Nieuws

Een profetisch geluid over ongelijkheid, de stad, en de publieke ruimte

Op dinsdag 25 oktober overleed in de Amerikaanse stad San Diego de sociaal geograaf Mike Davis op 76 jarige leeftijd. Zijn dood komt niet onverwachts, want hij was al geruime tijd ziek. In een interview met de LA Times in juli van dit jaar liet hij zich ontvallen dat hij zich had verzoend met de diagnose ongeneeslijk ziek te zijn, maar dat hij eigenlijk had gehoopt ‘op de barricaden’ te sterven. In actie. Een romantisch idee, geeft hij zelf toe in het interview, maar zeer passend bij de activist die hij was.

Collectie van 18 boekomslagen van Mike Davis

Boekomslagen van het non-fictie werk van Mike Davis

In het veld van de architectuur is Mike Davis ongetwijfeld bekend geworden door zijn boeken over Los Angeles en andere steden en stedelijke ontwikkelingen. Het boek The City of Quartz (1990) betekende zijn doorbraak. Een analyse van de verschillende gezichten van Los Angeles, waarin dystopie en utopie elkaar afwisselen. Een gesegregeerde stad zonder sociale samenhang. Donald Trump wordt er al kort in genoemd, als een van de individuen die rijkdom vergaren ten koste van de stad. Later volgen bekende boeken als The Ecology of Fear (1998), waarin hij analyseert hoe Los Angeles zich verdedigt tegen ‘gevaar’, van natuurlijke bedreigingen als bosbranden en aardbevingen, tot aan het beveiligen van de openbare ruimte in het ‘business district’ in het centrum en privaat bezit en rijkdom in de buitenwijken, en Planet of Slums (2006), waarin hij zijn blik richt op wat nu de steden in de Global South wordt genoemd. Maar wellicht het meest gelezen binnen het veld van de architectuur is zijn bijdrage aan Variations on a Theme Park (1992), het boek waarin de New Yorkse architect Michael Sorkin artikelen bij elkaar bracht die op een of andere manier het verval van de publieke ruimte beschouwen. Sorkin claimt in de introductie tot deze bundel het einde van de ‘publieke’ ruimte, waarin mensen niet benaderd worden als consumenten, maar actief op elkaar betrokken kunnen zijn en met elkaar in actie kunnen komen uit zorg voor de wereld. Davis doet met zijn bijdrage een flinke duit in dit zakje. In zijn essay, met als dystopische titel ‘Fortress Los Angeles: The Militarization of Urban Space’, beschrijft hij de destructie van de publieke ruimte in Los Angeles en hoe ‘main street’ ‘mean street’ was geworden, waar daklozen werden opgejaagd onder toenemende politie surveillance. Daarbij werden openbare toiletten werden gesloten en publieke gebouwen en voorzieningen gebarricadeerd. Deze destructie van de publieke ruimte werd volgens hem niet alleen zichtbaar in de toegepaste techniek en toenemende surveillance (nog voordat de alomtegenwoordige camera’s de controle van agenten op straat overnamen), maar was veelal ook ingebakken in het ontwerp van publieke gebouwen en openbare ruimten. Vooral architect Frank Gehry moet het ontgelden, als degene die ‘veiligheid’ als ontwerpmotief nam voor de Frances Goldwyn Library, de regionale openbare bibliotheek die hij ontwierp voor Hollywood. In plaats van min of meer zachte grenzen tussen binnen en buiten die bezoekers verwelkomen, al dan niet gecontroleerd door techniek, ontwierp Gehry in de ogen van Davis een fort. De gekozen vorm heeft niets met het programma te maken, schrijft Davis. Als zodanig is het hoekige gebouw een voorloper van alles wat Gehry daarna heeft ontworpen, maar dat terzijde. De bibliotheek is een ommuurde monumentale compositie, die niet alleen niet uitnodigt om er binnen te treden, maar ook nog eens een arrogante uitstraling heeft, aldus Davis’ analyse.

Opvallend is dat de essaybundel verscheen in 1992, en dat zijn bijdrage dus geschreven is nog voor het moment dat in Los Angeles de stad ontvlamt nadat een jury besloot de vier blanke agenten niet te vervolgen voor het met excessief geweld oppakken van de vermeende dief Rodney King. Het gebruikte geweld was vastgelegd en breed gedeeld op televisie. De verontwaardiging over dit staaltje klasse-justitie en racisme, leidde tot grootschalige demonstraties, plunderingen en vernielingen in de stad. In Ecology of Fear noemt Davis het een keerpunt in de geschiedenis van de stad. Niet dat het er daarna rechtvaardiger werd, integendeel: de uitbarsting van onvrede en geweld leidde er juist toe dat de bewoners zich meer en meer terugtrokken in bastions en de ‘militarisering’ van de openbare ruimte alleen maar toenam. Davis zag de reactie als een terugkerende reflex, waarbij het gevaar van geweld en plunderingen op eenzelfde manier beantwoord werd als de natuurlijke bedreigingen. Er werd niet gezocht naar een oplossing voor de uitdagingen, ze werden genegeerd. Daarbij werden de problemen, uiteraard, alleen maar groter. Los Angeles werd hoe langer hoe meer een eilandenrijk van fortificaties, waarbinnen de (gegoede) burgers zich veilig wanen.

Davis had een scherp oog en een vaardige, kritische pen. Een meester in het verhalen vertellen, en onrecht dichtbij te brengen. Deze zomer las ik naar aanleiding van een tip zijn boek Late Victorian Holocausts (2001). Het heeft weinig met de stadstheorie te maken, maar toont zijn vaardigheid om verhalen te vertellen en onverwachte verbanden te zien. In het boek maakt hij duidelijk hoe koloniale regimes zoals het Britse rijk – en vergeet ook Nederland niet – zelfs natuurverschijnselen als El Niño en de daaruit volgende hongersnoden weten uit te buiten, met als gevolg een verdere verarming en toenemende afhankelijkheid van de Global South in het voordeel van de Global North. De ondertitel spreekt dan ook van ‘the making of the third world’. Het boek staat vol schrijnende en afschuwelijke verhalen, niet echt geschikt om te lezen tijdens een ontspannen vakantie op een strandlaken. Het boek tekent de brede blik van Davis, als ook zijn achtergrond in het aan het Marxisme gelieerde sociaal-geografisch activisme. Hij deed zijn ogen niet dicht voor ongelijkheid, niet in zijn eigen stad, maar ook niet op de schaal van de wereld. Het was zijn missie, denk ik, om deze ongelijkheid via tal van verhalen aan het licht te brengen, niet alleen omdat deze verhalen hoog nodig verteld moeten worden, maar ook om politieke actie te bewerkstelligen. In de ultra korte biografie die is opgenomen in mijn editie van Ecology of Fear staat dat Davis, voordat hij stadstheorie ging doceren op het Southern Californian Institute of Architecture, slager en vrachtwagenchauffeur was. Een fascinerend gegeven, vond ik. Maar pas nu begrijp ik hoe het samenhangt met zijn scherpe oog en politiek activisme. Het obituarium dat de LA Times over hem publiceerde, verhaalt over een staking onder buschauffeurs waarvan Davis er een was. Een stakingsbreker rijdt een van de stakers aan, waarin de meeste andere stakers in woede uitbarsten en wraak willen nemen. Bij Davis dringt het besef door dat dit geen oplossing is, maar de situatie zou verergeren. Er moet gezocht worden naar een politieke strategie. Dat inzicht bracht hem terug naar de universiteit, naar de sociale geografie, en naar de prachtige, indringende, soms dystopische bijdragen aan het debat over de stad, de politiek, en de wereld die hij nalaat. Zijn boeken zijn nog altijd, en ik vrees nog voor lange tijd, bijzonder actueel. Leen ze, koop ze, en lees.

Enkele gerelateerde artikelen