Met zijn afstudeerproject wil Nanko Boerma een stip aan de horizon zetten voor het maken van een socialer en meer gemeenschappelijk stedelijk leven. ‘Samen in de nieuwe stad’ schetst een experimenteel beeld, als prikkel voor een socialere architectuuragenda.
Kan je je onderwerpkeuze kort toelichten?
Het project ‘Samen in de nieuwe stad, een ongehaaste, sociale en inclusieve leefomgeving’ zet een stip aan de horizon voor het maken van een socialer en meer gemeenschappelijk stedelijk leven. Als reactie op een steeds individualistischer wordende maatschappij schetst het een experimenteel beeld, als prikkel voor een socialere architectuuragenda. Door gelijktijdig te kijken naar de verschillende fysieke schaalniveaus en de sociale schaalniveaus heb ik een afstemming gemaakt in de manier waarop de gebouwde omgeving reageert op de wensen en het gedrag van de gebruikers.
Aan de hand van de ‘Privacy Script theorie‘ van Harmen van de Wal en Machiel van Dorst heb geleerd hoe je kunt analyseren op welke wijze gebouwde ruimte en sociale interactie op elkaar kunnen reageren. Om te ontdekken hoe het dagelijkse leven wordt beïnvloed door de stedenbouw heb ik me verdiept in het boek Soft City van David Sim. Dit heeft me geïnspireerd om een ‘doorsnede’ te ontwerpen die het sociale leven en de fysieke ruimte samenbrengt. De overgangen tussen de verschillenden privacyzones (publiek, collectief, parochiaal en privé) werden belangrijke ontwerpknooppunten tussen de stedenbouwkundige schaalniveaus. Het onderscheid in de verschillende gebieden is tot in detail in de architectuur doorgevoerd, zo wordt bijvoorbeeld de materialisering steeds zachter en informeler naarmate je dichter op het privédomein komt.
Tot slot vond ik het ook belangrijk om flexibiliteit te ontwerpen in de keuzevrijheid van de gebruikers. Zo ontwierp ik een woningsysteem dat zowel plaats biedt aan kleinere goedkopere woningen als aan grotere woningen, maar ook omvat het woningen voor gezinnen of zelfs voor een ‘kangaroo-huishouden’. Tot op een klein schaalniveau biedt het plan de bewoners de ruimte om andere keuzes te maken, zodat het onderdeel zijn van een wooncollectief als bonus kan worden gezien en niet als verplichting.
Wat of wie zijn je inspiratiebronnen en kan je dit (kort) toelichten?
Architecten zoals John Lautner, Peter Zumthor of Herman Hertzberger, zij gebruiken hun vakmanschap om – middels de ruimtelijke relaties, verhouding en hun materiaalgebruik – een impact te hebben op het gedrag en sentiment van de gebruikers. Ik vind het erg interessant om die relatie tussen een fysieke omgeving en de gevoelens die deze oproept te gebruiken als input voor het ontwerp.
Benoem en beschrijf (kort) het sleutelmoment in je afstudeerproject.
Ik vond het erg lastig om na de onderzoeks- en conceptuele fase te beginnen met ontwerpen, doordat het project een zeer uitgebreid en breed schaalniveau heeft liep ik vast in ieder ‘hoekje’ waar ik wilde beginnen. Het plan is ontstaan vanuit een stedenbouwkundige filosofie – om het leven en wonen in de stad, socialer, meer gemeenschappelijk en minder gehaast te maken – en werkte door tot in de woonkamer van de woning. Een belangrijk sleutelmoment in het proces was dan ook dat ik het ontwerpproces meer als een systeem ben gaan benaderen; door de ‘doorsnede’ over de privacyzones en schaalniveaus te duiden en vervolgens de overgangszones tussen ieder te onderscheiden onderdeel te gaan ontwerpen. Het mooie van deze stap is dat het plan daardoor ook een meer universele waarde heeft gekregen, als een soort handboek. In andere projecten weet ik nu waar ik op moet letten wanneer ik de overgangen ontwerp tussen bijvoorbeeld het privédomein van de woning en een meer gemeenschappelijke (openbare)ruimte die je deelt met je buren.
Projecttekst
Het dagelijks leven lijkt een rat-race, waarin we onze tijd en aandacht managen tussen een goede carrière, het thuisfront en een interessant sociaal leven. Ondanks dat de technologische sociale mogelijkheden steeds groter worden, lijken we individualistischer te worden en lijken onze sociale vaardigheden minder tot onze eerste natuur te behoren. Ook het stadsleven lijkt individualistischer te zijn en biedt minder vanzelfsprekend de ruimte voor sociaal contact. Het gaat me aan het hart dat belangrijke sociale waarden het af lijken te leggen tegen gehaastheid en prestatiedrang. In de stad manifesteert zich dit in een gebrekkige overgangsruimte tussen de private – en publieke ruimte en het ontbreken van aandacht voor het samenbrengen van diverse groepen bewoners, de sociale waarde van gemeenschappelijke voorzieningen en de vervlochtenheid met dagelijkse publieke functies.
In het project ontwerp ik een stuk stad ten oosten van de binnenstad van Groningen, waar ruimte en tijd wordt gemaakt voor een rijk sociaal en minder gehaast dagelijks leven, door middel van een gemixt programma van publieke-, collectieve-, en woonfuncties. Het maken van een inclusieve stedelijke leefomgeving vraagt om een woonprogramma dat diverse doelgroepen aanspreekt. Door vervolgens dat woonprogramma aan te vullen met publieke functies en buitenruimtes, zoals een dagopvang, sportvoorzieningen, horeca en bijvoorbeeld een bakker ontstaat een inclusief en ‘open’ stadsdeel waar eenieder onderdeel van kan zijn.
Het woonprogramma heeft een sterk gemeenschappelijk karakter als sociale verbinder tussen de bewoners onderling en de openbare ruimte. Het integreren van het publieke leven met het gemeenschapsleven maakt tijd vrij voor meer contact met je medemens doordat veel functies uit het dagelijks leven zijn geïntegreerd tot een breed woon-/leefmilieu. De stedenbouw en architectuur geven vorm aan een meer sociale, meer gemeenschappelijke en minder gehaaste stedelijke leefomgeving.
Door een geleidelijke maar heldere schakeling te ontwerpen tussen het publieke-, collectieve-, parochiale- en privé domein, wordt ontmoeting, sociale interactie en privacy geregisseerd in de publieke hoofdstraat, collectieve binnenplaatsen of gemeenschappelijke woongroepen. Deze verschillende planonderdelen en hun rol ten aanzien van de vier openbaarheidsdomeinen wordt in de architectuur benadrukt door onderscheid te ontwerpen in maat, verhouding, materiaal en detail. In de publieke ruimte zijn nuances gevormd voor een kortstondig of langer verblijf. De collectieve gebieden brengen grote groepen bewoners samen en laten ze kennis maken met toevallige passanten of gebruikers van de openbare voorzieningen. De bewoners vormen met circa 10 woningen een woongemeenschap met gemeenschappelijke binnen- en buitenruimtes als aanvulling op hun eigen woning. De woning zelf is ontworpen als overgang tussen de behoefte aan geborgenheid en het plezier van sociaal contact met je buren. De indeling en schakeling van de woning kan verschillend worden afgestemd op de behoefte van verschillende bewoners.
Naam
Nanko Boerma
e-mail
Opleiding
Academie van Bouwkunst Groningen
Start afstuderen
Januari 2019
Afgestudeerd
Juli 2021
Wat doe je nu?
Ik werk als architect in de regio van Groningen en altijd op zoek naar een manier om een sociale impact te kunnen maken met de handtekening die ik heb ontwikkeld.
Wat hoop/wil je als ontwerper in de nabije en/of in de verre toekomst bereiken?
Ik heb niet de wens om met een ‘flashy’ gevel op de voorkant van een magazine te staan, maar ik hoop in de toekomst te kunnen werken aan opdrachten die impact hebben op de levens van de gebruikers van het gebouw. Dit kan zijn door de manier waarop een woning aansluit op specifieke leefwensen en behoeften van de bewoner, door de manier waarop een publiek gebouwen mensen samenbrengt of hoe de overgangen in de openbare ruimte het leven in de stad kan beïnvloeden. Zolang ik de mensen de schoonheid van de architectuur maar kan laten ervaren en niet enkel kan laten zien.