Een volledige woning kleiner dan 20 vierkante meter?! In Nederland is het nauwelijks voorstelbaar. In Seoul is het normaal. Micro-units zijn onmisbaar in de stad. Hoe werkt het? Andrea Prins vertrok naar Seoul, probeerde het uit en interviewde mensen die al langer zo wonen.

Exterieur en interieur roof-top unit, en een still uit de film Obaltan (1961). Afgebeeld is een scene die in een roof-top unit speelt / foto’s auteur
Korean cuisine, K-movie en spectaculaire stedenbouwkundige interventies, zoals de Han River-revitalisatie: Seoul is fancy, en niet alleen voor toeristen. Zuid-Korea is Seoul, de rest telt niet echt mee, hoorde ik vaak tijdens mijn verblijf. Daarom trekken Zuid-Koreanen massaal naar de hoofdstad voor opleiding, werk en status. De bevolkings- en welstandsgroei leidde – en leidt – tot massawoningbouw op een immense schaal. Gestandaardiseerde, gelijkvormige flatgebouwen zorgen niet alleen voor de dringend benodige woonruimte. De ontworpen woningen zijn bovendien veelzijdig bruikbaar, zoals ik eerder schreef op ArchiNed. Anders dan in Europa is de massawoningbouw in Seoul geen sociaal project voor de armere lagen van de bevolking. Van begin af aan waren deze koopappartementen nagenoeg uitsluitend bedoeld voor de (hogere) middenklasse.
Anno 2024 rijzen de huizenprijzen ook in Seoul de pan uit. Voor steeds meer mensen, ook voor hen met een goede baan, is een koopappartement inmiddels niet meer dan een dagdroom. Huurwoningen zijn net zo onbereikbaar. Niet door hoge huurprijzen, maar vanwege de immense jeonse – de borgsom die in Zuid-Korea deel is van een huurcontract. De zoektocht naar woonruimte voor smallere beurzen in Seoul lijkt onbegonnen werk. Maar wat blijkt? Als alternatief bedachten vindingrijke ondernemers een even eenvoudig als geniaal concept: kosten beperken door woonruimte te minimaliseren. Hierbij worden niet tot wonen bestemde locaties verovert: huisvesting als para-sites.
Romantisch boven de daken
Één voordelig alternatief is de roof-top unit. De studio die ik mag bezoeken, is gebouwd op het platte dak van een meergezinshuis uit de jaren 1980 in de wijk Hwigyeong, dichtbij de University of Seoul. Hier staan vooral compacte drie- tot vierlaagse bakstenen gebouwen. De para-sites zijn veelal opgedeeld in zo’n zes á acht woningen. Roof-top klinkt romantisch en het uitzicht is daadwerkelijk voortreffelijk door de ligging van de wijk op een helling. Student Ye-jae Lee (26) is erg gelukkig met zijn één-ruimte studio van zestien vierkante inclusief pantry en douchecel. Hij woont er nu drie jaar en wil na zijn afstuderen er graag blijven wonen. Hwigyeong is inderdaad een fijne wijk, maar ik interpreteer Lee’s woorden toch vooral als pragmatisme: betaalbare alternatieven zijn er immers niet.
Het idee van het gekaapte dak is trouwens niet nieuw. Een vroege versie van een dakstudio zie ik in de speelfilm Obaltan (1961). Het is een en indrukwekkend verhaal over het leven van een gezin in een naoorlogse krottenwijk. “Dit was mijn moeders opslagruimte”, zegt de bijna-geliefde van een familielid tegen de hoofdpersoon over haar geïmproviseerde dakwoning, gemaakt van wat lijkt op multiplex. De nonchalante materiaalkeuze is herkenbaar. Ook huidige dakunits zijn vaak nauwelijks geïsoleerd en gebouwd van ontvlambaar materiaal. Omdat er maar één toegangstrap (dito vluchtroute) is, gaat het makkelijk mis bij een kortsluiting.

Exterieur van het huis (witte gevel) waarin de half ondergrondse studio ligt, interieur en een doorsnedeschets. De blauwe stippellijn geeft de transformatie aan van een banjijha in een first floor unit, wanneer de gemiddelde terreinhoogte lager dan de helft van de ruimtehoogte is / schets Jong-hyun Woo, foto’s auteur.
Wonen als een filmgezin
Ook banjiha’s, half ondergrondse studio’s, liggen in meergezinshuizen. Oorspronkelijk gebouwd als schuilkelders in geval van een conflict met Noord-Korea, werden ze medio jaren tachtig als woonruimte gelegaliseerd. Niet alleen voor filmgezin Kim (Parasite 2019), ook ‘in het echt’ is het bewonen van een banjiha niet zonder risico. De al dan niet illegaal gerenoveerde studio’s hebben niet altijd rookmelders en overstromen bij sterke regenval. Toch voelt Jong-hyun Woo (26) zich een geluksvogel: hij heeft een zelfstandige, pas gerenoveerde unit van vijftien vierkante meter op loopafstand van zijn universiteit, een luxe in megastad Seoul. Het woord semi-basement unit wordt trouwens geschuwd. “Dat klinkt niet leuk voor de verhuurder en de huurder”, legt Woo uit, “we zeggen first floor unit.” Het recept voor transformatie? Verlaag de hoogte van het aansluitende terrein tot onder de helft van de ruimtehoogte, en de gênante banjiha verandert in een leuke first floor studio [1].
Domweg gelukkig met een buitenraam
Waar je in een dak- of kelderstudio kunt samenwonen, kan in een goshiwon zelfs het ontvangen van bezoek tot de ontbinding van het huurcontract leiden. Goshiwon accommodaties liggen in mixed-use gebouwen samen met kantoorruimten, opslagfaciliteiten en restaurants. Ooit waren goshiwons afleidingsarme woon-werk-cellen voor staatsexamenkandidaten. Maar deze onderkomens zijn al lang geen tijdelijke oplossing meer. Men woont er langdurig, meer dan 50% van de bewoners heeft een baan [2]. Omdat goshiwons van particuliere ondernemingen zijn en in bestaande gebouwen zijn geplaatst, verschillen ze qua inrichting en uitstraling. Wat ze kenmerkt: per verdieping worden er 16 – 18 eenpersoons-units gemaakt, waarvan vaak één verdieping exclusief voor vrouwen is. Binnen de verdieping deel je de keuken en het sanitair, hoewel er ook duurdere units met privé douche en wc bestaan. Door de diepte van de van oorspronkelijk niet-tot-wonen-bestemde gebouwen, is er vaak een ringvormige ontsluitingsgang. Units gepositioneerd aan de binnenzijde hebben alleen een raam dat uitkomt op de corridor, terwijl de units aan de buitenkant van de ring genieten van een buitenraam – zijn dit vaak ook de units mét sanitair. De units, verkrijgbaar via het internet, zijn te huur per maand of dag. Ik testte goshiwons in verschillende wijken. De grootte van mijn units: 6.3, 5.8 en 4.5 vierkante meter, inclusief privé-sanitair. En een buitenraam had ik ook.

Exterieur (de goshiwon accommodatie bevindt zich op de twee bovenste verdiepingen van het lichtgrijze gebouw met de bogen boven de kozijnen), en interieur gang en goshiwon unit / foto’s auteur
De meningen over het leven in een goshiwon zijn verdeeld. Ik vond het prima te doen – als een zeer tijdelijk experiment, en ook andere medebewoners waren tevreden. Dat ligt natuurlijk vooral aan het feit dat er geen borgsom betaald moet worden en aan de relatief lage huurprijs [3]. Wel belangrijk: rustige medebewoners (want de wanden zijn dun), een keuken met eetplek (anders eet je in je unit) en een airco (een ondol-vloerverwarming is er altijd). Ik leer dat ik in de betere goshiwons terecht ben gekomen: alles is schoon, het management is behulpzaam en – essentieel – er is een afsluitbare voordeur op de verdieping. Want die lijkt er niet altijd te zijn: ik hoor van vrouwen die lastig gevallen worden, zowel door mensen binnen als buiten de goshiwon. Software developer Yehyun Chung (26) vertelde dat ze na een aantal maanden in de goshiwon psychisch ziek werd door het benauwende wonen, de angst voor vreemden in haar unit én door de systemische prestatiedruk rondom de staatsexamens (in Zuid-Korea is er een sterke competitiecultuur die trouwens al begint op de basisschool). Tel daar bovenop sociale schaamte. In een maatschappij waarin succes alles is, heb je als goshiwon-bewoner a priori ‘gefaald’. Als buitenstaander heb ik hier geen last van. Wel hiervan: het woonoppervlak zonder meubilair is één tot twee vierkante meter. Dat betekent dat elke beweging – opstaan van de werktafel, naar de douchecel gaan, omdraaien – om nadenken vooraf vraagt. In zo’n kleine unit, merk ik, ben je altijd alert. Ontspannen wonen is anders, of zou het wennen?

Plattegrondschets van een goshiwon unit, gemaakt tijdens het gesprek / schets Yehyun Chung
Ondenkbaar in Nederland?
Voor de duidelijkheid: deze behuizingen zijn geen niche-producten. In 2017 woonden 1.3 miljoen jonge Koreanen in dit soort ‘cocon-achtige’ parasite units. Door het tekort aan goedkope woningen ontstond er een wildgroei aan ‘creatieve’ ondernemersoplossingen met vaak gruwelijke ongelukken tot gevolg. Sinds 2022 eist de overheid daarom bij nieuw ingerichte goshiwons rookmelders, een tweede vluchtroute en een buitenraam. Van tijd tot tijd wordt over een algeheel verbod gediscussieerd, maar de micro-units zijn voor velen de enige kans op een woonplek. Bij een verbod zouden honderdduizenden op straat of – opnieuw – in illegaal in elkaar geknutselde studio’s belanden. Enige controle op veiligheid zou dan wederom geheel zoek zijn. De overheid zit klem.
Voor Nederland een ver-van-mijn-bed show? Misschien minder dan we denken. Ook wij bewegen langzaamaan de kant van de cocons op, denk aan micro-appartementen zoals Domūs Houthaven (42 m2), Haavn Westewagenstraat (22 m2), en Flexwoningen (Transformatiehaven 21 m2). Beatriz Ramo’s unit van zeven vierkante meter inclusief sauna lijkt vooralsnog opgevat te kunnen worden als een grappig experiment. De vraag is wanneer micro-units – gezien de door vele partijen in stand gehouden wooncrisis – een al dan niet geoorloofde business opportunity beginnen te worden, met als beoogde populatie: jongeren en precair werkenden, statushouders, personen met bijstand- of werkeloosheidsuitkering, mensen met psychische problemen of een verslaving, en ouderen zonder toereikend oudedagsvoorziening. Hoewel micro-units voor sommigen – in geval van bewust eigen keuze – kunnen werken, zijn ze als enige oplossing voor hele bevolkingsgroepen ontoelaatbaar.
Aan de voorbeelden in Seoul is zien wat er gebeurt als een maatschappij ‘inventieve’ minimale ondernemersoplossingen accepteert en nagenoeg onmisbaar laat worden voor het stedelijke wonen. In het beste geval is het een vorm van nalatigheid met potentieel verreikende gevolgen voor de psychische en/of fysieke gezondheid van individuele bewoners, en wanneer mensen de sociaal-economische kloof plus hun stigmatisering zat zijn, voor sociale onvrede. Gelukkig zijn we in Nederland nog niet zover. Seoul is fancy – maar laat het in deze een waarschuwing zijn!