In het najaar van 2022 reisde ik met mijn zus naar Pristina (Kosovo) om de 14e editie van Manifesta te bezoeken. Een verslag van een bezoek aan de nomadische biënnale in een verscheurd land, die voor deze editie als thema meekreeg: New Practices and Modes of Collective Storytelling.
Publiek zoals altijd – de 14e editie
De schommelende bus rijdt door het uitgestrekte heuvellandschap dat zich tussen Skopje en Pristina bevindt. Mijn zus en ik zijn op weg naar Manifesta14, een nomadische biënnale die elke twee jaar op een andere plek wordt gehouden. Flarden van Manifesta12 in het Siciliaanse Palermo komen boven drijven. In Palermo was het programma zo verweven met de culturele en geologische geschiedenis van de locatie dat de biënnale bij uitstek voor de inwoners gemaakt leek te zijn.
Manifesta wil het verhaal van de stad en haar mensen vieren en hervertellen aan haar eigen bewoners en de bezoekers. Anders dan bij traditionele biënnales reflecteren de artistieke werken nadrukkelijk op de omgeving. Een dergelijke houding is terug te vinden in het werk van de science fiction schrijfster Ursula Le Guin wiens werk ik momenteel aan het lezen ben. Haar literaire werken, maar ook haar essays en lezingen draaien veelal om de kracht van verbeelding en hoe dit de gesitueerde dagelijkse patronen en structuren kunnen bevragen. Hierdoor kunnen nieuwe scenario’s geïntroduceerd worden. Het thema van de hoofd expositie It matters what worlds world worlds: how to tell stories otherwise is ontleend aan de Amerikaanse wetenschapsfilosoof Donna Haraway die op haar beurt is geïnspireerd door Le Guin. Zo zetten Le Guins werken de toon voor de gehele Manifesta editie.
Met een blik van buitenaf werd de stad Pristina, de hoofdstad van Kosovo, door een groep Italiaanse architecten twee jaar voorafgaande aan Manifesta14 onderzocht. De verlaten en beschadigde stad met een hoog percentage jongeren heeft behoefte aan veel nieuwe woningen en voorzieningen. Het rijke en vooral bloedige verleden van Kosovo laat zich niet in een aantal zinnen samenvatten. Als autonome deelprovincie maakte het deel uit van het Joegoslavië van Tito, een gebied waar Serviërs en Albanezen vreedzaam samenwoonden. Hoe groot de verscheurdheid tussen de bewoners nu is, blijkt onder andere uit De Tranen van Tito, een programma van Iva Bicanic. Op een dorpsschool krijgen de Servische kinderen ’s morgens les in het Servisch. ’s Middags is het de beurt aan de Albanese kinderen die op hun beurt les krijgen in het Albanees. Samen spelen doen ze niet.
Over de status van Kosovo woedt nog altijd een strijd. De stippellijn op de topografische kaart laat zien dat Kosovo door sommigen als autonome staat en door andere als provincie van Servië wordt gezien. De grensovergang tussen de twee gebieden is strikt en belemmerend ingericht. Het conflict is als ondertoon voelbaar op deze Manifesta, al stellen mijn zus en ik vast dat het voor ons als West Europese twintigers relatief onbekende verhalen zijn. Zo niet voor de jongeren die betrokken zijn bij het programma. Zij uiten hun ongenoegen over het voort sluimerende conflict. Manifesta14 brengt mijn zus en mij daarom niet enkel esthetische, innoverende of baanbrekende kunst en architectuur, maar vooral begrip van Pristina en haar bewoners – een plek-specifiek verhaal.
Gr nd Ho e – Het alomvattende schema
Omdat een website en Instagram niet altijd informatiever zijn dan een echt persoon op een fysieke plek is het leegstaande Grand Hotel, het hart van Manifesta14, onze eerste stop. Wandelend over een brede boulevard doemt in de verte het markante gebouw op. Het Grand Hotel, waarvan het naambordje nog maar enkele letters bevat, staat aan het einde van de winkelstraat. Op de zandkleurige gevel zijn 5 schietende (of vallende) sterren afgebeeld. Eenmaal binnen is de allure van de vroegere glorie voelbaar, vergeelde foto’s, een rood tapijt, een kroonluchter, het café met oude mannen en vrouwen die een sigaretje roken met een wijntje.
Na een korte introductie van de jonge vrouw achter de balie nemen wij de lift naar boven om de hoofdexpositie te bekijken. Vanaf de bovenste verdieping zakken wij af. Eén kamer laat zien hoe het hotel er vroeger uitzag. Verder dient het betonnen geraamte als decor voor het verhaal The Grand Scheme of Everything, een verhaal over transitie, migratie, water, kapitaal, liefde, ecologie en speculatie. Elk thema heeft een eigen verdieping waar een groep onderzoekers en kunstenaars op reflecteert. Zo vertelt de Kosovaarse Doruntina Kastrati in haar werk Ring the bells my land, 2017/2022 over het idee dat bij sommigen leeft om de planeet Mars te kolonialiseren. Dit wordt verbeeld door een ruimte met een rood landschap van gebroken thermo bakstenen. Deze bakstenen maken een helder klingelend geluid als je erop loopt, Kastrati brengt dit geluid in verband met haar waardering voor het dagelijks klingelen van de geitenbellen in het berglandschap waar ze vandaan komt. Het is een van de voorbeelden waarbij een relatie wordt gelegd tussen een lokaal verhaal en een mondiaal narratief. Vooral de kunstwerken die de gehele ruimte benutten om deze verbinding te maken, spreken erg aan en zijn als essays van het Grand Scheme te lezen. Echter is het Grand Hotel, de naam zegt het al, groot. Na twee verdiepingen bekeken te hebben, blijkt dat we in de korte tijd dat we in Pristina zijn niet alles uitgebreid tot ons kunnen nemen. Deze expositie moet misschien net zo rhizomatisch worden gelezen als de boeken van Le Guin waarbij, nadat je enkele aansprekende essays gelezen hebt, wordt gelonkt naar verhalen en referenties die zich daarbuiten afspelen.
Uitroeptekens in oud en nieuw stedelijke context
Als we buiten staan is uitgesproken architectuur van de bibliotheek wat ons als eerste aantrekt – de locatie waar de geschreven verhalen worden opgeslagen. Het stalen net dat het nationaal archief en de leergierige Kosovaar(se) vasthoudt, is deze zaterdagmiddag enkel open voor Manifesta14 bezoekers. De gastvrouw vertelt ons enthousiast dat de vele, dicht opeen geschakelde houten stoelen en banken in de ochtend nog vol zaten met jong en oud. De functie van de bibliotheek wordt verbonden met de kunstgalerie die zich tweehonderd meter verderop bevindt. Hier wordt het belang van archiveren onder de aandacht gebracht. In de kunstgalerie wordt het hoofdthema in verband gebracht met de overlevering van verhalen én welke verhalen niet het privilege hebben te worden doorverteld. De bibliotheek en de kunstgalerie slaan het geschreven woord op, maar op deze Manifesta14 is het gesproken woord even belangrijk. De rondleidingen die elke dag vanaf verschillende punten in de stad worden georganiseerd zijn belangrijke momenten in het programma waarop bewoners en bezoekers met elkaar in gesprek gaan over de geschiedenis en de mogelijke toekomsten van de stad.
Een van de rondleidingen vertrekt vanaf het New Born-monument, een typografische structuur uit 2008 dat ieder jaar een passend thema jasje krijgt. Er verzamelt zich een kleine groep bestaande uit Duitse, Nederlandse en Italiaanse bezoekers. De rondleiding voert ons langs een paar prominente gebouwen in het stadscentrum. Gebouwen die meermaals zijn getransformeerd en ondanks hun locatie en uitgesproken architectuur leeg staan. De gids is een lange jonge dame die enthousiast vertelt over de restanten van een levendig winkelcentrum in het nu verlaten Sport Paleis. Ze wijst ons op de ingestorte maquette van het masterplan en de zilverkleurige glanzende zeppelinballon van de Koreaanse kunstenares Lee Bul die in de immense hal hangt. Beiden spreken boekdelen over de vergane glorie. Aan de overkant van de straat staat een ander markant gebouw; een oude drukkerij. De laatste functie van de drukkerij was een club voor de Kosovaarse techno scene. Deze mag volgens onze gids wel geherintroduceerd worden. Terwijl aan de rand van de stad in rap tempo woontorens en shoppingmalls worden gebouwd, lijken de verhalen en verbeelding van de oude gebouwen te verstommen. De gids is zichtbaar opgetogen dat bezoekers haar stad met verhalen komt bewonderen, maar kan Manifesta14 echt wat betekenen voor de reactivering van deze gebouwen?
Dit hangt wellicht ook af van de Europese architecten die voor iedere Manifesta worden gevraagd een interventie te doen. Mochten deze interventies door het stadsbestuur en bewoners worden gewaardeerd dan kan de tijdelijke interventie tot permanent nieuw gebruik worden omgetoverd. De wens voor permanentie wordt bijvoorbeeld kenbaar gemaakt door de buurtbewoners van de voormalige baksteenfabriek die onderhanden werd genomen door het Berlijnse architectencollectief Raumlabor. Het zijn de buurtbewoners die ons zondagochtend enthousiast ontvangen voor een rondleiding. Helaas moeten zij ons na een uur meedelen dat het beter is zelf een wandeling over het terrein te maken omdat Raumlabor het programma niet goed in de agenda had staan. Ronddwalend over het oude fabriekscomplex valt op dat het terrein is ontdaan van afval. Er is zelfs een gazonnetje aangelegd. Het is nog onduidelijk wat met de fabriek gaat gebeuren. De oude man en jongeren die al vroeg in de ochtend aanwezig zijn vertellen dat ze graag een soort gelijke trots en bedrijvigheid van voorheen willen. Ondanks dat Raumlabor de baksteenworkshop later in de week ook op het laatste moment afzegt, scheppen de kleine ingrepen en het feit dat de Kosovaren zichtbaar aanwezig zijn op de geherintroduceerde openbare plek de hoop dat hier de verbeelding van nieuwe verhalen in volle gang is.
De schaal waarbinnen de Manifesta14 activiteiten afspelen is makkelijk te bewandelen. Zo loop je binnen een kwartier van de baksteenfabriek naar de bazaar. Tentoonstellingen op historische plekken vertellen verhalen over de lokale geschiedenis. De oude hammam, niet meer in gebruik door een verkeerd uitgevoerde restauratie, is ons door velen aangeraden. Eenmaal binnen blijkt de grote hal gevuld te zijn met papieren hangend aan rode draden. Sommige draden bevatten verhalen van Kosovaren. Ondanks dat het kunstwerk I Hope… mij niet heel erg aanspreekt kan ik mij voorstellen dat de inwoners van Kosovo zich tot dit werk worden aangetrokken. De rode draden die de kunstenares Chiharu Shiota samen met de bewoners heeft opgehangen werken als communicatiemiddel en archief van de stad. Wellicht dat daarom een groepje jongeren uitgebreid foto’s maakt van deze instagramable installatie. De hammam is niet de enige locatie waar we veel jongeren treffen. Zo is de galerie om de hoek van de hammam gerund door jongeren, waar de exposities de geschiedenis vertellen en zijzelf de toekomst inluiden.
Woorden, betekenissen en de rol van het publiek gemanifesteerde*
Enkele Manifesta locaties bevinden zich aan de rand van de stad, in woonwijken waar het dagelijks leven van de Kosovaren gewoon doorgaat. Boven op een berg staat een vervallen villa die vroeger als school diende. De dochter van de directeur vertelt ons dat ze er graag een museum van wil maken. We lopen onder krakend geluid van baksteenscherven naar de top en kijken uit over het glooiende Kosovose landschap met op de voorgrond woningen, een kerncentrale en snelwegen die tot de bergen in de verte lopen.
Diagonaal aan het andere uiterste van de stad bevindt zich een klein appartement waarvan het weidse uitzicht wordt geblokkeerd door flats rondom. Het appartement is gekocht door de Poolse kunstenares Alicja Rogalska. De inrichting Sister Flat verwijst naar de achtergestelde positie van vrouwen in Kosovo. Het bloemetjesbehang bestaat uit schoonmaakgerij zoals poetslappen, de vitrage is gemaakt van de lingerie die de moeder van een aanstaande bruid toont aan andere vrouwen uit de buurt. Ondanks dat de ruimte redelijk vol staat met bezoekers vertellen de twee jonge gidsen dat het moeilijk is de vrouwen uit de buurt te bereiken. De maandagen zijn gereserveerd voor vrouwencirkels waar een rechter vrouwen helpt met huwelijksproblemen. Over de gehele periode van Manifesta14 die honderd dagen duurt, hebben slechts drie vrouwen van middelbare leeftijd de cirkel bezocht. Ondanks de lage drempel die de kunstenares legt, blijkt de culturele en maatschappelijke deur aan de zijde van de Kosovaarse vrouwen zwaar en moeilijk te openen. Het project is geen mislukking. Hier wordt een ‘minor story’ verteld en een start gemaakt voor een nieuwe generatie vrouwen zoals de jonge gidsen die hier elke dag aanwezig zijn.
Wanneer we Pristina achter ons laten en de oude en nieuwe gebouwen van de stad voorbijschieten, bedenk ik dat de woorden van Ursela le Guin vooral aan de randen van de stad resoneerden. Deze expositielocaties brachten ‘interactieve’ verhalen. Het stedelijk weefsel werd hier voorzien van een hypertext die te lezen was voor bewoners van de stad als ook voor mijn zus en mij. Juist de situatie specifieke verhalen maakt Manifest14 zo gegrond en aansprekend voor de bewoners van de stad, terwijl ze vaak weerklinken in de grotere mondiale verhalen. Het vooronderzoek, de interventies in het stedelijk weefsel en de samenwerking met lokale bewoners genereert niet enkel toeristisch inkomsten, maar biedt ook een podium voor samenwerking en uitwisseling en bovenal voor de inwoners grip op toekomst middels dromen en scenario’s.