Feature

Stedelijke verzachting op de Zuidas?

De Amsterdamse Zuidas is langzaam aan het transformeren van een stenen monofunctionele wijk naar een tweede centrum van Amsterdam. Nieuwe functies als een museum, een vestiging van een fastfoodketen en mogelijk zelfs een erotisch centrum stellen de adaptiviteit van het stedelijk weefsel en de burgers op de proef.

Zuidas Amsterdam / Vally / MVRDV / foto auteur

Valley / MVRDV / foto auteur

Afgelopen maand gingen in zowel Amsterdam Noord als Zuid bij een aantal organisaties, lokale politici en bewoners de alarmbellen af. De gemeente maakte namelijk bekend dat het in haar zoektocht naar een alternatieve locatie voor de raamprostitutie op de Wallen was uitgekomen op drie locaties: de NSDM-werf in Amsterdam-Noord en twee locaties op de Zuidas. Amsterdam Noord is de afgelopen jaren wel gewend geraakt om regelmatig als afvoerputje van de stad in beeld te komen, maar voor het chique Amsterdam-Zuid en de prestigieuze Zuidas ligt dat net even anders. Past de overweging voor Zuid misschien in een breder perspectief? Past deze functie in een gewenste transitie van de Zuidas naar een meer diverse, menselijker en dus zachtere vorm van stedelijkheid?

Met een nieuw te bouwen erotisch centrum van ‘meerdere verdiepingen’, dat plaats moet gaan bieden aan circa honderd sekswerkers, wordt gestreefd naar een afname van de overlast die deze dienstverlening in de binnenstad veroorzaakt. Of zoals De Volkskrant het in 2020 verwoordt: “een deel van het ‘feesttoerisme’ van de Wallen [moet] naar een nader te bepalen gebied buiten het centrum van Amsterdam worden gelokt.” Het gaat nadrukkelijk om het verplaatsen van een probleem dat de historische binnenstad parten speelt. Er is sprake van een cumulatief effect waarbij het aanbod van sekswerk in combinatie met drugs- en drankconsumptie en ander losbandig gedrag tot een onhoudbare situatie leidt. De omvang van de overlast is de voorbije decennia in tandem met de steeds massalere toestroom van toeristen danig uit de hand gelopen. De hele zaak gaat dus om het beteugelen en verplaatsen van een probleem.
De kwestie wordt zo door de gemeente Amsterdam op een vrij specifieke, en urgente manier geframed. De opties om de overlast in het centrum op andere manieren aan banden te leggen of verbetering door meer nadruk op gedragsverandering van de Wallen-klandizie zijn van secundaire orde. De gemeente, in het bijzonder haar burgemeester, zet vol in op de ruimtelijke kaart. Door die fixatie is het geen wonder dat de bewoners en gebruikers van de beoogde locaties in Noord en Zuid niet een gat in de lucht springen. In de dialoog lijken veel alternatieve (tegen-)argumenten weinig gehoor te krijgen bij de gemeente. Een eerste, vrij abstracte schets van het pand, die Moke architecten in 2020 in opdracht van de gemeente maakte, mocht ook niet baten. Ook de beoogde gebruikers verzetten zich overigens tegen het vormgegeven idee van een nieuwe huisvesting.

Zuidas Amsterdam / foto auteur

Zuidas Amsterdam / foto auteur

Uit de berichtgeving rond die mogelijke ‘vorm’ van het centrum blijkt overigens ook dat deze Wallen 2.0, naast de werkplekken, een breder programma huisvesten: “restaurant, bistro, café, nachtclub, seksclub, sekstheater en een sekswinkel”. Je zou dus kunnen constateren dat het om meer gaat dan het verplaatsen van een probleem. Het is een vorm van kopiëren van een bepaald binnenstedelijk programma naar een andere, meer perifere plek in de stad.
In dat licht bezien en specifiek inzoomend op één van beide zoeklocaties, komt ook het advies Een nieuwe historische binnenstad. Visie op de binnenstad van Amsterdam 2040, dat Zef Hemel in 2019 in opdracht van burgemeester Halsema schreef, weer bovendrijven. Daarin pleit de toenmalig hoogleraar Grootstedelijke vraagstukken, in het bijzonder van Amsterdam, voor het verleggen van het toerisme naar de Zuidas in potentie het tweede centrum van de stad. Dit kan, volgens Hemel, bereikt worden door de introductie van nieuw toeristisch idioom. De mogelijke verhuizing van de Wallen naar ofwel de De Groene Zoom of de Europaboulevard (beide bij de RAI) op de Zuidas lijkt dus wonderwel die gedachte van toeristische spreiding te volgen.

Hardstenen enclave

Voor de Zuidas lijkt de bepleitte komst van meer en vooral andere functies naar het gebied in eerste instantie nog niet meteen een onaantrekkelijk perspectief. Het project heeft sinds de start van de ontwikkeling, halverwege de jaren 90, toch vooral de signatuur van een zakenbolwerk met een populatie van overwegend alfa-mannen zoals bankiers en advocaten. Dit beeld werd nog eens bekrachtigd toen het Rijk de Zuidas in 1997 brandmerkte als een Nieuw Sleutel Project (NSP), met de nadruk op de internationale uitstraling, waarop de gemeente die visie volgde en uitwerkte (2000). Voor een duidelijke profilering was aanvankelijk misschien nog wel wat te zeggen. Het in beweging krijgen en vinden van financiering voor een strategisch gebied als dit is doorgaans gebaat is bij het benadrukken van de factor ‘internationale toplocatie’. Helemaal in de voortdurende concurrentieslag met andere steden die iets vergelijkbaars willen bereiken. Maar de te eenzijdige en money driven koersvastheid, gecombineerd met het benadrukken van gewenste (lees: geïsoleerde) kenmerken van het gebied en de enigszins navel starende aandacht voor verkeerinfrastructuur bleek op termijn best wat schaduwkanten te hebben. Het concept zorgde weliswaar voor grootstedelijke contouren, maar de hechting met de bestaande stad, de verweving met al bestaande groen/rode structuren en de assimilatie met de sociale en culturele humuslaag van de stad werden verwaarloosd. Ook bij de inrichting van de publieke ruimte werd nadrukkelijk naar het creëren van een zakelijke en functionele sfeer gestreefd. De huidige, treurige aanblik van een aantal – in verhouding tot de hoogbouw – piepkleine speeltuintjes en het schaarse groen in het gebied zijn hier een bevestiging van. Natuurlijk, het ‘grote, groene gebaar’ in de vorm van een dakpark op het nog te realiseren Zuidasdok is nog aanstaande, maar de Zuidas is net iets te nadrukkelijk bedacht én is vooralsnog als een stadssteppe, een hardstenen enclave. Enige verzachting is misschien toch geen gek idee wil dit ooit daadwerkelijk gaan fungeren als een tweede kwalitatieve binnenstad.

Zuidas Amsterdam / foto auteur

Zuidas Amsterdam / foto auteur

Hoog en groen

In de publiciteit rond het genoemde advies van Hemel kwam en passant al een mogelijke hint naar die verzachting en een nieuw toeristisch idioom voorbij: ‘een klimatologische dome’. Hoewel geen dome, lijkt het door Architekten Cie. ontworpen Circl sinds enige jaren een poging om voorzichtig invulling te geven aan de verzachting. Circl groeide uit tot een bescheiden publiekstrekker en zelfbenoemd icoon van circulaire economie. De toekomst ervan is echter wat ongewis geworden nu ABN AMRO het paviljoen kortgeleden, samen met het naastgelegen hoofdkantoor, verkocht aan vastgoedinvesteerder Victory Group. Het is dus nog even de vraag of deze circulaire verzachter op termijn gehandhaafd blijft.

Maar er zijn signalen dat de gemeente en de marktpartijen met belangen op de Zuidas gevoelig zijn voor argumenten om bepaalde groene en verlevendigende elementen toe te voegen. Veranderingen die in belangrijke mate de leefbaarheid een impuls willen geven.
Zo verrees er het Valley-project van MVRDV. Een gebouw dat veel reflecties opriep over het gespleten, dan wel dualistische karakter ervan. Volgens sommigen is het een ironisch architectonisch commentaar op de omliggende glanzende hoogbouw. Interessanter in verband met de verzachting van de Zuidas is de publiek toegankelijke wandelroute die over de eerste verdiepingen van het gebouw loopt. Hoewel de intentie nobel is, sluit de Valley Walk in zijn huidige vorm nauwelijks aan op de publieke ruimte op het maaiveld. Daarmee spiegelt het cynisch wat de Zuidas in de stad is: een eiland met hoogteaccenten. Sociale interactie en ontmoeting beperken zich hier tot gebruikers van het complex en nieuwsgierige architectuurliefhebbers. Mocht de Walk ooit bij een groter publiek in trek raken dan is te verwachten dat een toegangshek snel geplaatst zal worden. Een lot dat de Viñoly-toren, iets verderop, eerder trof. Voor wie het vergeten is, ook de trappen van die kantoortoren moesten, behalve een vluchtroute zijn, leiden naar publiek toegankelijke dakterrassen. Zover kwam het nooit, want de trappen werden nog voor de opening van het pand gesloten.

markt George Gerswhinplein Zuidas Amsterdam / foto auteur

Zuidas Amsterdam / foto auteur

Rommelig en autoluw

Maar ook direct naast Valley zijn ontwikkelingen gaande die duiden op een zachtere invulling van het grid. De komende jaren verrijst daar in verschillende bouwfases de woonbuurt Ravel. In ronkende pr-taal wordt een autoluwe, groene en gemengde woonbuurt in het hart van Zuidas voorgespiegeld. Een wijk die gericht is op gezinnen en die aansluit bij de rest van de omgeving (!). “Verblijven, ontmoeten, bewegen en spelen staan centraal (…) autoverkeer is ondergeschikt, wat bijdraagt aan een veilige woonomgeving.” Auto’s zijn zelfs helemaal niet toegestaan in de openbare ruimte. Als je niet beter wist zou je denken dat het om een heel andere stad of buurt dan de Amsterdamse Zuidas ging.
Dat er sinds september 2021 een marktje met een handvol kraampjes is neergestreken op het George Gerswhinplein, is in dit opzicht tevens betekenisvol. Het biedt, hoewel nog wat onwennig zo naast de hoogbouw, toch een vertrouwd, rommelig straatbeeld met enige reuring. Verder zal de herontwikkeling van de jaren 50-gebouwen Kapel en Convict in het Beatrixpark, die een culturele en/of maatschappelijke bestemming moeten krijgen, mogelijk een verzachtend effect hebben. Evenals het door de Hartwig Art Foundation aangekondigde museum voor hedendaagse kunst in het voormalige en (deels) monumentale rechtbankgebouw aan de Parnassusweg. Op ecologisch, verzachtend niveau is het project Tic-Tac-Toe van VMX Architects (gebouw) en DS Landschapsarchitecten (groen) hoopgevend. Dit belooft een groene huiskamer van de buurt te worden “met gemeenschappelijke ruimtes op elke verdieping en een hoge plint met horeca en een huiskamer die openbaar toegankelijk is.”

Rust en veiligheid

Of deze en andere veranderingen en toevoegingen aan de Zuidas daadwerkelijk zullen leiden tot een aangepast en groener profiel, een menselijker leefomgeving, een mindere geïsoleerde status van het gebied, én dus tot een zachter soort stedelijkheid moeten we afwachten. Verder is onzeker hoe deze en andere geplande ontwikkelingen, en de status quo van de Zuidas zich verhouden tot wat minder ontworpen, en dus spontane of zelfs licht oncontroleerbare ontwikkelingen. Denk aan een erotisch centrum of een vestiging van een hamburgerketen en dan vooral de klanten daarvan. Het laat zich makkelijk raden. Fastfoodketen McDonald’s kan erover meepraten. De juridische strijd om een vestiging in het gebied te openen duurt nu al bijna tweeënhalf jaar. Bewoners vrezen geluidshinder en stankoverlast van de hamburgergigant. De enclave wordt zwaar verdedigd.
En het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA), dat enige tijd terug met veel tromgeroffel door de Nederlandse overheid tot vestiging op de Zuidas werd verleid, reageerde alvast als door een adder gebeten op de mogelijk komst van sekswerkers. Men verwees naar de overeenkomst met de Nederlandse regering waarin blijkbaar staat dat “het de verantwoordelijkheid van het gastland is om de rust en veiligheid te garanderen en onrust in de directe omgeving te voorkomen.” De strijd om verzachting van de Zuidas zal zonder meer hard zijn…

Enkele gerelateerde artikelen