Feature

Porous City? Hoe dan wel?!

Het lezen en recenseren van Smooth City, Against Urban Perfection, Towards Collective Alternatives door René Boer, bracht veel bij ons teweeg: het was confronterend, leerzaam, maar ook frustrerend. We herkenden de beschreven mechanismen en karakteristieken van de smooth city in ons werk als ontwerpers, wat ons ongemakkelijk maakte. De grootste vraag die na lezing en het recenseren van zijn boek bleef hangen was: hoe nu verder?

Porous City? Hoe dan wel?! in reactie op René Boer, Smooth City / De Urbanistas / Sociaal centrum ExSNIA (Rome, 2023) / Foto Dario Ligioi

EX-Snai, Rome (Italië, 2023) / Foto Dario Li Gioi

In Smooth City beschrijft René Boer het ontstaan van steden die inwisselbaar, homogeen, en ‘perfect’ worden. Steden die passen in de scipts van city marketeers en (vastgoed) ondernemers; een stad van controle, uitsluiting en blinde consumptie. De smooth city ondersteunt en versterkt bepaalde machtsverhoudingen. Als tegenhanger van de smooth city, stelt Boer porositeit voor: het puncteren van het bestaande stedelijke weefsel door ruimte te bieden aan het spontane, en daarbij inwoners zelf de ruimte te geven dit vorm te geven Hiermee overtuigde Boer ons van de noodzaak om te bouwen aan een poreuze stad, al bood hij hierbij weinig concrete handvatten. Het voorbeeld dat hij noemt, het culturele centrum CSOA Ex SNIA in Rome—een voormalige fabriek dat nu fungeert als plek van samenkomst, betrokkenheid en creativiteit—bleek lastig te vertalen naar de diversiteit van ons dagelijkse werk. Zodoende stelden we ons de vraag: welke stedelijke transformaties kunnen nog meer als voorbeeld dienen? En hoe kunnen we werken aan de poreuze stad? Wat is onze rol als ontwerper, en wat kunnen we van elkaar verwachten? Wat ligt wel of niet binnen onze invloedssfeer?

We activeerden ons ‘Urbanistas Rotterdam’ netwerk middels een Expo (met inbreng van Elisa Otañez en Anne Bodde) om hier een antwoord op te geven, en gingen in gesprek met Boer zelf tijdens een Book Talk in Kiosk, Rotterdam. We deden ook inspiratie op tijdens onze excursie naar Brussel. Onze insteek in het begin was om op zoek te gaan naar concrete voorbeelden van de poreuze stad die we konden delen ter inspiratie in ons werk als ontwerpers. Het duurde niet lang voordat we erachter kwam dat de poreuze stad niet zo makkelijk te vatten is. Misschien hadden we niet verrast moeten zijn; als de smooth city overal hetzelfde is, dan is haar tegenhanger wellicht ook niet eenvoudig te definiëren. Dit leverde dan ook meteen een levendige discussie op, wat al snel leidde tot verdeelde meningen over de smooth city, zoals beschreven door Boer, en of deze altijd schadelijk is.

Of je het nu hebt over de smooth city, of de poreuze stad, in al deze gesprekken kwam naar voren dat het niet zozeer gaat om het ontwerpen van bepaalde objecten of ruimtes, maar veel meer om hoe de ontwerper, en in het bijzonder een stedenbouwkundige, zich positioneert in het grotere krachtenveld van actoren en processen. Dit vormt de context, of decision environment, waarin ontwerpkeuzes gemaakt worden, acties genomen worden, en wat onze methoden, benaderingen, houding, processen, taalgebruik en financiële modellen omvat.
Daarmee zijn er geen specifieke ruimtelijke voorbeelden te definiëren, maar hebben we uit onze gesprekken vijf houdingen geformuleerd die kunnen leiden tot de poreuze stad. Het zijn slechts methoden die we kunnen gebruiken, binnen deze decision environment, om ruimtelijke interventies voor te stellen, processen te beheren, of financiële modellen ter discussie te stellen.

Vernacular Design series (2023) / Foto’s Elisa Otañez

1 Zoek naar porositeit met ‘stedelijke tijd’

Ontwerpmethoden hebben altijd impact op het resultaat. We moeten daarom meer tijd vrij maken om de behoeften van mensen te observeren, het huidige gebruik van de ruimte te begrijpen, en deze in ons ontwerp mee te nemen. Door tijd te nemen voor waarnemingen, wordt zichtbaar hoe mensen binnen het gestelde tijdsvak, de stedelijke tijd, eigen manieren van ruimtegebruik ontwikkelen. Bij herontwikkeling moeten we, als ontwerpers, beter leren kijken, en onze analyse niet alleen op basis van ruimte doen, maar ook vanuit het perspectief van behoefte en gebruik. We negeren vaak de invloed van tijd en de verbindingen die ontstaan, of stellen deze buiten onze invloed. We moeten kijken naar wat al op de plek aanwezig is, de sporen van gebruik observeren, en ruimte laten voor flexibiliteit, zodat de ruimte naar dit inzicht kan worden heringericht. Dit biedt de ruimte om organische sporen van stedelijk leven (im)materieel vast te leggen.

Waarom dit belangrijk is? Omdat we dan voor mensen gaan ontwerpen en niet voor trends. We ontwerpen vaak te snel, zonder voldoende observatie. Een goed voorbeeld hiervan zijn de olifantenpaden. De foto’s van Elisa Otañez (gepresenteerd tijdens onze Urbanistas Expo op 10 april vorig jaar) illustreren hoe de stedelijke tijd zich manifesteert in alledaagse ruimtes. Haar observerende en humoristische foto’s tonen hoe mensen hun omgeving vormgeven en inrichten naar hun behoeftes. Leren kijken en zoeken naar deze tekens geeft ons als ontwerpers concrete startpunten om de ruimte te verbeteren op basis van wat echt nodig is.

2 Ga verder dan tijdelijkheid

We moeten op een andere manier kijken naar de processen van gebiedsontwikkeling. Vaak worden interventies zoals pop-up ruimtes en placemaking ingezet als een tijdelijke activiteit om een gebied te ‘activeren’, terwijl verdere planvorming plaatsvindt. Op het moment dat de (winstgevende) herontwikkeling opstart, moeten deze initiatieven verplaatsen, waardoor het hele sociale netwerk, de structuur en het vertrouwen, dat zo veel tijd kost om op te bouwen, verdwijnen.  Een interessant voorbeeld hiervan is de Tiny Houses gemeenschap ‘Tussentij’ in Dordrecht (gepresenteerd door Anne Bodde tijdens onze Expo). In ruil voor de huur van de grond beheren de bewoners van de Tiny Houses de openbare ruimte, zorgen ze voor sociale veiligheid en organiseren ze elke maand een activiteit voor buurtbewoners. De gemeente Dordrecht verlengt het project per half jaar, maar het project verdwijnt als er nieuwe woningen op dit stuk grond worden ontwikkeld. Als Tussentij stopt, is dat niet alleen een teleurstelling voor de bewoners, maar daarmee verdwijnt er ook een sociaal netwerk in de wijk van volwassenen en kinderen die deze activiteiten bezoeken. ‘Tijdelijke’ interventies moeten gezien worden als een eerste stap in een richting die je op wilt gaan, om mogelijkheden te testen die later vertaald kunnen worden naar permanente oplossingen. Een poreuze stad werkt door op het tijdelijke: het fungeert als prototype. Ons doel als ontwerpers moet zijn om deze prototypes te integreren in een meer permanente, georganiseerde structuur die de behoeften van de gemeenschap op die locaties ondersteunt. Zo bouwen we aan langdurige, betrouwbare sociale relaties en gemeenschappen.

Porous City? Hoe dan wel?! in reactie op René Boer, Smooth City / De Urbanistas / CALICO-project / Urban Platform / foto Laura Garcia

CALICO-project (CALICO – Care and Living in Community of Community Land Trust Bruxelles), Vorst (België) / Urban Platform / foto Laura Garcia

3 Vermijd het conflict niet

We moeten ‘niet bang zijn’ om verschillende werelden samen te brengen. We zijn gewend om zachte overgangen en buffers te bieden, samen met duidelijke regels: dit moet hier, dat mag niet daar. Want plekken zonder regels staan open voor onderhandelingen, wat potentieel conflict met zich meebrengt, en voor conflicten zijn we bang. Zelfs dit punt creëert al conflict tussen ons, wij die dit artikel schrijven, omdat het ons dwingt te discussiëren en tot overeenstemming te komen.

Zonder te leren onderhandelen, en ruimte te bieden om te oefenen, leren we nooit hoe we echt democratisch kunnen zijn. De stad speelt een cruciale rol in het tegengaan van polarisatie in de samenleving – het gaat niet alleen om mensen ruimtelijk bij elkaar brengen (harde infrastructuur), maar ook om het ontwikkelen van de maatschappelijke infrastructuur die echt contact mogelijk maakt.

4 Transformeer de woordenschat

De taal die we gebruiken in ons beroep en onze methoden van storytelling zegt veel over hoe we kijken naar de wereld, en kan gelijkertijd diezelfde wereld vormgeven. Het is iets heel concreets dat we kunnen veranderen als ontwerpers. Voorbeeld: het woord dat  we gebruiken om stedelijke bewoners te beschrijven—noemen we ze “gebruikers” of “burgers”? “stakeholders” of “lokale ondernemer”?—heeft een grote invloed op hoe we hun rol in de stad waarnemen. Een poreuze stad vereist een verschuiving in de manier waarop we praten over en omgaan met de mensen die erin wonen.

Deze transformatie in woordenschat is cruciaal om afstand te nemen van de marktgerichte taal die vaak wordt geassocieerd met neoliberale urbanisatie, en om toe te werken naar een meer inclusieve en gemeenschapsgerichte benadering. Een mooie uitdaging zou zijn om een soort synoniemen woordenboek te maken. Wat zijn de huidige termen, en wat moeten we in plaats daarvan zeggen?

Porous City? Hoe dan wel?! in reactie op René Boer, Smooth City / De Urbanistas / Tussentij (Dordrecht) / foto Henk Snijders

Tussentij (Dordrecht) / foto Henk Snijders

5 Stimuleer collectief eigenaarschap

We hebben andere organisatorische en financiële modellen nodig voor gebiedsontwikkeling en de openbare infrastructuur. Laten we denken aan open ruimtes, woningen, openbare functies en andere infrastructuur die toegankelijk zijn buiten de commerciële wereld; waar inkomenscategorieën mensen niet beperken om deel te nemen aan het openbare leven, waar dingen inclusief zijn, en mensen er eigenaarschap over voelen. Collectief eigenaarsschap is de eenvoudigste manier om stukken van steden te creëren die vrij zijn van marktkrachten, en zo in handen blijven van mensen, vanuit het collectief. Als ontwerpers zouden we moeten proberen dit meer in onze plannen te krijgen, door te zoeken naar mogelijkheden voor implementatie, en daarbij onze partners en opdrachtgevers te inspireren voor deze andere vorm van publieke ruimte in het programma.

Een goed voorbeeld zagen we tijdens onze excursie naar Brussel, die we samen organiseerde met Urbanistas Brussels. In Brussel bezochten we CALICO, een co-housing project van 34 woningen die een multi-generatie- en sociale mix biedt en interactie met de buurt stimuleert. Het ontwerp van Urban Platform heeft collectieve ruimtes, verbindingen en openheid naar de buurt: een poreuze stad. CALICO is een initiatief van Belgian Land, die als officiële opdrachtgever het project realiseerde met hulp van de Urban Innovative Actions-initiatieven van de Europese Unie, die de Community Land Trust in Brussel in staat stelde het land en de gemeenschappelijke delen van de gebouwen aan te kopen.

Porous City? Hoe dan wel?! in reactie op René Boer, Smooth City / De Urbanistas / Sociaal centrum ExSNIA (Rome, 2023) / Urban Design as a Second-Order Design Undertaking / auteur George, V. (1997)

Verschil tussen stedenbouwkundigen en andere ontwerpvelden / bron R. Varrki George, A Procedural Explanation for Contemporary Urban Design, in Journal of Urban Design (Vol. 2, No. 2. 1997)

Dus hoe verder?

Wat de gesprekken over de poreuze stad hebben blootgelegd is dat we als ontwerpers breder moeten kijken dan alleen het ontwerpen van ruimtelijke oplossingen. We opereren in een krachtenveld van actoren en processen die vragen om ons betrokkenheid. Onze vijf houdingen geven een aanzet om na te denken over andere methodes, om het conflict te omarmen, om tijdelijke acties te transformeren naar prototypes, en gebruik te maken van empathischer taalgebruik, en ruimte te creëren voor nieuwe vormen van eigenaarschap.

We hebben goede ontwerpdenkers nodig, op alle posities in alle facetten van ruimtelijk ontwikkeling, om aan de poreuze stad te bouwen. Niet alleen in ontwerpbureaus, maar ook bij de overheid, bij ontwikkelaars, woningcorporaties, financierders… Het valt ons op dat bij een ontwerpbureau werken vaak als de ultieme ‘ontwerp’ positie wordt gezien, terwijl deze positie sterk de impact beperkt die je kan hebben als ontwerper.

De rol die je als ontwerper kan innemen in de poreuze stad is heel breed, dus sla je vleugels uit! Kijk kritisch naar wat je nu doet, je werk en positie en de impact die dat heeft. Daag jezelf uit om meer poreus te worden: hoe ga jij de vijf benoemde houdingen toepassen? Misschien zie je jezelf op een andere manier aan de stad werken – neem die stap!

We zijn hoopvol dat, met deze vijf houdingen als startpunt voor een kritische zelfreflectie, onze praktijk en daardoor onze steden poreuzer kunnen worden. Vooral in hoe we kijken naar de rol van de ontwerper, want in tegenstelling tot de ontwerper van de smooth city, hoeft dat niet overal hetzelfde te zijn.

Enkele gerelateerde artikelen