Bijna niemand lacht op de nieuwe fotoserie van Iwan Baan. Met Rome – Las Vegas, Bread and Circuses laat hij de vergaande gevolgen zien die de digitalisering van onze samenleving heeft op steden, en toont hij gelijktijdig de essentie van stedelijkheid. Baan heeft een meesterwerk afgeleverd, oordeelt Allard Jolles.
Bijna niemand lacht op de geweldige nieuwe fotoserie van Iwan Baan. In zijn meest recente boek Rome – Las Vegas, Bread and Circuses kijkt zelfs het gezichtje op de Sphere in Las Vegas ons beteuterd aan. En dat terwijl toeristen, op allerlei locaties door Baan gefotografeerd, toch doorgaans lachen op de vele selfies die ze op Instagram posten. En anders lachen ze wel op de ontelbare foto’s die ze van zichzelf laten maken, staand voor de Trevifontein in Rome of voor de watershow bij het Bellagio Hotel & Casino in Las Vegas. De paar mensen die wél lachen, zijn mensen zonder mobieltje, zoals danseressen, een blij echtpaar met kinderen en baliepersoneel in een hotel. Toeval? Misschien, maar wie wat meer tijd met dit prachtig vormgegeven en voorbeeldig gedrukte boek doorbrengt, ziet overduidelijk dat de mens-met-telefoon één van de hoofdthema’s van Iwan Baan is. De gouden kaft laat ons een schermturende ‘mobilist’ in Las Vegas zien, helemaal opgaand in zijn digitale wereld. Is Vegas zelf niet meer leuk genoeg?
In 2022 was het vijftig jaar gelden dat het beroemde boek Learning From Las Vegas van Robert Venturi, Denise Scott Brown en Steven Izenour verscheen. In dit boek werd voor het eerst een professionele analyse gemaakt van The Strip in Las Vegas, zowel wat betreft stedenbouw als architectuur. Sleutelzin: ‘Las Vegas is to the Strip what Rome is to the Piazza’. In andere woorden: Las Vegas verdiende destijds een even serieuze beschouwing als Rome. Ter gelegenheid van dit jubileum maakte Baan als Photographer-in-Residence een tentoonstelling voor de Amerikaanse Academie in Rome, dezelfde plek waar Venturi van 1954 tot 1956 een Fellow was geweest.
In Rome – Las Vegas, Bread and Circuses staan foto’s van de tentoonstelling aangevuld met een aantal artikelen. Dit keer niet ‘From Rome To Las Vegas’, zoals een van de korte paragrafen bij de Venturi’s heet, maar ‘From Las Vegas To Rome’, zoals Baan in zijn voorwoord schrijft. Kunnen we sporen zien van de huidige Las Vegas-beleving in Rome? Zien we in beide steden een vergelijkbare soort omgang met toerisme en entertainment?
Iwan Baan heeft niets minder dan een meesterwerk afgeleverd. Hij gebruikt luchtfoto’s, foto’s vanaf daken, straatfotografie en hier en daar een close-up om de twee steden goed te kunnen vangen. De ene keer denk je aan fotografen als Stephen Shore (reclameborden) of Martin Parr (een rijtje Elvissen), dan weer aan Alex MacLean (zie vooral diens ‘Vegas | Venice’). De mix is perfect: we zien beide steden in hun landschappelijke setting, we zien de stedenbouwkundige structuur, het straatbeeld en het gebruik van de ruimte door mensen uit alle lagen van de bevolking; dat zijn we wel gewend van Baan, hij doet dat ook in andere fotostudies (zie bijvoorbeeld Living with Modernity’, over Brasilia en Chandigargh) en in zijn architectuurfotografie in opdracht. Daarnaast zien we ook de enorme hoeveelheid geld die op allerlei plekken is geïnvesteerd – in vastgoed, pret en gemak – en die natuurlijk op een bepaald moment ook weer winst moet opleveren. En dat alles is zichtbaar vastgelegd in een haast ondraaglijke hitte van minstens 40 graden…
Baan zoomt ook in op de keuzes van architecten met betrekking tot hoekoplossingen (wordt het dominante straatbeeld voortgezet, of juist ontkracht door een gebrek aan vormgeving van de zij- of achtergevel – vaak te zien in Vegas), allerlei overgangen tussen de openbare ruimte en de privésfeer, en de manieren waarop ontwerpers zich een gegeven opdracht hebben eigengemaakt. Houden de nieuwe toevoegingen aan de stad het imago van de stad op alle onderdelen overeind?
In het geval van de entertainment venue Sphere (kosten: 2,3 miljard dollar, architectenbureau Populous) is dat in ieder geval zeker zo. Het is, in termen van de Venturi’s, een ‘decorated shed’ en ‘duck’ ineen, en van alle kanten even aantrekkelijk. Een eyecatcher, een ‘must-see’, een plek waar je als toerist een foto van moet nemen, liefst nog een selfie terwijl je ervoor staat of binnen zit. En die ‘gevel’ (bekleed met 54.000 m2 LED-schermpjes) is natuurlijk per dag te huur voor $450.000… Ja, dit is 100% Vegas. Zou trouwens bij het ontwerpen aan de Sphere de doorsnede van het Pantheon in Rome naast het scherm hebben gelegen?
Het essay van architect en criticus Ryan Scavnicky, in het boek geplaatst tussen de eerste serie Romefoto’s en de Las Vegasserie in, bevat interessante elementen. Las Vegas is allang geen Sin City meer, stelt hij, en heeft de afgelopen periode een transitie doorgemaakt naar Entertainment City. De auteur gebruikt enkele in Vegas spelende films als bewijs: ‘Ocean’s Eleven’ (2001) en ‘The Hangover’ (2009). In de eerste film wordt crimineel gedrag nog gevierd, terwijl in de tweede fout gedrag niet langer acceptabel blijkt. Vegas heeft tegelijkertijd nog een transitie doorgemaakt: van autostad naar voetgangersstad. Je kan tegenwoordig van het Luxor Hotel & Casino bij het vliegveld door geklimatiseerde binnenruimtes naar het noorden lopen, om uiteindelijk, vele hotels verder, bij The Venetian Resort te eindigen. En als je even door de verzengende hitte moet, is er overal ‘ice-cold water’ te koop. Dat laatste zien we natuurlijk ook in Rome, waar Baan ons trakteert op een schitterende foto waarop een verkoper zijn flesjes water heeft gerangschikt in dezelfde vorm als de zuilengalerij van het Monument voor Victor Emanuel II.
Het Romeinse Rijk krijgt ook een film van Scavnicky: Gladiator. Deze film is een goed voorbeeld van een Rome-perceptie die de feiten flink geweld aandoet. Het lijkt in die film een verlichte plek, een goed georganiseerde maatschappij waar iedereen zijn of haar plekje heeft, en waar architectonische constructies de publieke zaak perfect representeren. Kortom: een hoogtepunt in de westerse beschaving. Niets is minder waar. Scavnicky ziet het tegenovergestelde in de bouw van het Colosseum (capaciteit: 50.000) en maakt vervolgens een vergelijking met de Sphere (18.600): beide gebouwen zijn ontstaan op een hoogtepunt van maatschappelijke en architectonische decadentie. Geef het volk brood en spelen, dan komen ze nooit in opstand, schreef Juvenalis al in de eerste eeuw van onze jaartelling; geef het volk afleiding in plaats van dat we hun armoede of problemen oplossen. Vandaar ook dat ‘bread and circuses’ in de titel van het boek.
Het vergelijken van Rome en Las Vegas, vanuit het onverhuld uitdrukking geven aan macht en spel met architectuur, is nieuw en raak. Deze denklijn had wat mij betreft nog verder doorgetrokken kunnen worden, door bijvoorbeeld de komst van het Formule 1-circus naar Las Vegas te bespreken. De hele stad op de schop? Geen probleem. Boze buurtbewoners zijn er toch niet. Als het gokken maar door kan gaan. En het was een mooie vergelijking geweest met de paardenraces in het Circus Maximus: qua sport en schaal hetzelfde, en ook daar kwamen 150.000 toeschouwers per dag.
Brood en spelen. Dat raakt ook aan het door muziekhistoricus Ted Gioia geschreven artikel ‘The State Of Culture, 2024’ [link onderaan het artikel]. De snelst groeiende sector van de culturele economie, zo stelt Gioia, is afleiding. Geen kunst, geen entertainment (de groei daar vlakt af), maar non-stop activiteit, liefst op TikTok, Instagram, Facebook en YouTube. Ons brein, aldus Gioia, beloont deze korte oprispingen van afleiding met dopamine, en daar voelen we ons lekker bij. Het uiteindelijke doel van dopamineprikkels is om ons, mobielgebruikers, verslaafd te maken aan al die sociale media. Die verslaving brengt ons helaas wel in een negatieve spiraal richting depressie: ‘afleiding’ tot de (hersen)dood er op volgt. Zou er daarom niemand lachen op die foto’s van Baan?
Denise Scott Brown zegt in een kort interview op driekwart van het boek geheel terecht dat Las Vegas nu ook weer niet zóveel is veranderd in vijftig jaar. Het is en blijft een plek die gemaakt is om ons geld uit de zak te kloppen, alleen nu ook digitaal in onze handpalm. Of zoals Ted Gioia beschrijft: in de traditionele cultuur bedreven we sport, in de moderne cultuur keken we naar sport, en in de huidige dopaminecultuur wedden we op sport, online via de app. Kijk eens aan, gokken! Wat past er nou beter bij Vegas dan dat? Stuurt de behoefte aan digitale dopamine de volgende ontwikkeling van Las Vegas: van Entertainment City naar Bet City – een soort Sin City zonder sexclubs? BetMGM en Caesars Entertainment, allebei niet toevallig gokdivisies van de grootste twee uitbaters van de hotels in Vegas, zijn toonaangevende spelers. Vandaar ook die lollige, romeins vormgegeven oplaadpunten in Vegas: dat is geen service van de zaak, maar puur eigenbelang. Een toerist met een lege telefoon geeft niet genoeg geld uit. Iwan Baan heeft ook wat betreft dit onderwerp meerdere treffende foto’s gemaakt. In Rome zijn die geïntegreerde oplaadpunten overigens afwezig, hoewel de toerist zich verder hetzelfde gedraagt. Het lijkt erop dat Las Vegas nog steeds meer van Rome leert dan andersom. Met Las Vegas-ogen naar Rome kijken levert vooral dit besef op. Andersom zou je kunnen stellen dat er in Rome nog ruimte is om de toeristische dopamine beleving te verbeteren. Maar of de stad daarbij gebaat is?
Van Las Vegas viel, of valt wellicht iets te leren voor ontwerpers, maar een stad waar de hotels zowel hoofdbestemming als attractie zijn, een stad gemaakt als pretpark, waar het monofunctionele centrum al het (voor sommigen zware) leven uit de rest van de stad zuigt, kun je natuurlijk eigenlijk niet echt op één lijn zetten met Rome (of andere grote steden als New York, Tokio, Parijs, Londen, Bangkok of Mumbai) – pretpark geworden door intrinsieke aantrekkelijkheid. Haal je in Rome de toeristen weg, blijft er nog een relatief goed werkende stad over, waar wonen, werken en recreëren op vele plekken prima lukt. Haal in Vegas de toeristen weg, en de stad is haar bestaansrecht kwijt. De essentie van stedelijkheid ontbreekt: Vegas biedt simpelweg geen aantrekkelijke mix van functies waardoor verschillende mensen elkaar op verschillende tijden om verschillende redenen kunnen ontmoeten. Rome blijft de eeuwige stad; Las Vegas wordt nooit meer dan een pretpark, Sphere of geen Sphere.
Leg je telefoon weg en koop dit boek.