In 1978 sloot het laatste openluchtzwembad van Brussel haar deuren. Vjera Sleutel sprak met architect Paul Steinbrük van POOL IS COOL, een non-profit bestaande uit vooral architecten en stedenbouwers. POOL IS COOL strijdt voor openluchtzwemmen in Brussel, een strijd die niet alleen gaat over het plezier van zwemmen, maar ook over sociale vraagstukken, stedenbouw en ecologie.
Onderweg verdenk ik de weergoden in hun vuistje te lachen. Dikke vlokken sneeuw vallen neer en vormen op de Brusselse straten een natte brij. Ik heb afgesproken met Paul Steinbrück, om het te hebben over – jawel – openluchtzwemmen in onze hoofdstad. Bijna tien jaar geleden, op een warme zomeravond, spraken hij en drie kennissen af om te praten over een gezamenlijke frustratie: de onmogelijkheid om in Brussel in de openlucht te zwemmen. Ze maakten dit productief en vandaag de dag heeft POOL IS COOL twee jaar uitbating van FLOW, het enige openluchtzwembad in Brussel op hun palmares. Ze werken nu samen met verschillende Brusselse overheidsinstanties aan drie projecten voor openluchtzwemmen.
Specifiek acteren om breed te spreken
Openluchtzwemmen lijkt op het eerste gezicht een zeer specifiek onderwerp maar het raakt volgens Steinbrück een heleboel uiteenlopende vraagstukken en thema’s. Het is een sociaal vraagstuk: Wie mag er zwemmen? Wat mag een toegangskaartje kosten? Moet al je voor bepaalde groepen bepaalde uren vrijhouden? Het gaat over stedenbouw: In welke wijk organiseer je het? Hoe bereikbaar is het zwembad? Wat betekent het voor de buren? En het betreft ecologie: Moet het openbare water in de stad van dusdanige kwaliteit zijn dat je er in kunt zwemmen?
Het feit dat openluchtzwemmen op verschillende manieren kan worden georganiseerd, draagt bij aan de complexiteit. Zwemmen kan in vijvers, in het kanaal of in een kunstmatig zwembad. Dit maakt dat de strijd voor openluchtzwemmen er elke dag anders uitziet, aldus Steinbrück. Diezelfde complexiteit vormt echter ook de basis van het ontbreken van zwemlocaties. Uiteenlopende thema’s betekenen een resem betrokken overheidsinstanties en derde partijen. Het is zaak om over kabinetten, verantwoordelijkheden en gemeenten heen coalities te smeden, en laat de Brusselse politiek daar nu niet altijd in uitblinken.
Even de context: in de twintigste eeuw kende Brussel een cultuur van openluchtzwemmen. De stad had vier openluchtzwembaden en verschillende buitenzwemplekken. De zwembaden werden privé uitgebaat en een paar slechte zomers zorgden waarschijnlijk voor te lage inkomsten. In 1978 sloot het laatste openluchtzwembad, in Evere, de deuren. Daar komt bij dat zwemmen in open water op eigen risico in België niet meer is toegestaan (in tegenstelling tot Nederland). Elke zwemlocatie moet beschikken over een uitbater waardoor de openluchtzwemlocaties in België uiterst dun bezaaid zijn. Andere steden en gemeenten die nog wel openluchtzwembaden hebben, zijn er niet happig op dat de Brusselaars op bezoek komen. De schaarste zorgt voor overlast en conflict: de Brusselse jongeren zijn niet meer welkom.
In de hoofdstad beperkt het openluchtzwemmen zich vandaag voornamelijk tot het welvarendere zuiden van de stad, waar er heel wat privézwembaden zijn. De enige waterpret voor bewoners die niet bedeeld zijn met privétuin met zwembad, is – illegaal – in fonteinen ploeteren. De belangrijkste vraag is echter nog niet gesteld: is een stad verplicht om openluchtzwemmen te faciliteren voor haar bewoners? De geschiedenis leert ons dat privéuitbating van openluchtzwembaden niet erg rendabel is – de toegangsprijs zou behoorlijk hoog moeten zijn om het rendabel te maken en de zomers niet te koud en te regenachtig. Dit geldt niet enkel voor zwemmen in open lucht, de overdekte zwembaden in Brussel draaien op overheidsgeld. We spreken af op het bankje aan de rand van het kanaal en wandelen langs de vijvers. In hete zomers heeft iedereen volgens Steinbrück recht op verkoeling. Die blauwe ruimte heeft een uitzonderlijke aantrekkingskracht en deze ruimte toegankelijk maken schept een gevoel van verbondenheid met de plek. Met goede publieke voorzieningen, plekken in de stad waar bewoners kunnen vertoeven en ontmoeten zonder zich blauw te betalen, vecht je tegen sociale ongelijkheid. Openluchtzwemmen draagt ook bij aan een betere gezondheid en welzijn; je zet de Brusselaars aan tot meer lichaamsbeweging in de buitenlucht en het biedt ontspanning. Rond het water sterken we onze sociale banden en behoren we tot een groep. We ontmoeten er mensen van verschillende leeftijden en lichaamsvormen. In het water zijn is dan juist weer een zintuiglijke, lichamelijke ervaring.
De architect verbeelder – de architect bemiddelaar
Een jaar na de eerste caféavond bestaat het team van POOL IS COOL uit acht architecten en stedenbouwkundigen, een psycholoog en artistiek coördinator. Dat er zoveel ruimtelijke vormgevers bij het initiatief betrokken zijn vindt Steinbrück niet vreemd. De traditionele blik op het beroep ziet dan wel een mannelijke eenzaat die knappe ideeën schetst aan zijn bureau, de hedendaagse architect is veel meer dan dat. Nieuwe ideeën moeten op een goede manier gecommuniceerd worden zodat er draagvlak gevonden wordt. Ook voor POOL IS COOL was stap één het maken van krachtige beelden die overtuigen, legt hij uit. Die beelden waren een guerrilla sprong in twee Brusselse vijvers, in Ter Kamerenbos en in Sint-Lambrechts-Woluwe, en in een aantal Brusselse fonteinen. Daarnaast is de hoge complexiteit die bij het faciliteren van openluchtzwemmen komt kijken de architect niet vreemd. Om een ontwerp tot uitvoering te krijgen bemiddel je tussen klant, eindgebruiker, budget en regelgeving, je bouwt samen met ingenieurs, uitvoerders en andere ontwerpers. En zo zit je opeens het grootste deel van je tijd met uiteenlopende partijen rond de tafel, in plaats van te tekenen in je schetsboek.
Na lang binnen een architectenkantoor te werken, focust Steinbrück zich vandaag volledig op POOL IS COOL. Kennissen vragen geregeld of hij het niet spijtig vindt dat hij geen architect meer is, maar hij beschouwt zichzelf wel degelijk nog steeds een architect. Een goede architect ontwerpt niet in het ijle, maar interesseert zich in ruimtelijke en sociale processen die gepaard gaan met de vormgeving van de context waarin men opereert. POOL IS COOL gaat over de maakbaarheid van de stad en hoe mensen de ruimte gebruiken. Én SteinBrück is nog steeds evenveel bezig met Excel-tabellen en dossiers schrijven als toen hij onder de traditionele definitie architect viel.
Flow is een summum
De organisatie legde een traject af om U tegen te zeggen. Guerrilla zwemmen in vijvers werd plonsen in fonteinen en een Brusselse Big Jump in het kanaal, presentatiemomenten werd publiek debat en internationale kennisdeling. En nu is daar FLOW: het eerste echte openluchtzwembad van de hoofdstad sinds veertig jaar. Het was nooit de bedoeling om zelf zwembaden op poten te zetten en uit te baten, vertelt Steinbrück, maar POOL IS COOL beseft al snel als zij het niet doen, doet niemand het. Dus stellen ze een precedent. Sinds de zomer van 2021 kun je ter hoogte van de Pierre Marchantbrug, aan de rand van het kanaal van Anderlecht, lachende gezichten in een compact zwembad zien duiken. Dit te midden van een stellingstructuur die in kleedkamers, zitplekken en springplanken voorziet. Het ontwerp en de bouw is van de hand van Decoratelier. Na een mini-architectuurwedstrijd bleek de Molenbeekse organisatie rond Jozef Wouters en Menno Vandevelde, best omschreven als een inclusief, artistiek (decor)bouwatelier, met hun ervaring en lokale banden de ideale partner. FLOW moest namelijk niet enkel een voorbeeldproject voor de stad zijn, maar evengoed een buurtproject. Ook voor de uitbating ging de non-profit op zoek naar lokale partners. Zo kwamen ze uit bij Art2Work, een organisatie die jonge Brusselaars begeleidt naar een baan. Het traject van FLOW paste niet in hun eigenlijke werking, maar de wil om mee te doen was groot. Zo slaagde POOL IS COOL erin om jongeren die geregeld slecht in het nieuws verschijnen deel te maken van de oplossing en FLOW uit te bouwen tot een lokaal en tegelijkertijd bovenlokaal initiatief.
Drie projecten op stapel
Met zijn 17 bij 7 meter is het zwembad klein. Er wordt daarom gewerkt met een reservatielijst, de slots zijn altijd snel volgeboekt. FLOW toont daarmee eerder gebrek dan oplossing. Maar niet getreurd, het Brusselse nieuws spreekt al enkele maanden over drie potentiële openluchtzwemspots. Om openluchtzwemmen blijvend op de (politieke) agenda te zetten organiseerde POOL IS COOL op 22 maart in het auditorium van Leefmilieu Brussel het symposium Openluchtzwemmen in Brussel – Perspectieven en Projecten. Daar werden de drie projecten gebundeld voorgesteld. Op stapel: zwemvijvers in het park van Neerpede, een zwemcomplex op het dak van een nieuwe ontwikkeling op de slachthuissite in Anderlecht en een bad met olympische afmetingen in het kanaal in het BecoDok. De weg is nog lang benadrukt Steinbrück, geen van de drie heeft nog een vergunning. De haalbaarheid van de projecten loopt uiteen. De aanvraag voor de zwemvijvers is ingediend en het openbaar onderzoek loopt. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werkt voor de Slachthuissite aan een publiek-private samenwerkingsprocedure, en het Becobad is vandaag louter een studie en politieke ambitie. Op zijn vroegst zullen we in 2025 een duik kunnen nemen in de zwemvijvers, maar er zijn nog veel hordes te nemen (én een verkiezingsjaar).
In de tussentijd dan maar hopen dat er FLOW-baden als paddenstoelen uit de grond zullen schieten? Graag, maar dan niet door POOL IS COOL. We hebben tegen onszelf gezegd dat dit het eerste en het laatste project was waar we alles van A tot Z zelf organiseren, vertelt Steinbrück. POOL IS COOL heeft bewezen dat het kan. Het traject is duidelijk: we weten hoeveel het kost, wie er betrokken moet worden en welke vergunningen nodig zijn. Nu is het aan de politiek, en POOL IS COOL staat klaar om ondersteuning te bieden. FLOW blijft draaien tot het zwembad versleten is of de werken aan de Pierre Marchantbrug van start gaan. In de tussentijd evolueert het zwembad. Een belangrijke verandering zal waarschijnlijk dit jaar plaatsvinden: natuurlijke filtering. Bij aanvang was het idee om een ecologische plantenfilter te installeren. Ongezien in Brussel en niet voorzien in de wetgeving, maar wel al uitgevoerd in openluchtzwemplekken in Antwerpen en Dour. Een paar maanden voor de opening van FLOW bleek een uitzondering op de wet niet mogelijk daarom ging het zwembad open met chloor in het water. Zowel Leefmilieu Brussel als de minister zien in dat de wetgeving rond zwembadbeheer, daterend uit 2012, dringend toe is aan vernieuwing. POOL IS COOL biedt ondersteuning met hun breed opgebouwde kennis. Sinds 13 maart 2023 is de nieuwe wetgeving rond zwembadbeheer van kracht. Een verwezenlijking van formaat die hopelijk zijn eerste toepassing kan vinden bij FLOW in de zomer van 2023.
Van activist tot expert
Dat POOL IS COOL de Brusselse staatssecretaris, Leefmilieu Brussel en perspective.brussels op het podium krijgt van hun symposium, toont aan dat de organisatie is uitgegroeid van schenen schoppend activist tot gewaardeerd expert. De ludieke naam – ooit onderwerp van discussie, maar bij gebrek aan beter behouden – en het breed lachend mannetje met zwembril werden symbool voor kennis. Dat heeft zowel voor- als nadelen. POOL IS COOL is dé instantie waar grote en kleine spelers vandaag beroep op doen als het gaat om openluchtzwemmen, maar spontane acties kennen geen plek meer binnen de organisatie. Tien jaar geleden wist niemand welke vergunning je nodig had voor een tijdelijk zwembad en sprongen de leden onbezonnen in water waar ze vandaag geen voet meer zouden insteken. Door de acties vergaarde POOL IS COOL informatie rond de wetgeving en de risico’s die met openluchtzwemmen gepaard gaan. Met die kennis groeide ook de verantwoordelijkheid. En niet enkel hun kennis breidde uit, ook de overheid weet vandaag beter waarop te controleren.
De strijd is voor POOL IS COOL nog niet gestreden, zelfs al kunnen we vandaag in openlucht zwemmen in de hoofdstad, zelfs al zouden de drie bovengenoemde projecten gerealiseerd worden. De internationale ervaring die POOL IS COOL heeft opgedaan, stelt ook de ambitie scherpt. Steinbrück heeft gewoond en gewerkt in Berlijn, in vergelijking met deze andere grootstad, met vergelijkbaar klimaat, is de som snel gemaakt: Berlijn is driemaal groter, als je het aantal openluchtzwemplaatsen in Berlijn door drie deelt kom je uit op negen. POOL IS COOL streeft dus niet voor één, niet drie maar negen openluchtzwemplekken. Elke zwemplek zou zijn eigen kwaliteiten moeten hebben. Het zwembad op de Slachthuissite wordt goed bereikbaar, met de metrohalte op tweehonderd meter, maar zeer artificieel. De zwemvijvers in Neerpede liggen op een half uur tramafstand van de stad, maar de plek is veel natuurlijker. Het Becobad zal fungeren als stedelijk strand. Die verscheidenheid is belangrijk stelt Steinbrück, want ook al is een openluchtzwembad een sociale plek waar iedereen welkom is, toch voorzien we best voor elk wat wils. Dit helpt mee conflict te vermijden, legt hij uit. De uitdaging is om nog zes andere openluchtzwemplekken te realiseren met plaats voor zowel winterse ijsberen, hardcore sporters, enthousiaste gezinnen als zonnende randhangers.
Op het symposium bij Leefmilieu Brussel overlaadt Steinbrück politiek België met nationale en internationale voorbeelden. Die tonen aan dat we het warm water niet moeten uitvinden én dat divers openluchtzwemmen in een grootstad geen luchtfietserij is. De heftige, emotionele discussies rond het openluchtzwemmen in de vijvers in het park van Neerpede, de enige potentiële openluchtzwemplek in Brussel die reeds concreet is, tonen echter dat toegang tot de blauwe ruimte geen geëffend pad is. Je zult dus nog even moeten wachten voor je de gemiddelde Brusselaars uit zijn appartementje ziet sjokken op zwemsloefen en met badmuts, klaar voor een verfrissende duik.