wat we met Windoog hopen te doen. We willen de architectuur weer terug inbedden in maatschappelijke kwesties, zonder daarbij de architectuur zelf uit het oog te verliezen. Door de tijd te nemen voor het gesprek over gebouwen en na te denken over hoe architectuur in woorden te vatten is, hopen we een tegenpool te vormen voor de snelle beeldcultuur waarin we wel heel veel zien, maar steeds minder begrijpen.

Enkele gerelateerde artikelen