Lowell: You don’t think it’s time somebody got a dream again? You don’t think anybody should care about these forests? Collega Parker: It’s been too long, people got other things to do now.
De speelfilm Silent Running van Douglas Trumbull was bij uitkomst in 1972 geen doorslaand succes, maar het heeft ondertussen een terechte cultstatus verworven als bijzondere milieu-apocalyptische film die steeds maar weer actueler wordt. Helaas.
Voorziend was de blik van de programmeurs van het AFFR toen zij besloten om de Amerikaanse speelfilm Silent Running te vertonen op 15 juni aanstaande tijdens de Dag van de Architectuur. Ze konden toen nog niet bevroeden dat in het Hoofdlijnenakkoord tussen PVV, VVD, NSC en BBB dat op 16 mei jongstleden openbaar werd gemaakt zoveel maatregelen staan die de kwetsbare natuur en het cultuurlandschap in Nederland onherstelbare of moeizaam herstelbare schade zal toebrengen – wat dus ook gevolgen heeft voor de rest van de wereld. (Lees in het Hoofdlijnenakkoord 4. Een goede toekomst voor land- en tuinbouw en visserij, voor voedselzekerheid, voor natuur (p.9-12) en 5. Energietransitie, leveringszekerheid en klimaatadaptatie (p.13-14) er op na, dan hebben we het nog niet over de verhoging van de maximale snelheid naar 130 km/u daar waar kan.)
In Silent Running heeft de mens de aarde flink afgeragd en in een wanhopige, doch onwaarschijnlijk poëtische daad heeft de Amerikaanse regering besloten de laatste bossen van de aarde op gigantische ruimteschepen de ruimte in te sturen. Ooit moeten ze weer terugkeren, zodra op aarde zich weer een vruchtbare bodem voor de bossen heeft ontwikkeld. Op deze space-versie van de ark van Noah worden ook vier astro-boswachters meegestuurd en die hebben weer hulp van drie schattige kleine robotjes. Het ruimteschip bestaat uit drie grote glazen koepels à la Buckminster Fuller waaronder de bossen en biotopen bloeien. Weetje: Silent Running werd gefilmd op een afgeschreven vliegdekschip (interieurs) en in vliegtuighangars. Aanvankelijk wilde men filmen in de botanische tuinen van Mitchell Park waar de eerste conusvormige koepels ter wereld staan, maar door belemmeringen kon dit niet en moesten de bossen in een hangar worden nagebouwd.
Na jaren van doelloos rondzweven krijgen de astro-boswachters eindelijk de oproep om terug te keren, maar zonder de bossen, die moeten ze – zonder nader genoemde reden – ‘nucleair’ vernietigen. Drie van de astronauten hebben veel plezier aan het bombarderen van de vliegende bossen, die mannen houden sowieso meer van synthetisch eten dan van die stinkende natuurlijke voeding, maar Lowell (Bruce Dern) is de hippy/verzetsman/bioboer van het stel. Wat er dan gebeurt gaan we niet verklappen natuurlijk, dat moet je zelf maar gaan zien.
Al in 1963 publiceerde bioloog Rachel Carson het episch boek Silent Spring over de vernietigende gevolgen van pesticiden op de natuur. Het boek wordt over het algemeen gezien als de start van protesten tegen (de desinformatie van) chemieconcerns door milieuorganisaties. En het is, wederom helaas, nog steeds actueel. Silent Spring zal zeker van invloed zijn geweest op Silent Running en het eveneens in 1972 gepubliceerde gezaghebbende rapport van de club van Rome Grenzen aan de groei. Carson heeft de grote impact van haar boek niet meer mee mogen maken, zij overleed in 1964. Silent Running stond bij de première dus midden in de actualiteit, zo’n beetje zoals de speelfilm The China Syndrome (1979) die het kernongeval en bijna-megaramp van kerncentrale Harrisburg aankondigde, maar Silent Running werd geen grote hit. Dit kwam deels door een beperkt marketingbudget (het is een low-budget film), maar waarschijnlijker ligt de oorzaak in het grote aantal scènes met alleen een getroebleerde Bruce Dern in beeld. Zijn karakter Lowell is de enige in de film die de bossen wil redden, dat is voor iedere mens wat teveel gevraagd en is als kijker ook lastig om lang aan te zien. De film hing daardoor tussen de beoogde publieken in: niet geschikt voor monoloog-schuwende sciencefiction fans en ook niet voor de technologie-schuwe hippies.
Het is een deprimerende gedachte dat al sinds 1972 de ecologische boodschap van de film steeds weer opnieuw wordt verteld – en getoond – maar niet gehoord. De ontvankelijkheid op aarde voor quasi-abstracte problemen als biodiversiteit en klimaatadaptatie is niet groot. Ook op het ruimteschip in Silent Running is het leuker en gemakkelijker om in de ruimtekarretjes rond te rijden, dan om met gebogen rug het onkruid te wieden voor eten dat je niet eens lust. En ook is het gemakkelijker met een partijtje poker de tijd te doden, al wachtend op nieuwe instructies van hogerhand, dan om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor je acties. Dus als zelfs de astronauten die aangesteld zijn voor het bosbehoud moeite hebben met hun taak, dan kun je nagaan hoe dat wordt als Nederlandse boeren straks ’landbouwinclusief’ natuurbehoud gaan uitvoeren.
Maar net zoals in Silent Running, zal er altijd wel ergens een Bruce Dern op deze wereld rondlopen die samen met een groeiend leger robots, zich inzet voor én daadwerkelijk werkt aan, een verbetering van de biodiversiteit. En zie daar de positieve boodschap.