Opinie

Gent en ontwerpopdrachten

Eind februari verscheen op deze website een artikel van Gideon Boie over het dilemma waar de nieuwe garde Vlaamse architecten voor staat. Architectuurcriticus Marc Dubois schreef een aanvulling over de modderige opdrachtencultuur in Gent.

Gent Metselaarshuis jaren ‘90 / Een schandvlek in het historisch hart van Gent / foto Marc Dubois

Een schandvlek in het historisch hart van Gent / Metselaarshuis / Bontinck Architecture + Engineering (1990-1991)  / foto Marc Dubois

Nabij het Gent-Sint-Pieters station komen er twee woontorens ontworpen door het Brusselse bureau OFFICE / Kersten Geers David Van Severen. Gideon Boie stelt zich de vraag hoe een bureau, dat zich internationaal profileert, zich gaat associëren met het Gentse bureau Bontinck Architecture + Engineering dat in het verleden, om het zacht uit te drukken, niet veel fraais heeft neergepoot in de Arteveldestad. Terwijl vorige generaties, die de weg hebben geëffend voor een beter architectuurklimaat en productie in Vlaanderen, een dergelijke samenwerking als verwerpelijk zouden hebben beschouwd.

Voor wie niet bekend is met het Gentse patrimonium, wat het bureau Bontinck Architecture + Engineering voorbracht in Gent is betreurenswaardig. Het project uit de jaren ’50, het EGW gebouw van Georges Bontinck aan het Zuid, heeft zeker kwaliteiten maar nadien ging het bergaf. De uitbreiding, het zogezegd Twin-gebouw uit de jaren ’90 voor de Gentse administratie, was weinig zaaks.[1] De vormentaal was een slechte imitatie, een vierderangs kopie, van de architectuur van Richard Meier. Nog geen dertig jaar later werd reeds een gedeelte gesloopt, gelijktijdig met een Gentse promotiecampagne voor duurzaamheid! Het winkelcomplex met ex-provinciekantoor, eveneens aan het Zuid is bedroevend, met de spanten van het gesloopte Colosseum als decor. Het Zuid complex is een gebouw dat publieke aversie oproept, het is niet geliefd en heeft in de volksmond de bijnaam van “Ceaușescu gebouw”, anno 2025 staat het bijna leeg. Zo verwelkomt Gent mensen in deze mooie cultuurstad. Dit staat op het palmares van Bontinck. Ook het Belgacomgebouw aan de Reep was een creatie van bureau Bontinck. Men sprak van een toren, terwijl het in feite een breed en hoog gebouw was zonder de elegantie van een toren. Het betonnen volume pollueerde jaren visueel de skyline van Gent. Wat men direct mag afbreken is de zijgevel van het Metselaarshuis op de hoek van de Sint-Niklaasstraat, een project dat toch door bevoegde diensten een bouwvergunning heeft gekregen.[2] Hoe valt dit te verklaren, onkunde of een verplichte vriendendienst?

Het had nog erger gekund. Gent is ontsnapt aan een paar drama’s zoals het aanleggen van een pre-metro. Dank zij het verzet van een aantal groepen verdwenen de plannen in de archiefdozen. Een tweede dossier was de grote uitbreiding van het stadhuis in de jaren ‘50. Men wilde het bestaande schitterend gebouw in twee richtingen uitbreiden. Dat de opdracht ging naar het bureau Bontinck was evident. De nieuwe voorgevel van het stadhuis zou een strakke verticale geleding krijgen, lijkend  op de Nationale Bank in Brussel. Kan U zich even inbeelden dat op de locatie van de huidige Stadshal (Robbrecht en Daem architecten met Marie-José Van Hee architecten) dit project zou worden gerealiseerd? Het voorstel getuigt van een complete creatieve armoede, een brutale aanslag op het historisch stadshart van Gent.

Een verklaring voor het succesverhaal van het bureau Bontinck ligt dus niet op de gewaardeerde architectonische kwaliteiten. Hoe kon een bureau Gent inpalmen als eigen jachtterrein voor bijna alle belangrijke publieke opdrachten? Een extra vraag, wat hebben deze architecten bijgedragen aan een kwalitatief toekomstig Gents patrimonium?

Advertentie Gent Queen Towers aan station Sint-Pieters / Optima Global Estate (2013)

Advertentie Queen Towers aan station Gent-Sint-Pieters / Bontinck Architecture + Engineering / Optima Global Estate (2013)

Wie krijgt ontwerpopdrachten?

Rond 1900 neemt België een belangrijke positie in binnen de Europese architectuur. Met architecten als Victor Horta en Paul Hankar ontstonden mooie en interessante gebouwen. Zoals nog steeds kan een ontwerper niets realiseren als hij geen bouwheer heeft. In de geschiedschrijving wordt vaak verwezen dat Horta behoorde tot de maconnieke loge evenals vele van zijn opdrachtgevers. De ambitie van deze mensen werd gekoppeld aan creatief talent van architecten; een professionele bijdrage aan het patrimonium van de toekomst. Het resultaat: een daad van een architectonische cultuur.

Wie verder de Belgische architectuur bestudeert moet vaststellen dat de verwijzing naar de invloed van de maconnieke loge nauwelijks meer ter sprake komt. Een analyse van de netwerken van architecten en hoe projecten werden binnengehaald wordt angstvallig vermeden. De zwijgplicht van logeleden heeft zeker bijgedragen tot veel mist rond de toekenning van opdrachten. (Misschien is het wel een goed onderwerp om te doctoreren!)

De invloed van de maconnieke loge is zeker niet verdwenen en is diep geworteld in de Belgische samenleving. Het gaat in deze tekst niet om vrijzinnigen tegenover gelovigen. Iedereen mag een keuze maken van levensbeschouwelijke aard, dit is onze democratie. Het gaat om het ontwerptalent van de personen die opdrachten krijgen en deze naar behoren weten te realiseren met een intelligent besef dat gebouwen voor vele generaties de leefomgeving zullen bepalen. Wat de clan Bontinck gaf aan Gent is zeker niet het niveau van Victor Horta, een architect die overigens ook in Gent is geboren. Wie in de stad is nu trots op de bovenvermelde bouwsels van Bontinck? Gedurende decennia hebben socialisten en liberalen in Gent de handen boven het hoofd gehouden van dit bureau.

De relatie tussen ontwerpen en uitvoeren

Met de aanstelling van de eerste Vlaamse Bouwmeester in 1999 en het introduceren van de formule van de “Open Oproep” is er veel veranderd. Gelijktijdig begon definitief het digitaal tijdperk en kregen jonge bureaus meer en meer kansen om zich te profileren. Waar de generaties in de jaren ’80 en ’90 met veel energie pleitten voor het “depolitiseren” van de opdrachten, werd het in de nieuwe eeuw een realiteit. Dit resulteerde is een ongeziene kwaliteitsverhoging van de architectuurproductie in Vlaanderen, met als gevolg daarvan een internationale belangstelling. Wie in 2000 had verkondigd dat studenten en architecten uit Zwitserland op studiereis zouden komen, had men voor gek gehouden. Vlaanderen was tot dan toe een witte vlek op de architectuurkaart van Europa!

Het plotse succes van jonge bureaus had ook andere gevolgen. Was er voldoende technische kennis aanwezig bij de jonge equipes om goed en vlug te bouwen? Tussen ontwerpen en uitvoering is een grote bagage nodig om veel problemen op te lossen.

Dat een ontwikkelaar als Triple Living, die de twee woontorens in Gent gaat bouwen aan Gent-Sint-Pieters, op zoek gaat naar ontwerptalent is het direct gevolg van een veranderd architectuurklimaat. Triple Living, de grote ontwikkelaar van Antwerpen Zuid, gaf eerder aan een aantal internationale architecten met naamsbekendheid en een interessant oeuvre, een opdracht. Dat een bedrijf daarmee uitpakt is evident. Ook jonge bureaus uit Vlaanderen krijgen een kans, zoals OFFICE / Kersten Geers David Van Severen.

Bouwbord Sint-Pieters Poort / Gent (2025) / foto Kaj Zwerver

Bouwbord Gent-Sint-Pieters Poort / Bontinck Architecture + Engineering i.s.m. OFFICE Kersten Geers David Van Severen / foto Kaj Zwerver (2025)

Ontwikkelaars beseffen dat veel jonge equipes niet de zekerheid kunnen garanderen van een vlot uitvoeringsproces. Daarom gaat men voor de uitvoering op zoek naar gevestigde, professionele bureaus met jaren lange expertise in de bouwsector. Wat hun ontwerpreferenties zijn doet niets ter zake, vlugge en economische productie is de prioriteit.

Dit geeft ook kansen voor kleine bureaus. De ModeNatie in Antwerpen (2000-2002) is een ontwerp van Marie José Van Hee. Zij werd bijgestaan door Bureau Bouwtechniek, een bedrijf met Nederlandse roots dat technische aspecten optimaal opvolgt, geen ontwerp equipe.  Op een zeer korte tijd werd het een naam in architectuurmiddens, bouwheren en ontwikkelaars. Bureau Bouwtechniek was ook direct betrokken bij het Havenhuis van Antwerpen ontworpen door Zaha Hadid.

Het bureau Bontinck besefte maar al te goed dat zij met hun cv geen beurt maakten bij de Vlaamse Bouwmeester. Om hun vroegere zakencijfers te behouden, stellen zij zich ten dienste als uitvoerende onderneming. Dit is ook het geval bij Jaspers-Eyers & Partners, één van de grootste bureaus in België. Komt men niet meer aan de bak bij de overheidsopdrachten, dan maar van petje veranderen.

Maar er is meer aan de hand in deze casus. De locatie in Gent was eigendom van de Belgische Spoorwegen, die het verkocht aan Optima. Deze ontwikkelaar gaf Bontinck de opdracht om de twee  ’Queen Towers’ te ontwerpen. In 2013 werd het project in advertenties aangeprijst, maar tot realisatie kwam het niet, in 2016 ging Optima frauduleus failliet. Triple Living kocht de locatie. Bij de koop moest de ontwikkelaar ook de architect overnemen, wat een vorm is van onwettig koppelverkoop en ook een bijkomende verklaring van het huwelijk OFFICE & Bontinck Architecture + Engineering.

Sinds 2017 is Peter Vanden Abeele de Gentse stadsbouwmeester en ondertussen is er veel veranderd in de keuze van de architecten voor publieke opdrachten. De resultaten zijn hoopgevend, zoals het Design Museum (Carmody Groarke, Atama en RE-ST) in aanbouw. De grote sterkte in Vlaanderen was en is de kleinschaligheid van opdrachten en bureaus. De sprong naar grootschalige en complexe opdrachten is niet steeds evident. Net als Gideon vraag ik mij af: welke overwegingen gaan er schuil achter het besluit van de nieuwe garde om in zee te gaan met de gevestigde orde?

Enkele gerelateerde artikelen