Nick van Dijke (Academie voor Architectuur en Stedenbouw Tilburg) ontwierp een reeks stedelijke en architectonische elementen die in elkaars verlengde liggen en aanpasbaar zijn. De aaneensluitende ruimtes zijn niet uitgesproken openbaar, privaat of parochiaal, maar worden telkens tijdelijk ingenomen naar gelang de behoefte.

Dynamische drempels, een architectonisch ecosysteem
Kan je je onderwerpkeuze kort toelichten?
Tijdens het wandelen in de stad, wel te verstaan in de niet ‘hippe wijken’ van de stad, komt bij mij een gevoel van saaie eentonigheid naar boven. Wie wonen hier? Waar is iedereen? Er heerst haast een vijandigheid tussen de bewoner en de straat. Gordijnen en rolluiken zijn dicht, onkruid overwoekert voortuinen en de stoep, auto’s staan dubbel geparkeerd. Het is een typische Nederlandse naoorlogse woonwijk.
Het ervaren van andere mensen en hun dagelijkse routine is essentieel voor ons wooncomfort. Vereenzaming is een belangrijk sociaal maatschappelijk thema. Een persoon verhoudt zich tot zijn omgeving en reageert daarop. Wat speelt zich af achter deze gevel? Mensen die in wijken als deze wonen hebben vaak en meer last van eenzaamheid, een ongezonde leefstijl, gezondheidsproblemen, armoede en werkloosheid. Hoe verhoudt zich deze relatie tot de architectuur van deze wijken? Met name, hoe kan architectuur inspelen op individuele behoeftes, functionaliteit, saamhorigheid, eigenaarschap en gezamenlijke activiteiten?

Woonmilieu The Shelter, de verstopplek voor de buitenstaander
Wat of wie zijn je inspiratiebronnen en kan je dit (kort) toelichten?
In het proces heb ik veel gehad aan het analyseren van het werk van architecten als Herman Hertzberger en Aldo van Eyck. Hun gedachtegoed over het socialer wonen inspireerde mij tot functionele elementen die verblijfswaarde genereren en het sociaal contact beïnvloeden. Daarnaast ben ik ook beïnvloed door het boek Privacy Script de invloed van architectuur op sociale interactie in woongebouwen van H. van der Wal et.al. Met name voor de theoretische achtergrond van mijn afstudeerproject. Het inzicht dat een bewoner zich volledig kan terugtrekken én sociaal contact kan zoeken. Aanpassingsvermogen speelt een grote rol. Voor het ontwerp heeft het boek What is Co-dividuality? Post-individual Architecture, Shared Houses, and Other Stories of Openness in Japan van A. Liotta and F. Louyot inspiratie opgeleverd. Het boek staat vol voorbeelden van inspirerende collectieve out of the box woonprojecten. Ten slotte hebben voor het uiteindelijke ontwerp de volgende projecten een rol gespeeld: Donnybrook Quarter in Londen (Peter Barber architects), SOS Children’s Village in Djibouti, (Urko Sanchez Architects), Moriyama house in Tokyo (Ryue Nishizawa) en Yokohama apartments (ON design partners). Ze spelen stuk voor stuk in op de ‘tussenruimte’: een soort flexibel membraan dat alle individuele en collectieve behoeftes kan vervullen.

Woonmilieu The Hideout, een veilige binnenplaats voor de hoopvollen en de overlevers
Benoem en beschrijf (kort) het sleutelmoment in je afstudeerproject.
Het sleutelmoment bevond zich in twee deelonderzoeken, die mooi samenvloeiden. Enerzijds ontdekte ik dat eenzaamheidsgedrag gecategoriseerd kon worden aan de hand van levensbehoeftes. Zoals een doel in het leven hebben, mate van gewenst sociaal contact, toegang tot contact, eigen netwerk en dagelijks discomfort. Hierdoor ontstonden vijf ontwerpkaarten met bewonersbehoeftes en woonmilieus. Per ontwerpkaart is er een andere relatie tussen de bewoner en zijn woning, de buren, buurtgenoot, wijkgenoot en de vreemdeling. Anderzijds deed ik onderzoek naar verdichting, vergeten plekken en de ‘tussenruimte in de stad’. Door met deze tussenruimte te ontwerpen, kan betekenis gegeven worden aan de verschillende bewonersbehoeftes. Samen vormde dit een sociale verdichtingsstrategie voor een gelaagde, doorwaadbare en menselijke woonstructuur.

Woonmilieu The Socializer, toe-eigenen van ruimte door de actieven en geborgenen
Projecttekst
DYNAMIC THRESHOLDS betreedt een nieuw domein in de architectuur. Kenmerkend is de reeks aansluitende stedelijke en architectonische elementen die in elkaars verlengde liggen en aanpasbaar zijn. Deze aaneensluitende ruimtes zijn niet uitgesproken openbaar, privaat of parochiaal, maar worden telkens tijdelijk ingenomen aan de hand van behoeftes.
Dit project is een reactie op de trend van het stijgend aantal mensen dat, al dan niet vrijwillig, alleen woont. Ook vereenzaming, het gedrag van eenzame mensen, de woningnood en het monotone straatbeeld waren aanleidingen. Het kernprobleem van de huidige ruimtelijke setting van woonwijken zit vooral in de onmogelijkheid om variatie te faciliteren; we kunnen nog te weinig ruimtes tevoorschijn brengen of juist verhullen die passen bij tijdelijke behoeften. Dit heeft een directe link met het gedrag van bewoners De volgende hypothese werd opgesteld: Architectuur moet bijdragen aan het rusteloos verkennen – het ontwikkelen van de intuïtie van zowel individuen als collectieven – bij het organiseren van hun rituelen, routines, reizen, ruimtelijke prestaties en sociale contacten.
Het ervaren van andere mensen, hun dagelijkse routine en het stimuleren van het ‘onverwachte’ is essentieel voor onze woonkwaliteit. Het gedachtegoed van het sociale wonen uit de jaren 70 heeft gediend als startpunt voor het onderzoek en leverde functionele elementen op die verblijfswaarde genereren. Hieraan zijn diverse gelaagde overgangszones met flexibele architectonische componenten toegevoegd. Het ‘onverwachte’ is een belangrijke maatstaf voor levendigheid, waarin ‘een vreemdeling’ de meest belangrijke persoon is. In het onverwachte ontmoeten we mensen die we kennen, ‘bekende vreemdelingen’ en onbekenden die we een keer tegenkomen en nooit meer terugzien. Dit is een belangrijk ontwerpgegeven.

Woonmilieu The Congregator, gedeeld leefpatroon voor de compenseerders
Om vereenzaming beter te gebruiken in het ontwerp zijn er gedragsprofielen van eenzaamheid onderzocht. Dit resulteerde in vijf micro-leefculturen die allemaal op hun eigen manier omgaan met bewonersbehoefte, buren, buurgenoten en vreemdelingen. Voeg deze drie onderzoeken samen en er ontstaat een sociale verdichtingsstrategie voor laagbouw. Het masterplan werkt als een gemaximaliseerd verdicht woonorganisme met vijf micro-leefculturen, waarbij de ruimtelijke setting gedurende de dag constant kan veranderen. Dat beïnvloedt het gedrag van gebruikers. Zij spelen op visueel, functioneel, persoonlijk en sociaal niveau meer in op de ander en de omgeving. Zo kom je tot een architectuur die niet bepaalt, maar faciliteert. Dit wijkensemble is gepositioneerd in een tussengebied, aan de rand van de wijk ‘t Zand en stedelijke structuren in Tilburg. Het empathisch ontwerp zal uitgroeien tot een juweel dat sociale glans geeft aan de stadia tussen stad, straat, steeg, gevel en voordeur.
Meer beeldmateriaal
Download thesis

Enkele dynamische elementen
Naam
Nick van Dijke
e-mail
Begin afstuderen
september 2020
Afgestudeerd
juni 2021
Wat doe je nu?
Momenteel werk ik als architect bij Van Laarhoven Combinatie Architecten. Ik werk aan uiteenlopende opdrachten, gericht op de relatie met de natuur waarbij de mens centraal staat. We zijn een klein kantoor, dat bestaat uit 2 architecten aangevuld door vaste adviseurs en bouwpartners. Wij zijn gespecialiseerd in CPO-trajecten, sociale woonvormen, ecologisch en circulair bouwen, klein máár groots wonen, natuur inclusief ontwerpen en het gebruik van kalkhennep.
Wat hoop/wil je als ontwerper in de nabije en/of in de verre toekomst bereiken?
In mijn toekomstige projecten wil ik zoveel mogelijk sociale glans en levendigheid aanbrengen aan de stadia tussen stad, straat, steeg, gevel en voordeur. Een vloeibare, aanpasbare en veranderlijke architectuur door gebruik en behoeftes van bewoners / gebruikers is iets waar ik voor pleit in ons beroep. Op de lange termijn zou ik mij graag nog breder willen oriënteren in het vakgebied. Zolang ik maar mensen van dienst kan zijn met het beter maken van hun woon- en werkomgeving.