Recensie

Ex-gedetineerden, advocaten in spe, een acteur en een architect

Het tweeluik Justice beyond Revenge van Robert Glas in TENT Rotterdam heeft me sinds mijn bezoek niet meer losgelaten. Glas toont op sublieme wijze de frictie en parallelle werelden van ex-gedetineerden, strafrechtadvocaten, wetenschap, praktijk, en (gevangenis)architect en -architectuur. Met het rechtssysteem als lijdend voorwerp laat het de impact en de complexiteit van maatschappelijke opgaven in architectuur zien.

Justice beyond Revenge (TENT, Rotterdam) / Robert Glas / foto auteur

Justice beyond Revenge (TENT, Rotterdam) / Robert Glas / foto auteur

Kunstenaar Robert Glas maakt werk dat de Nederlandse opvattingen over gerechtigheid opnieuw te bevragen. Onderdeel van de tentoonstelling Justice beyond Revenge is een pamflet dat hij samenstelde uit teksten van Louk Hulsman, hoogleraar strafrecht en criminologie aan de Erasmus Universiteit, uit de jaren tachtig. Hulsman (1923-2009) was een abolitionist en zag eenzame opsluiting als een daad van wraak die niet bijdraagt aan het uiteindelijke herstel en de terugkeer in de maatschappij van de veroordeelde. Hulsman: “De menswetenschappen stellen vast dat geen enkel voordeel kan worden verwacht van deze kunstmatige wereld. De leefregels in de gevangenis laten geen ruimte voor initiatief en overleg; zij kweken gevoelens van minachting voor de mens, zij maken infantiel. Het klimaat van alomtegenwoordige dwang ondermijnt het zelfvertrouwen, verlamt de ontwikkeling van sociaal aanvaardbare gedragingen en leert de echte omgang met anderen af, voor de dag van de vrijlating.”

Tot 1980 was er een breed publiek en politiek debat over de beste maatschappelijke reactie op crimineel gedrag. Het debat ging toen over de vraag hoe een gedetineerde na vrijlating zo goed mogelijk kon worden opgenomen in de samenleving om daarmee de kans op recidive zo klein mogelijk te maken. De Bijlmerbajes in Amsterdam, opgeleverd in 1979, was een voorbeeldexperiment waarin een meer humane gevangenis betere mogelijkheden zou bieden tot resocialisatie. Glas stelt dat het debat zich tegenwoordig heeft verengd tot strengere en zware (gevangenis)straffen die vooral over boetedoening en wraak lijken te gaan.

Met Justice Beyond Revenge brengt Glas dit debat en de bijbehorende complexiteit weer terug naar de voorgrond. Het bestaat uit twee delen: 1986 or Recalling Louk Hulsman (2024) en 1986 or a Sphinx’s Interior (2022). 1986 was het jaar dat Hulsman pensioneerde en Afscheid van het Strafrecht publiceerde, en het jaar dat architect Carel Weeber een 1:1 testmodel van een gevangeniscel liet bouwen. 1986 or Recalling Louk Hulsman is een video-installatie waarin studenten strafrechtadvocatuur met ex-gedetineerden in gesprek gaan aan de hand van de teksten uit het pamflet. 1986 or a Sphinx’s Interior is een film met acteur Ali Ben Horsting, ex-gedetineerde Jonathan Geerman en architect Carel Weeber (beiden opgegroeid op Curaçao), opgenomen in een replica van een cel in de Rotterdamse penitentiaire inrichting De Schie, ontworpen door Weeber. Deze replica staat ook in de tentoonstelling. Ook Weeber bezocht de replica. Glas filmde zijn reactie.

Architect: “Nu zie ik het ja, nu herken ik het, zo wat een mooie kamer is dit zeg. (…) ja, ja, ik herinner hem me nog, dat ik hem tekende weet ik nog wel, zo gebeurd, in één dag. Het spreekt voor zich he. Bed, zitten en… wijst zichzelf, zo’n gebouwtje. Het is leuk om te doen hoor trouwens een gevangenis ontwerpen. Het is ontzettend leuk. Makkelijk ook. Snel. Spreekt voor zich. (…) alle kamertjes herhalen zich. Het ontwerp was in twee weken klaar.”

Justice beyond Revenge (TENT, Rotterdam) / Robert Glas / foto auteur

Justice beyond Revenge (TENT, Rotterdam) / Robert Glas / foto auteur

De penitentiaire inrichting De Schie (1989) is inmiddels ‘bezield bezit’, een categorie van inspirerende gebouwen die de Rijksgebouwendienst hanteert. Voor het ontwerp heeft Weeber vijf instellingen bezocht, waaronder de Bijlmerbajes, en gesprekken gevoerd met gevangenisdirecteuren. Om het ontwerp te testen is destijds ook een mock-up van de kamer gemaakt.

Kunstenaar: “Heb je het zelf van tevoren getest?”
Architect: “Nee, nee.”
Kunstenaar: “Maar er was een testopstelling, die heeft u bezocht, maar hoe ging dat bezoek dan?”
Architect: “Ow het bezoek, ja ik mocht gaan kijken. Ik keek of het gemaakt was zoals ik had bedacht. Ik kan er weinig van zeggen eigenlijk. Het is geworden zoals ik had bedacht. Ik had het zo gewild en zo is het geworden.”

Glas’ werk bevraagt verschillende aspecten van het recht en de rol die de overheid hierin speelt, en toont het impliciete geweld dat hierin schuilgaat. Hij deed dit eerder in andere werken over asielprocedures, biometrische gegevens en voorspellende algoritmes. Met Justice Beyond Revenge brengt hij zijn systeemkritiek door middel van verschillende perspectieven naadloos samen in mens, architectuur en wetenschap. In de cel-replica kun je in de buisstoel gaan zitten, in de hoek van de cel, of op het gevangenisbed met plastic beschermhoes gaan liggen. Terwijl je op het gevangenisbed ligt, kijk je door het afgeronde diagonale gat naar het raam in de deur.

Architect: “Weet je waarvoor dat gat is? Dat gat is er zodat je je niet kunt verstoppen.”
[…]
Ex-gedetineerde: “Maar hoe heb je het geflikt? Zo veel in zo’n kleine ruimte….”
Architect: “Oh dat was heel makkelijk, een uurtje werk, zo gebeurd, maar ja, ik heb er ervaring mee. Ik heb ontzettend veel woningen gebouwd voor mensen die iets moesten huren voor weinig geld, goedkope huizen. (…) Ik vond het leuk om te doen, gek genoeg, ik had er geen problemen mee. ”

In de video-installatie voeren in wisselende samenstelling architect, acteur, ex-gedetineerde en kunstenaar (buiten beeld) gesprekken met elkaar. Glas mixt de scènes behendig, waardoor de maatschappelijke verhoudingen en machtsstructuren als personages worden gevat. De gesprekken schuren zo erg dat het bijna pijn doet. De beelden zijn onvergetelijk.

Architect: “De eerste keer is de moeilijkste keer he. De tweede keer… ja je bent niet de enige die dat paadje geweest is, dat komt meer voor. ”
Ex-gedetineerde: “Helaas wel…”
Architect: “Die mensen hebben daar blijkbaar behoefte aan, om een paar keer te gaan, ik weet het ook niet. Vooral mensen uit Curaçao, die vinden het prettig om daar te zitten, lekker warm. ”

Ex-gedetineerde Geerman spreekt in de film met zowel architect Weeber als acteur Horsting, en probeert beide heren mee te nemen in het leven in hechtenis. Beiden luisteren, maar de intentie en inleving verschillen wezenlijk. Weeber is op z’n Weebers, met weinig nuance en ogenschijnlijk met weinig empathie, en spreekt in de film voor het eerst met iemand die daadwerkelijk in zijn ontwerp heeft vastgezeten, die in de “mooist mogelijke kamer” – in de kleuren oranje, grijs en groen, wat volgens Weeber refereert naar het leven in Curaçao – zijn straf heeft uitgezeten. Acteur Horsting luistert naar een ex-gedetineerde in wie hij zich zo goed mogelijk moet inleven om het personage zo realistisch mogelijk te kunnen spelen.

Ex-gedetineerde: “Ik sliep nooit in de cel, ik sliep altijd thuis.”
[…]
Acteur: “Kon je ontspannen hier? Want het klinkt ook heel erg alsof je hier niet kunt zijn, terwijl je weet, ik ben hier de hele tijd.”
Ex-gedetineerde: “Je kon nooit ontspannen. Je ging automatisch uit jezelf zitten, maar, vrij snel ga je weer iets doen, terwijl je zegt tegen jezelf, ik ga zitten, ik ga blijven zitten. En binnen een paar seconden sta je daar weer. Dan sta ik zo voor de deur te kijken. Het is puur afleiding. Omdat je niks niks niks hebt te doen, ga je jezelf zo bezig houden, dat het niet normaal is. Wat je normaal thuis zou doen, doe je hier tien keer achter elkaar.”

Justice beyond Revenge (TENT, Rotterdam) / Robert Glas / foto auteur

Justice beyond Revenge (TENT, Rotterdam) / Robert Glas / foto auteur

De ervaring van ex-gedetineerde Geerman vertegenwoordigt de ervaring en het gevoel van een leven in een cel. Het tweede deel van de tentoonstelling gaat over het rechtssysteem. 1986 or Recalling Louk Hulsman bestaat uit twee grote schermen naast elkaar, licht naar elkaar toegedraaid. De installatie toont vijf duo’s in gesprek met elkaar, links ervaringsdeskundigen (ex-gedetineerden en een partner van een gedetineerde), rechts studenten strafrecht. De vijf ervaringsdeskundigen werden door Glas gevraagd om op de Erasmus Universiteit in Rotterdam, waar Hulsman hoogleraar was, de teksten van de wetenschap voor te dragen. “Men beweert dat lijfstraffen afgeschaft zijn maar dat is niet waar: de gevangenis breekt het lichaam af; het gebrek aan frisse lucht, zon, licht, ruimte, de opsluiting tussen vier nauwe muren, het luchten onder tralies, het gedwongen samenzijn met opgedrongen lotgenoten, soms onder vernederende sanitaire omstandigheden, de stank, de kleur van de gevangenis. Dat zijn allemaal fysieke beproevingen die het lichaam langzaam afbreken.”

De ervaringsdeskundigen werden tijdens de repetitie van de voordracht bijgestaan door de vijf strafrechtstudenten, die getraind zijn in publiek spreken. Tijdens de oefensessies ontstonden gesprekken naar aanleiding van de provocatieve teksten van Hulsman. Deze gesprekken vormen de kern van de video-installatie.

Ervaringsdeskundige: “Het doet ook wat met mij, dit te lezen. Daar moet ik heel eerlijk over zijn. Je ziet kapotte mensen, en dat doet pijn.”
Strafrechtstudent: “Ja dat is een drama, dat doet toch iets met je natuurlijk. Ja ik vind het ook wel moeilijk, ik weet dat heel veel gevangenen trauma’s hebben. Maar aan de andere kant heb ik ook een andere mening natuurlijk.”
Ervaringsdeskundige: “Ja, maar wat hier staat [de tekst van Hulsman], is waar…”

De afstand tussen de personen in beide installaties is voelbaar en ongemakkelijk. De strafrecht-studenten waren zichtbaar onder de indruk van Hulsmans teksten en hun gesprekken met de ervaringsdeskundigen, die allen welbespraakt en zelfbewust waren en de verantwoordelijkheid bij zichzelf legden, niet bij hun omgeving of achtergrond. Ex-gedetineerde Geerman spreekt open en invoelbaar over zijn tijd in de Schie gevangenis, terwijl Weeber de strenge en analytische houding aanneemt van iemand die gewoon zijn opdracht uitvoerde.

Deze afstand tot de personen wie het aanging vond Hulsman in 1980 al problematisch. Volgens hem waren de wetten die politici maken een abstract gegeven, zonder daadwerkelijk te weten wat deze wetten voor gevolgen hebben voor degene die ze straffen. Hulsman: “Als ze eens een gevangenis hebben bezocht, dan was dat als toerist. […] De leefregels in de gevangenis laten geen ruimte voor initiatief en overleg; zij kweken gevoelens van minachting voor de mens, zij maken infantiel. […] Het ergste is het apart zetten. Dat is de symbolische en tegelijk diep ingrijpende werking van de gevangenis. De vernedering van het apart zetten.”

Toen Weeber in 1985 de opdracht kreeg voor het ontwerp van de gevangenis heeft hij wel geprobeerd om zich een week te laten insluiten in een cel, maar gezien het cellentekort was dat destijds “een ontoelaatbare luxe”.

Kunstenaar: “Heb je ooit naar de literatuur [over het leven als gedetineerde] gekeken?”
Architect: “Nee, nee, nee, ik kon er toch niets aan doen. Het enige wat ik kon doen is nadenken over wat ik zelf zou willen. Ik heb er niks aan om aan anderen te vragen wat ze er van vinden. Niemand kan daar enthousiast over zijn. […] Ik had een hele goede ambtenaar, die vertelde me er veel over wat er gaande was, wat tegenviel en meeviel. Maar ik heb er zelf geen idee over. Ik kan daar weinig over zeggen eigenlijk.”
Kunstenaar: “Dus de ervaring van iemand die al eerder vast heeft gezeten maakt voor het ontwerpproces niet veel uit?”
Architect: “Nee.”

De replica cel van de Schie gevangenis is slechts een onderdeel van Glas’ systeemkritiek, waardoor Justice Beyond Revenge de doorsnee architectuurtentoonstelling ver overstijgt. Het roept essentiële vragen op over hoe je als ontwerper je verhoudt tot de opgave, de toekomstige gebruikers en je verantwoordelijkheid daarin. Is de afstand tussen jou en de toekomstige gebruiker inleefbaar en overbrugbaar en wat doe je ermee, of houd je bewust de afstand?

Enkele gerelateerde artikelen