Om de tegenstanders van de vijfde energietransitie te sensibiliseren willen de auteurs van The Power of Landscape dat iedereen een keer een energielandschap bezoekt. Kennis van de complexiteit van zulke landschappen kan je een genuanceerder beeld geven op het energielandschap. Ons landschap is namelijk altijd in transitie geweest en is, zeker in de dichtbevolkte landen als Nederland en België, nu ook al één groot energielandschap. Energieopwekking is daarom geen op zichzelf staande toevoeging, maar een volgende fase in ons bestaande landschap. Landschapsarchitecte Hanna Prinssen vertelt ons welke lessen zij nog meer trok uit het onlangs verschenen boek.
Het lezen van het boek The Power of Landscape lijkt in de winter van ‘22-‘23 relevanter dan ooit. De energieprijzen rijzen de pan uit door de schaarste aan fossiele brandstoffen. Een alternatief hiervoor is energie afkomstig van natuurlijke bronnen die constant worden aangevuld of oneindig zijn. De meeste mensen zijn dan ook vóór dit soort duurzame energie. Maar op het moment dat er windmolens of zonnepanelen in onze ‘karakteristieke’ landschappen worden voorgesteld zijn we daar toch vaak fel op tegen. De consument van energie kent de werkelijke kosten van zijn of haar levensstijl niet. Hij of zij ziet de energierekeningen, maar niet de ruimtelijke impact op het landschap.
In The Power of Landscape. Novel Narratives to Engage with the Energy Transition, betogen Sven Stremke, Dirk Oudes, Paolo Picchi dat de energietransitie niet gaat over de technologie, maar over een omgeving in verandering. Het boek bestaat uit 3 hoofdstukken: Learning from the past; Questioning the present; en Imagining Alternative Futures. De schrijvers zijn zelf aan het woord, maar ze nodigen ook experts uit om hun kennis en projecten te delen en de verandering te tonen. En zo heb ik tijdens het lezen van het boek ook een verandering doorgemaakt, en de volgende lessen geleerd:
1. We leven in één groot energie landschap.
Tijdens het lezen van het boek reis ik door het Nederlandse landschap en realiseer ik mij dat eigenlijk alles in een bepaalde mate te maken heeft met energie. Een landschap waarin voedsel wordt geproduceerd als energie voor de mens, de energie waarmee auto’s en treinen constant in beweging zijn, energie die de natuur laat groeien en bewegen in de wind, et cetera. De energietransitie is daarmee onderdeel van het landschap waarin we wonen. En ja, daar mogen we kritisch op zijn, want ons land is al behoorlijk vol. Maar zoals het boek beschrijft: als we het landschap als één energielandschap gaan zien (wat het dus in de praktijk ook is), gaan we het opwekken van duurzame energie ook ontwerpen als onderdeel van het landschap, in plaats van een extra toevoeging.
2. Het landschap is altijd in transitie.
Een eyeopener van The Power of Landscape vind ik wel het inzicht dat de energietransitie geen nieuw fenomeen is. In het boek worden vijf energieperioden gelinkt aan de transitie en geschiedenis in Nederland die te maken hebben met de sociale ontwikkelingen in die tijd. Zo begonnen we met man- en dierkracht tijdens de agrarische revolutie, tijdens de middeleeuwen schakelden we over op turf, waarop windmolens tijdens de voor-industriële periode, fossiele brandstof vanaf de industriële revolutie en in het heden de duurzame energie volgden. Deze transitie ging geleidelijk en wordt daarom gezien als een evolutie in plaats van een revolutie. Tussen elke periode vonden veranderingen in het landschap plaats. De transitie van windmolens naar de door kool aangedreven stoommachines maakte het bijvoorbeeld mogelijk om op grote schaal Nederland droog te leggen. Dit veranderde ons landschap van meren en onontgonnen gebieden in een mozaïek van polders. De vijf verschillende energieperiodes veranderde zichtbaar ons landschap, waar we van iedere periode nog steeds de relicten kunnen zien. Dat maakt ons landschap een rijk landschap. De huidige transitie naar duurzame energie is vanuit historisch oogpunt gewoon een volgende fase in een evoluerend landschap.
3. Wat is het verleden waar we zo veel waarde aan hechten?
Velen van ons zien het huidige landschap als statisch en permanent. We willen het landschap behouden of, zoals vaak terugkomt in ons werk als landschapsarchitecten, herstellen en terugbrengen zoals het ooit was. Onze inspiratie halen we vaak uit het verleden, maar zoals dit boek je doet realiseren is een landschap altijd aan verandering onderhevig. Dus wat maakt een landschap karakteristiek? Van de verschillende transitieperiodes zien we nog relicten in het landschap die nu vaak worden erkend als cultuurhistorisch, zoals de ruimtelijke vorm van de veenontginning of de windmolens die werden gebruikt tijdens de drooglegging van verschillende gebieden in Holland. Terwijl het gebied duizend jaar daarvoor een groot moeras was. Dus wat is nou precies die historische waarde waar we ons zo aan hechten? En blijven we niet vastzitten in het statische huidige landschap als we daar zoveel waarde aan hechten? Stremke, Oudes en Picchi zeggen niet dat we niet meer naar het verleden moeten kijken, maar dat we het landschap vooral niet als iets statisch moeten zien. De transities van het verleden laten een omgeving in verandering zien die we kunnen gebruiken als inspiratie voor een duurzame en noodzakelijke omvorming naar de toekomst.
4. Het landschap is een weerspiegeling van onze levensstijl.
Zullen we in de toekomst windmolens en zonneparken ook gaan zien als cultuurhistorische elementen? Of zijn het tijdelijke objecten in het landschap? Als landschapsarchitect krijg je vaak opdrachten om de objecten, waarmee duurzame energie wordt opgewekt, in te passen in het landschap. Het inpassen klinkt bijna als het verbergen van een autonome energie infrastructuur die niks te maken heeft met onze levens en resulteert daarom vaak in een rand schaamgroen om te verbergen wat er niet mag zijn. Deze energielandschappen zijn echter wel degelijk een weerspiegeling zijn van onze levensstijl, onze maatschappij. Moeten we daarom doorgaan met het inpassen (lees: verbergen) van onze energie infrastructuur, of gaan we deze elementen juist verwelkomen?
5. Bezoek een energielandschap.
”Bezoek je wel eens een energielandschap?” is de vraag die gesteld wordt in het boek. De auteurs bezochten voor het boek verschillende landschappen in Europa en Noord-Amerika. Met deze voorbeelden laten ze zien hoe energie onderdeel kan zijn van een landschap met in achtneming van de gebiedseigen karakteristieken. Dit wordt met prachtige foto’s en kaarten geïllustreerd. In het voorbeeld Solar Orchard in Las Gabias, Andalusië in Spanje, volgen de zonnepanelen de structuur van de omliggende boomgaard.
“Het bezoeken van de landschappen verandert je houding; als je de complexiteit ervan volledig begrijpt, krijg je een meer genuanceerd perspectief op de landschappelijke eigenschappen van een energielandschap en niet als een landschap dat is aangetast door technologie”, stellen Stremke, Oudes en Picchi. Misschien moeten we dus allemaal eens een energielandschap bezoeken!
De energie transitie gaat niet over de technologie, maar over een omgeving in verandering.
We staan voor een enorme verandering. Alle leden van de Europese Unie hebben als doel om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 55% te verminderen en in 2050 klimaatneutraal te zijn. In een dichtbevolkt land als Nederland met een structureel tekort aan ruimte is dit een grote opgave en vraagt het om integrale multifunctionele oplossingen. Het boek toont hiervoor een selectie mooie voorbeelden. Dit geeft vertrouwen in de toekomst. Laten we de transitie omarmen en energielandschappen ontwerpen met de wetenschap dat ook zij relicten worden voor de toekomst!