Wies Sanders blikt terug op de rol van de onlangs overleden Ashok Bhalotra, en bedankt hem voor zijn rol als vernieuwer in de stedenbouw en architectuur. Door zijn artistieke aanpak was hij een verbinder tussen de degelijke stedenbouwkundige bureaus en de artistieke wereld.
Eind jaren tachtig waren er twee bureaus waar je als kersverse stedenbouwkundige echt wilde werken: Zandvoort of KuiperCompagnons. Die bureaus werkten over heel Nederland en bevatten alle disciplines die nodig waren voor een integrale stedenbouw: juristen, bestuurskundigen, civiel technici, technisch tekenaars én ontwerpers van divers pluimage. Zorgvuldige, degelijke en uitvoerbare plannen kwamen uit die machines.
In diezelfde tijd ontstond er ook onvrede over de te bescheiden rol van ontwerpers in die geoliede machines. Riek Bakker, Dirk Frieling met zijn Nieuw Nederland als Ontwerp en Rem Koolhaas, allen pleitten voor respectievelijk meer lef, meer visie en meer… alles. De ‘ontwerper’ moest zijn rol pakken, loskomen van de planmachine en zich ontplooien tot een sexy beroep, zoals later de DJ of de chef-kok werden. De op 5 april 2022 overleden Ashok Bhalotra was een sleutelfiguur tussen de degelijke en artistieke wereld. Bhalotra werkte zijn hele Nederlandse carrière bij KuiperCompagnons, maar wist dat succesvol te combineren met zijn kunstzinnig talent.
Bhalotra studeerde stedenbouw en architectuur in India en kwam via Koeweit en Parijs in 1971 naar Nederland, waar hij landde bij KuiperCompagnons en zijn stempel zette. Vele wethouders hebben ‘een Bhalotra’. Het zijn grafische composities met vrolijke kleuren en met zo’n grote abstractie dat je er nog lang geen plan in kon zien. De schetsen fungeerden meer als droomlijnen, de kaarten waarlangs Aboriginals hun land lezen en kennis overdragen aan volgende generaties. Bhalotra wist als eerste een soort droomlijnen in de Nederlandse zakelijke stedenbouw te introduceren.
Achteraf gezien was Amersfoort Kattenbroek het eerste, maar misschien ook het laatste plan waarin die droomlijnen leken te stollen tot realiteit. Wethouder Fons Asselbergs had als opdrachtgever duidelijk voor ogen dat de uitbreidingswijk, net zoals de Amersfoortse binnenstad, een gemengde gemeenschap moest worden. Bhalotra’s kracht was om die menging niet politiek te benoemen, niet dogmatisch te plannen, maar te vatten in verhalen, thema’s of dromen die dwars door en als lagen over elkaar een postmodern sprookjesboek vormden. Zo kon een dure villa met gemak pal naast een sociale woningbouwappartement staan; het was gewoon een ander verhaal, een andere droomlijn. Geniaal.
Die aanpak sloeg sterker aan dan sommigen zich misschien nog herinneren. Er was weliswaar toen ook veel kritiek op de gratuit opgeplakte vormen, geheel los van de landschappelijke onderlegger, gesputter tegen de verzonnen verhalen zonder historische verankering en irritatie over de ongelukkige aansluitingen van de achtertuinen van verhaal één op de voordeuren van verhaal twee. Maar in tegenstelling tot voornoemde ontwerpende DJ’s was Bhalotra – samen met Asselbergs en de wijk Kattenbroek – opvallend vaak te zien op TV en in de populaire media. Bhalotra werd bejubeld en op handen gedragen door zowel bestuurders als bewoners. Eindelijk eens wat anders, iets begrijpelijks en passend bij de stijgende welvaart en voor elk wat wils.
Onder vakgenoten bracht het mediasucces eveneens een enorme verandering teweeg. De rotringpennen werden definitief ingeruild voor Caran d’Ache potloden en pastelkrijtjes. Er werden kilo’s kleurkrijt weggewerkt in de hoop dezelfde schwung te kunnen brengen in de enorme bouwopgave die er voorlag: de Vinexopgave. Bureau KuiperCompagnons kreeg vele opdrachten over heel het land en als zij het werk niet aannamen, waren er vele andere bureaus die met een soortgelijke artistieke schetsstijl en met soortgelijke poëtische termen droomlijnen uittekenden.
Het beeldend succes van Kattenbroek was echter niet zo eenvoudig te herhalen. De regie en het opdrachtgeverschap veranderden in die tijd dramatisch. Een schetsontwerp moest in competitie met andere ontwerpen, al dan niet van andere investeerders. Er waren nu extreem veel andere smaken waaruit postmodern geshopt kon worden; stripverhalen, boeken, referentiebeelden, maquettes en methodieken, gemaakt door steeds minder allround stedenbouwkundige bureaus maar steeds meer door (landschaps-)architecten, kunstenaars, lobbygroepen en futuristen. De schetsen en dromen van Bhalotra werden slechts een van die opties.
De wijken na Kattenbroek hebben mede daardoor niet dezelfde magie kunnen creëren. Bhalotra’s schetsstijl voelde aan als het iets te letterlijk een droom proberen te realiseren, alsof je met grove blokken een Venus van Milo nabouwt. Onmogelijk. Maar Kattenbroek kent wel degelijk droomplekken, en dat is al meer dan menig Vinex-project kan zeggen. Alleen daarom al: chapeau Ashok, dank.