Recensie

Voor wie bouwen we de stad?

De multimediale live performance BRUG van kunstenaarsduo David Schwarz en Derk Stenvers (De Transmissie) vertelt met maquettes, muziek, live animatie, film- en audio fragmenten het verhaal over de stadsplanning van Rotterdam. Aanleiding voor de voorstelling is de zoektocht van Rotterdam als transformerende stad. Er wordt kritisch stilgestaan bij de huidige stadsontwikkeling en een aanzet gegeven om na te denken over een andere ontwikkeling. Hoe verhoudt wat we bouwen zich tot de mensen die in de stad wonen? Welke belangen worden er behartigd? Oftewel, voor wie bouwen we de stad?

scene uit BRUG

scene uit BRUG / foto Alina Fejzo

Van middeleeuwse stad naar wereldhavenstad

Het verhaal begint met een scene over de ontstaansgeschiedenis van Rotterdam. Met enige verbeelding wordt de meanderende Rotte – het oorspronkelijke veenriviertje waar Rotterdam zijn naam aan te danken heeft – geschetst op een zwarte ronde tafel en geprojecteerd op een van de drie schermen achter de twee vertellers. Hoewel Rotterdam een middeleeuwse stad is, herkennen we daar nog maar weinig van terug in de huidige stad. We zien de stad tot leven komen aan de hand van een verzameling maquettes die als een collage worden geprojecteerd op het scherm. Als toeschouwer duik je direct in de rijke historische gelaagdheid van Rotterdam. Tal van Rotterdamse historische gebouwen, sommige verloren geraakt tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, worden op een schijnbaar lukrake wijze samengebracht. De eerste Rotterdamse iconen komen voorbij, waaronder het Witte Huis, de eerste wolkenkrabber van Europa.

Een uiterst dramatische scene verbeeldt 14 mei 1940. Er worden papieren bommen gegooid en de tafel transformeert in een zee van vuur. We horen dissonante muziek die doet denken aan vliegtuigen en bominslagen. De gebeurtenis wordt aangegrepen om de binnenstad te moderniseren. Het stadscentrum verbouwt men naar het Amerikaanse model, met grote kantorencomplexen, winkels en vooral extra brede wegen. Want wonen, zo was het idee, wordt gefaciliteerd in de buitenwijken.
Na de wederopbouwperiode ontstaat er een korte periode van architectonisch experiment, waarbij de schaal zich meer richt op de menselijke maat. De terugtrekking van de haven uit de stad, in de jaren tachtig, zorgde voor veel werkloosheid én grote lege haventerreinen. Omdat de haven zo bepalend was voor de persoonlijkheid van de stad raakt Rotterdam in een identiteitscrisis. Als reactie hierop vinden er, net als in de wederopbouw, grootschalige ingrepen plaats. Ze zijn representatief voor de grootstedelijke ambities van Rotterdam. Al deze gebeurtenissen hebben geresulteerd in een zeer divers stadsbeeld.

scene uit BRUG / foto Alina Fejzo

scene uit BRUG / foto Alina Fejzo

Riek Bakker en de Kop van Zuid

In een volgende scene maken we kennis met stedenbouwkundige Riek Bakker. Zij wordt, net als de gebouwen, geïllustreerd in miniatuurvorm en voortgetrokken aan een touwtje met daaraan een bootje waardoor de scene transformeert in een levend stripverhaal. We horen haar stem als ze begint te vertellen over de geschiedenis van de Kop van Zuid, de Holland Amerika Lijn, de geschiedenis van de migranten en de diversiteit van de Rotterdamse stadsbewoners. Wanneer zij in 1985 als directeur stadsontwikkeling aan de slag gaat, staat het voormalige haventerrein Kop van Zuid voor een grote transformatie. Dat de Kop van Zuid zo beeldbepalend is geworden voor Rotterdam zou je kunnen beschouwen als een logische stap van de groei en ontwikkeling van de stad. Zo logisch was het echter niet leren we. Van oudsher werd Rotterdam-Zuid, het gehele stedelijke gebied ten zuiden van de Maas, beschouwd als een stadsdeel dat er niet echt bij hoort, vertelt Riek Bakker. Het zijn kunstenaars en creatieve ondernemers die als eerste potentie zien in het gebied, de gemeente deelde deze overtuiging destijds niet. Bakker vraagt het architectenbureau van Teun Koolhaas uit Almere om een overtuigend plan te visualiseren. Om de gemeente mee te nemen in haar verhaal en te overtuigen van haar visie voor Rotterdam-Zuid nodigt Bakker avond na avond groepjes mensen uit in haar appartement aan het Eendrachtsplein. De gelijkenis is treffend: net als in de performance werden er rondom een grote maquette verhalen verteld en visies gedeeld.

Voor zowel Bakker als Koolhaas is er geen twijfel dat het plan staat of valt met de komst van een brug. Aanvankelijk krijgen ze niet iedereen mee vanwege de hoge kosten. Zo ontdekken we dat Bakker twee ontwerpen liet maken om zo de discussie te herleiden naar wèlke brug er moest komen in plaats van òf er een brug moest komen. Het plan werkt. En zo wordt het ontwerp van de toen nog jonge en onbekende architect Ben van Berkel – een ondenkbaar scenario in deze tijd – iconisch voor het stadsbeeld van Rotterdam. Een miniatuur van de Erasmusbrug wordt ter plaatse gebouwd en verbindt de twee stadsdelen met elkaar. Parallel hieraan wordt er een lied van de Rotterdamse stadszanger Arie van der Krogt gezongen over De Zwaan.

scene uit BRUG / foto Alina Fejzo

scene uit BRUG / foto Alina Fejzo

Het huidige Rotterdam

We reizen door in de tijd en komen aan in het huidige Rotterdam, waar we zien dat de stad in een razend tempo is gegroeid. Het staat buiten kijf dat de verbinding met de Zuidoever een grote rol heeft gespeeld in de vooruitgang en de ontwikkeling van de stad. Tegelijkertijd zien we ook dat deze vooruitgang een keerzijde heeft: woonprijzen stijgen de pan uit en geliefde volkswijken worden gesloopt om ruimte te maken voor een efficiënter plan.
We zien de stad verder groeien aan de hand van talloze abstracte volumes, representatief voor de generieke torens die steeds vaker verschijnen aan de Rotterdamse skyline. De snel groeiende stad van vandaag lijkt te worden gestuurd door een praktische noodzaak om uit te breiden, waarbij er veel wordt gesloopt en gebouwd. Dit levert veel ontwikkelingen op die volledig op zichzelf staan, zonder verhaal, identiteit of verbinding en voorbijgaan aan de context. Het resultaat hiervan is een universeel stadsbeeld. De kloof tussen verschillende wijken en bewoners wordt alsmaar groter. Indien deze ontwikkeling zich voortzet dreigt het unieke rijke en gelaagde stadsbeeld van Rotterdam steeds verder te verwateren.

De tafel vult zich met een veelvoud aan markthallen, kubuswoningen en glanzende depots. Deze herhaling van maquettes heeft iets ironisch – de weerspiegeling van de stad – maar is ook serieus. De architectonische vernieuwingsdrift die Rotterdam kenmerkt heeft in de laatste decennia veel iconen opgeleverd die zeer bepalend zijn geworden voor het huidige stadsbeeld.
De Rotterdamse iconen hebben een sterke geldingsdrang. Steeds vaker verschijnt het woord ‘icoon’ op de bouwdoeken van nieuwe ontwikkelingen, alsof het gebouw zich bewust wil onderscheiden van de bestaande context. Ik vraag me af waarom Rotterdam zo veel nood heeft aan iconen. Middels interviews met onder andere wijkmaker Tom van Geest en stedenbouwkundige Salomé Attias, eveneens geïllustreerd in miniatuurvorm, wordt er kritiek geuit op deze ontwikkeling, Voor wie bouwen we deze iconen? Voor hoe lang en welke toestand, vragen zij zich af. Aan het woord komt ook Sanne van Manen, volgens haar zijn iconen ook nodig in een stad: het zijn de gebouwen die de stad een collectieve identiteit geven.

scene uit BRUG / foto Alina Fejzo

scene uit BRUG / foto Alina Fejzo

Toekomst

Tot slot wordt er een korte scene geschetst van een mogelijk toekomstig Rotterdam. Veel gebouwen zijn nog herkenbaar, soms getransformeerd, verweven met groen en voorzien van nieuwe verbindingen. Andere bijgeplaatste volumes vereisen meer inbeeldingsvermogen en verdichten de stad op een uiterst abstracte wijze. De stad die eens ontworpen werd voor de auto maakt nu ruim baan voor de voetganger. De Erasmusbrug is getransformeerd in een arcadisch landschap, als ultieme ontsnapping aan de hectiek van de stad. De stad oogt als een stedelijke oase, verbonden door allerlei architectonische schakels. Je zou kunnen stellen dat dit het typische beeld is van een stad in de toekomst.

Ik vraag me af hoe dit binnen de context van Rotterdam geplaatst kan worden. Want hoe kunnen we verder bouwen aan de stad met inachtneming van de gelaagde en diverse identiteit van Rotterdam? Wat als vernieuwing niet alleen voortkomt uit grote op zichzelf staande gebaren maar juist uit contextuele ingrepen in de bestaande stad? Kunnen we bijvoorbeeld een verbindende laag toevoegen aan de stad die enerzijds voortbouwt op de bestaande karakteristieken van Rotterdam en anderzijds ruimte biedt aan nieuwe verhalen; nieuwe ontwikkelingen die de verbinding zoeken in diversiteit zodat er nieuwe dialogen ontstaan.

Een gedegen onderzoek naar zowel de bestaande als de verloren context is naar mijn mening essentieel om de mogelijkheden van een plek te belichten. Een stad kan op verschillende manieren gelezen en geïnterpreteerd worden. Een stad herlezen zorgt voor nieuwe perspectieven die belangrijk kunnen zijn voor het verder schrijven aan de stad. De gelaagdheid van Rotterdam biedt genoeg aanknopingspunten om op voort te bouwen, zonder hiervoor de bestaande stad te hoeven afbreken. Want zijn niet alle gebouwen en stadsdelen onderdeel van ons stadsbeeld? Dus ook de volkswijk, de gedateerde en de ‘lelijke’ gebouwen. Het is juist de verscheidenheid die Rotterdam zo’n interessante stad maakt.

BRUG toont op een intrigerende wijze de geschiedenis, het heden en de toekomst van Rotterdam en biedt een veelzijdige blik waarbij je je geen moment verveelt. Interessant is hoe de veelheid en verscheidenheid aan materiaal – van oude archiefbeelden en geluidsfragmenten tot de verbeelding van verschillende Rotterdamse tijdlagen in maquette – samenkomt en de stad voor je ogen opbouwt. Het omgeven zijn door deze dynamiek onderscheidt de performance van een traditionele tentoonstelling, lezing of documentaire. Ik vond het bijzonder om mee te kijken door de ogen van verschillende stadsmakers over wat een stad maakt. Hierdoor voel je je als toeschouwer direct deelgenoot van het verhaal over hoe Rotterdam is gekomen waar het nu is en waar we als stad mogelijk naartoe zouden kunnen gaan. De muzikaliteit van het duo en de Rotterdamse humor zijn een passende toevoeging aan deze eigen vertelvorm en maken het bijzonder toegankelijk, ook voor hen die niet zo geïnteresseerd zijn in stadsontwikkeling. De prikkelende verbeelding van deze aanpak laat ons bewuster kijken naar de stad, en dat is zeker de moeite waard.

Enkele gerelateerde artikelen