Recensie

Datapolis, de architectuur van het immateriële

We komen elke dag en overal data tegen. In het nieuws, bij het wegklikken van een cookie pop-up, maar voor het blote oog is data grotendeels verborgen, ook in de stad. Datapolis Exploring the footprint of data on our planet and beyond is de weerslag van onderzoek hoe de complexe wereld van data zich manifesteert in zichtbare en onzichtbare infrastructuren en systemen.

spread uit Datapolis Exploring the footprint of data on our planet and beyond / foto Paul Swagerman

spread uit Datapolis Exploring the footprint of data on our planet and beyond / foto Paul Swagerman

De discussies over de toekomst van data in onze samenleving neigen vaak naar uitersten: óf een optimistisch toekomstbeeld waarin data al onze (maatschappelijke) problemen oplost, ofwel een dystopie waarin kunstmatige intelligentie de macht heeft gegrepen, zoals wordt beschreven in de series Westworld en Black Mirror. Datapolis poogt verder te kijken dan het binaire beeld van data als een voorteken van goed of kwaad. De publicatie, geredigeerd door Paul Cournet en Negar Sanaan Bensi, is het resultaat van de gelijknamige onderzoeks- en ontwerpstudio binnen de afdeling architectuur van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Data wordt dan ook benaderd door de lens van de architectuur. De samenstellers volgen daarmee een trend van de afgelopen jaren waarin de alomtegenwoordigheid en het ongrijpbare van data wordt teruggebracht naar materie: die van microchips, glasvezelkabels, datacentra, antennes en ruimtestations.
Het boek opent met een niet-eurocentrische wereldkaart die het wereldwijde netwerk van onderzeekabels weergeeft, en laat daarmee zien welke delen van de wereld niét verbonden zijn, de zogenoemde digitale kloof; ondanks de veelbesproken alomtegenwoordigheid van het internet vergeten we vaak dat grote delen van de wereld nog steeds offline zijn.

De term datapolis komt van Francis Pisani. In zijn boek A Journey through smart cities (2015), beschrijft hij een stad die volledig wordt bestuurd door middel van data die is verzameld met technologische infrastructuur. Dit door cybernetica geïnspireerd model komt vaak terug in ideeën over de ‘slimme stad’, waar real-time data wordt verzameld over burgers om zo onder andere verkeersmanagement, energiebeheer en veiligheidsmanagement zo optimaal en efficiënt mogelijk te laten verlopen. Datapolis is daarmee het tegenovergestelde van de ‘participolis’, de stad waar inwoners deelnemen aan het ontwerp en bestuur van de ruimte waarin zij leven. De publicatie ziet de datapolis en de participolis niet als tegengestelde modellen, en benadrukt juist dat er veel tussenvormen en hybriden zijn tussen totale technocratische controle van de datapolis enerzijds en participatief burgerlijk bestuur van de participolis anderzijds. Daarnaast is er geen sprake van (één model voor) één soort stad. Er is eerder sprake van een pluriformiteit waar steden, net als gebieden, culturen, en geschiedenissen altijd een eigen context, karakter en functioneren hebben. Datapolis probeert deze pluriformiteit te lezen, in kaart te brengen, te conceptualiseren, én hierover te speculeren door de lens van data en haar architectuur.

spread uit Datapolis Exploring the footprint of data on our planet and beyond

spread uit Datapolis Exploring the footprint of data on our planet and beyond

Het boek volgt twee routes. De eerste is een ontologisch onderzoek, waarbij gepoogd wordt te definiëren wat the cloud is en hoe deze werkt: van systemen en infrastructuren tot apparaten, objecten en gebouwen. De tweede route onderzoekt hoe data onlosmakelijk verweven is met ons bestaan, hoe het ons leven en werk beïnvloedt, hoe steden worden vormgegeven, maar ook wat voor manieren van leven en organiseren het mogelijk maakt. Data is hier een ethisch en politiek fenomeen, en tegelijk een apparatus van sensoren die niet menselijke spelers een stem en invloed geven. De publicatie is ontworpen door Studio Joost Grootens en is, in de geest van het data, gestructureerd als een ‘barcode’, waarbij teksten (gedrukt op wit papier) en visuele bijdragen (gedrukt op zwart papier) elkaar afwisselen.

Datapolis daagt op verschillende manieren de gevestigde orde van data visualisatie uit. Bijvoorbeeld de eerder besproken kaart die niet het westen als het centrum van de wereld afbeeldt. Ook de tijdlijnen in de publicatie zoeken een ander perspectief. De eerste visuele bijdrage – het zwarte deel van de barcode – toont een tijdlijn van data infrastructuur waarbij ontwikkelingen in het bedrijfsleven, de politiek, en grondstofwinning worden gekoppeld aan technologische uitvindingen en toepassingen. Zo wordt het afgelopen decennium gekenmerkt door bodyscanners, CCTV camera’s, de Russische inval van Oekraïne, het Snowden / NSA schandaal, e-commerce als de snelst groeiende markt, en de heropening van de Mountain Pass Mijn in Californië. De tijdlijn begint in het heden, richting het einde staat de ‘ontdekking’ van Amerika in 1492. De onderliggende logica is de continuïteit van exploitatie van de mens en de natuur ten behoeve van waardecreatie – in de vorm van wapens, surveillance apparatuur, en commerciële technologieën – en de inzet daarvan voor uiteenlopende (politieke) belangen. De visualisatie onthult een web van complexiteit, waarbij de relatie en al dan niet causaliteit tussen aspecten niet altijd even makkelijk af te lezen is. Via de QR code krijgen de verhaallijnen uit de tijdlijn iets meer duiding, met korte lemma’s over bijvoorbeeld de data economie, cryptocurrencies, en de rol van imperialisme in de geschiedenis en het heden van het internet.

spread uit Datapolis Exploring the footprint of data on our planet and beyond

spread uit Datapolis Exploring the footprint of data on our planet and beyond

Een andere visuele bijdrage toont een serie van objecten in voor- zij- en bovenaanzichten, die op elke keer dat je de pagina omslaat een stap verder uitzoomt, van 1:2 tot een schaalgrootte van 1:2000. De afgebeelde gizmo’s – van breinimplantaten tot ruimtestations – zijn gadgets waarvan we het nut zijn, of mogelijk in de toekomst zullen, vergeten. De landschapsfoto’s van Paul Swagerman tonen hoe data zich in het landschap aan het oog onttrekt (verstopt als kabels onder het strand) en vervolgens weer zichtbaar wordt in infrastructuren zoals de Rotterdamse haven en het European Space Research and Technology Centre in Noordwijk. Het boek wordt afgesloten met bijdragen van studenten van de Datapolis Studio, die aan de hand van architectonische tekeningen speculeren hoe we in de toekomst met data zullen leven. Al lijken sommige toekomstscenario’s de relatie tussen politiek en technologische ontwikkelingen te rooskleurig in te zien, spelen andere slim in op problemen zoals surveillance door bijvoorbeeld grassroots technologieën in te zetten om de overheid zelf in de gaten te houden. Met deze en andere bijdragen illustreert Datapolis zo twee tegenstrijdige bewegingen van de innovatie in datatechnologie, waarbij technologieën enerzijds eindeloos verkleinen, en anderzijds uitgroeien tot megacomplexen, à la Benjamin Bratton’s The Stack, een structuur van computatie technologieën die de hele planeet beslaat.

Het middelste gedeelte van het boek bestaat uit essays van zowel gevestigde auteurs als jonge onderzoekers en ontwerpers. Van de gevestigde auteurs zijn eerder gepubliceerde teksten opgenomen waarin de extractie van ruwe mineralen wordt onderzocht (Kate Crawford), de onmogelijke metafoor van de stad als computer (Shannon Mattern), en de vooroordelen en stereotypen over ras die vanuit menselijke cultuur in algoritmes worden geprogrammeerd (Ruha Benjamin). De nieuwe bijdragen onderzoeken relaties tussen markten, bedrijven en technologieën, zoals hoe digitale platformen hun afhankelijkheid van infrastructuur verbloemen door ideologie, marketing en mythe (Ali Fard) en hoe technologieën die de wereld in kaart brengen zich baseren op ‘de markt’, en daardoor veel kennis buiten zicht laten (Gökçe Önal). Daarnaast biedt Datapolis ook ruimte aan speculatieve denkexperimenten, zoals het opslaan van binaire data in het DNA van planten, het bos zou kunnen transformeren tot een duurzame infrastructuur voor dataopslag (Marina Otero Verzier), en hoe het functioneren van meteorologische wolken een ander perspectief kan bieden op de complexiteit van de digitale cloud (Natalie P. Koerner).

spread uit Datapolis Exploring the footprint of data on our planet and beyond

spread uit Datapolis Exploring the footprint of data on our planet and beyond

Tussen al deze kritische benaderingen over de toekomst van geavanceerde technologieën, springt een brief van een eigenaar van een internetcafé in Wamena in Indonesië eruit voor zijn afwijkende geluid over de hedendaagse realiteit van alledaags gebruik. De brief is onderdeel van het project Life Needs Internet, van kunstenaar Jeroen van Loon. In dit project vraagt Van Loon mensen om met een handgeschreven brief te vertellen hoe het internet hun dagelijks leven beïnvloedt. De eigenaar van het internetcafé geeft aan dat internetgebruik lastig is voor Papoea’s die niet gewend zijn aan het gebruik van elektrische apparaten. Ze wekken zelf stroom op met generatoren waardoor de toevoer vaak instabiel is en laptops beschadigd raken. Waar in het westen internetcafés schaars zijn geworden, spelen ze nog een belangrijke rol in landen waar veel mensen geen eigen computer bezitten. Dit illustreert dat hoewel dezelfde apparaten wereldwijd gebruikt worden, culturele praktijken – gebruik, waarde, etc. – rondom deze apparaten niet hetzelfde zijn.

Deze en andere verhalen tonen een van de keerzijde van informatietechnologie zoals die ook te zien is in de inleidende kaart: technologieën en systemen die voornamelijk in Noord-Amerika worden ontwikkeld zijn, ondanks wat marketingcampagnes ons doen geloven, niet altijd wereldwijd toepasbaar. Dit brengt ons terug bij de digitale kloof. Op de laatste pagina zien we een kaart die de ‘reis van de iPhone’ weergeeft, een wereldwijde tocht die begint bij het delven van grondstoffen, die worden omgevormd tot componenten en geassembleerd tot producten waarna deze naar distributiecentra gaan om via een verkooppunt bij de consument te komen. Datapolis laat zo zien dat de verbondenheid in de slimme stad voortkomt uit geologische en sociaal-economische uitholling en uitbuiting en benadrukt zo dat de koloniale banden uit het verleden doorwerken tot in de technologische samenleving van vandaag.

Enkele gerelateerde artikelen