Recensie

De ontwerper en de smooth city

Smooth City van René Boer is een confronterend boek. Na het lezen kan je niet meer kritiekloos naar de realiteit kijken of deze proberen te ontlopen. Het voelt alsof het ontwerpen aan, en verbeteren van de stad een groot probleem is. Met die notie hebben stedenbouwkundige ontwerpers Marina Samveljan, Kate Unsworth en Anna Kozera moeite.

spread uit Smooth City / beeld Kees de Klein 

spread uit Smooth City / beeld Kees de Klein 

In Smooth City, Against Urban Perfection, Towards Collective Alternatives schetst René Boer een overtuigend beeld van de contemporaine stad, een stad die steeds dienstbaarder, homogener en ‘perfecter’ wordt. Alle gebouwen, openbare ruimtes en mensen zijn in tiptop conditie en álle plekken hebben een bestemming. Dit is de smooth city, een stad waarin “nothing transgresses, nothing smells”, veroorzaakt door een perfect storm van neoliberal urbanism, urban revanchism en een smooth turn – de perfectionering van ons wereldbeeld in de praktijk. Niet alleen een groeiende aanwezigheid van particulier kapitaal in de stad, maar ook series als Sex and the City met haar vrolijke beelden van urban living voor de middenklasse, allerlei apps en het verhoogde aantal pixels op schermen zorgen ervoor dat de stad om ons heen steeds smoother wordt.

Boer beschrijft en analyseert de smooth city in brede zin, de ontstaansgeschiedenis, karakteristieken en consequenties, wat het boek ontzettend boeiend maakt. Het betoog wordt kracht bijgezet door de collages van Kees de Klein die verspreid door de publicatie te vinden zijn. De herkenbare beelden die met elkaar gemengd zijn tot ze lijken op een shot uit een sci-fi film geven een ongemakkelijk gevoel en maken duidelijk hoe gevaarlijk en dichtbij de smooth city eigenlijk is. Misschien is de smooth city niet erg als je ‘even’ een deelscooter wilt pakken om naar je yogales te gaan, maar het is wel een probleem zo blijkt uit Boer’s overtuigende betoog als je niet past binnen de ‘scripts’ die zijn geschreven. De smooth city laat geen ruimte over om te ontdekken wie je bent, voor maatschappelijke discussie, of om mee te doen tenzij je dat kunt betalen. Het is een stad van controle, uitsluiting en blinde consumptie. Een leven in een bubbel.

spread uit Smooth City / beeld Kees de Klein 

spread uit Smooth City / beeld Kees de Klein

Het boek was voor ons, als stedenbouwkundig ontwerpers, soms erg ongemakkelijk. Hoe vaak hebben we niet ‘hoogwaardig materiaal’ voorgeschreven in een beeldkwaliteitsplan als wenselijk voor de inrichting van de openbare ruimte [p.25]? Of aan een plan gewerkt dat streeft naar een ‘geheel’ maken [p.32]? Hoe vaak hebben we niet met gemeentes meegedacht hoe ze private partijen kunnen meekrijgen in de uitvoering van een visie voor de revitalisering van een binnenstad? Of referentiebeelden opgenomen waarin straten gevuld zijn met volle terrassen of met uitstallingen van winkels die de straat opfleuren [p.25]? Deze confrontatie zette ons aan het denken: zijn wij gedoemd om altijd in dienst te staan van de smooth city?

Boer biedt een alternatief: de porous city. Het concept van porous city, door Walter Benjamin en Asja Lacis in 1924 gebruikt om het Italiaanse Napels te beschrijven, gaat verder dan de typische toegankelijkheid van architectuur als ‘open lobby’ of ‘opened up fence’. Porositeit ontstaat door het puncteren van het bestaande weefsel in de stad, door ruimte te bieden aan ongewone ruimtes, en voortdurende samenwerking. Voor meer dynamiek en kleur geeft de poreuze stad ruimte aan diverse groepen om mee te doen en mee te bouwen. Met het project CSOA Ex SNIA uit Rome als voorbeeld, laat Boer zien hoe ongeprogrammeerde ruimtes de mogelijkheid voor designed disorder, een soort georganiseerde chaos, een handje helpen. De verschillende lagen die de mensen toevoegen geven ruimte om de stad te zien als plek om te groeien, in bezit te nemen en je identiteit te vormen.

Ondanks dat de auteur toegeeft dat designed disorder niet bedoeld is als een romantisering van armoede en verval vanuit een bevoorrechte positie, lijkt het soms alsof de auteur geen ruimte meer laat om te werken aan een betere stad. Door de nadruk die hij legt op wildheid en het weigeren van perfectie voelt het alsof de behoefte aan verbetering en verfraaiing door de ontwerper een van de grootste problemen is omdat ze bijdraagt aan het ontstaan van een smooth city. Hier zijn we het niet mee eens, we mogen de deur voor verbetering niet dichtslaan; om een goed functionerende stad te maken kunnen we niet stil staan. Een doordacht beeldkwaliteitsplan zorgt voor een kader waarbinnen rauwe randjes kunnen ontstaan. Als wij alles loslaten ten behoeve van de poreuze stad, blijft er na verloop van tijd geen samenhang of gevoel van collectieve verantwoordelijkheid meer over. Dus de vraag die na het lezen van Smooth City bij ons blijft rondzingen: hoe verder? En hoe dan wel?!

spread uit Smooth City / beeld Kees de Klein 

spread uit Smooth City / beeld Kees de Klein

Boer ontloopt voor ons gevoel de verantwoordelijkheid om een meer gedetailleerde oplossing, referenties en blauwdruk te geven. De porous city is gebaseerd op collectief eigendom en sterke, gezonde sociale relaties. Het is belangrijk om te beseffen dat de mechanismen, collectivisering en organisatie die in het boek beschreven worden veel meer bevatten dan dat wij in onze kantoren kunnen ontwerpen. Het door Boer beschreven neoliberal urbanism voelt zo buiten onze ontwerp-controle, ook al zijn wij verantwoordelijk voor de vormgeving van de ruimtes van dit neoliberal urbanism. We kunnen wél andere materialen gebruiken, proberen sociale contacten en participatie te stimuleren en flexibele ruimtes creëren voor toe-eigening. Dit zijn opgaven die ons, Urbanistas, na aan het hart liggen. We kunnen echter niet garanderen dat er daadwerkelijk een gemeenschap ontstaat, en dat deze stand houdt.

Een belangrijk besef dat dit boek ons heeft opgeleverd, is dat we kritisch moeten zijn naar ons vak en hoe we anders kunnen omgaan met onze opdrachten. Het is belangrijk om de achterliggende politiek te begrijpen: wat gaat er schuil achter de opdracht, aan welke smooth city processen draagt het bij, en welke machtsverhoudingen worden met deze ontwikkeling ondersteund? Het boek is dan ook de nodige politieke en maatschappelijke opvoeding voor ontwerpers. Dit zeer confronterende boek heeft ons opgeroepen na te denken over ons beroep en de manier waarop we onze opdrachtgevers ten dienste staan. Boer geeft ons op zeer kritische wijze de benodigde woorden om te omschrijven waar we ons ongemakkelijk bij voelen en waar we deel van uitmaken. Na het lezen van Smooth City kan je niet meer kritiekloos naar de realiteit kijken of deze proberen te ontlopen, maar de negatieve voorspellingen over de toekomst aan het einde van het boek in het hoofdstuk Smooth Futures is iets waar wij moeite mee hebben. De onevenwichtigheid tussen kritiek en oplossingen bevriest ons van actie. Waar trek je de grens? Wanneer wordt een smooth city element echt gevaarlijk? En waar zitten juist de mooie elementen van de smooth city, die een stad beter maken? Dit brengt ons tot de vraag: is er een manier waarin we aan de toekomst van onze steden kunnen werken zonder automatisch te werken in dienst van een systeem dat uitsluit en platslaat? We weten dat er betere voorbeelden zijn van succesvolle ruimtelijke transformaties dan de auteur geeft. Diverse, queer en gemeenschap gedreven voorbeelden waar wij als ontwerpers van kunnen leren om een meer poreuze stad te kunnen bouwen.
Als ontwerpers gaan wij graag over tot actie. Het is onze krachtige energie die niet de kop in gedrukt moet worden. Wij beschouwen Smooth City dan ook vooral als een uitnodiging om de discussie aan te gaan over het poreuze stadsontwerp.

Enkele gerelateerde artikelen