How to value urban interstitial spaces and secure a place for them as additional type of public green space? Intentions for the unintentional designed by Linde Keip (WUR) shows a way.
Kan je je onderwerpkeuze kort toelichten?
Ik groeide op in Amsterdam en bracht ik uren door op het braakliggende land achter ons huis. Het was de plek voor avonturen en oneindige fantasie juist omdat hier de regels van de bebouwde omgeving niet golden. Ook toen ik opgroeide en landschapsarchitect werd, bleven de braakliggende terreinen me fascineren. De manier waarop natuurlijke successie de andere aanwezige lagen overneemt en hoe stedelijke bewoners manieren vinden om gebruik te maken van de ongedefinieerde ruimte, vormt een welkome uitzondering in de aangeharkte stad. Wat me opvalt is dat wanneer deze plekken herontwikkeld worden, ze de complexiteit en informele kwaliteiten verliezen. Als landschapsarchitect vroeg ik me af waarom die kwaliteiten verdwijnen als het gebied in aanraking komt met ontwerp. En kunnen wij niet als ontwerpers onze kunde gebruiken om ze te laten bestaan tussen alle formele ruimte van de stad? Die vragen waren de motivatie voor het project en heb ik als ontwerpuitdaging aangenomen.
Wat of wie zijn je inspiratiebronnen en kan je dit (kort) toelichten?
Mijn grootste inspiratiebron zijn de plekken waar de natuur de bestaande, door mensen aangelegde lagen, overneemt en waar je, door de ongedefinieerdheid van de ruimte, zelf op ontdekking kan gaan. Een andere grote inspiratie is het afstudeerwerk van Hannah Schubert, Tweede Natuur, waarin ze onderzoekt hoe je, met een samenspel van ingrepen en de successie van de vegetatie, moderne ruïnes zou kunnen initiëren. Het lezen van o.a. Gilles Clement, Ignasi de Sola Morales, Michel Foucault, Guy Debord en Mathew Gandhi bleef gedurende het hele project enthousiasme aanwakkeren om gedachtes verder uit te diepen.
Benoem en beschrijf (kort) het sleutelmoment in je afstudeerproject.
Mijn begeleider Rudi van Etteger vroeg tijdens een van onze besprekingen, “waar in de publieke ruimte zou je nu nog kunnen huilen?”. Een vraag die ik wel begreep maar niet meteen wist te plaatsen. Later in het afstudeerproces, bezocht ik voor mijn onderzoek voor de 5e dag op rij op de projectlocatie om het gebruik van het terrein te observeren. Een jongen ging op een boomstam zitten, ik stond op een afstand en hij had mij niet gezien. Na een tijdje begon hij te huilen, even later stond hij op, haalde diep adem en vertrok weer. Door deze observaties in combinatie met de vraag die Rudi me eerder had gesteld, vielen dingen op hun plek. Ik had het bewijs voor het belang van dit soort plekken in de stad, het zijn onder andere de plekken waar je zou kunnen huilen.
Projecttekst
Urban Interstitial spaces are the unregulated, undetermined vacant pieces of land in the city, they hold different qualities than formal green space and thereby help to serve the diverse needs of urban inhabitants. This project is a pledge to value urban interstitial spaces and secure a place for them as additional type of public green space, thereby increasing the diversity of public urban green spaces.
It disappointed me to see how the sites after redevelopment have almost always lost all spontaneity and informality. Could we not as landscape architects use our design competences to let them exist within the formal structure of the city? This project provides a design approach for developing interstices, alternative to the so often applied tabula rasa approach. I researched the question: what design interventions can increase publicness of urban interstitial spaces without formalising green space?
To answer this question, research was conducted in four distinct sites in Leipzig, Germany. One specific interstice serves as a case study for in depth-research and subsequent design interventions. The study draws from personal observations and experiences to develop a novel approach to a spatial design in urban interstices, aiming to increase publicness without formalising the green space. The design approach provides flexibility in the level of informality between the different interventions. The interventions pay attention to the self-transforming nature of the interstice, they are a means to prompt a certain behaviour without completely predefining the use of the site, aiming to incite curiosity for users to determine their own paths. In this way incorporating the interstitial space into the public green structure of the city without losing the distinctive qualities that interstitial space holds.
Naam
Linde Keip
e-mail
opleiding
Wageningen Universiteit en Researchcentrum – Landschapsarchitectuur
begin afstuderen
januari 2020
afgestudeerd
januari 2021
Wat doe je nu?
Nu werk ik bij H+N+S landschapsarchitecten, daarnaast schrijf ik een artikel over dit onderwerp en het afstudeeronderzoek. Afgelopen zomer ging ik met het kunstenaarscollectief If Paradise Is Half As Nice (www.ipihan.com) naar Dresden, zij wonen en werken elk jaar gedurende 5 weken op een, elk jaar verschillend, braakliggend terrein. Elk jaar nodigen ze een gast uit en afgelopen jaar mocht ik mee. De resultaten waren te zien tijdens het afsluitende expositieweekend eind augustus.
Wat hoop/wil je als ontwerper in de nabije en/of in de verre toekomst bereiken?
Ik ben benieuwd of we in Nederland plek durven te reserveren voor ongedefinieerde ruimte en te onderzoeken hoe zo’n plek er dan uit komt te zien. Ik zou een vervolg willen geven aan het onderzoek, van theorie naar praktijk, door een pilotlocatie te ontwikkelen en daarmee een te precedent te scheppen die laat zien hoe je op een andere manier om kan gaan met de kwaliteiten van de bestaande tussenruimte van de stad. Op de pilotlocatie zal ik d.m.v. ‘design fieldwork’, tegelijkertijd onderzoeker en ontwerper zijn. De observaties zijn de input voor de ontwerp ingrepen, om vervolgens te onderzoeken hoe die het gebruik van de plek beïnvloeden. Een breder begrip en een alternatieve aanpak voor bestaande tussenruimte kan een kosten efficiënt en vruchtbare toepassing zijn voor groene stedelijke ruimte, ik hoop dat mijn project andere ontwerpers en beleidsmakers enthousiast maakt en serieus laat kijken naar de waarde van informele ruimte in de stad.