Een architectonische representatie van de veranderende relatie tussen mens, natuur en technologie is wat Karim Jaspers met zijn afstudeerproject The Hypermodern Parliament of Things. Architectural Representation of the Changing Relation between Nature, Human and Technology in the Late-Anthropocene voor ogen stond. Hoe verhoudt de menselijke architectuur zich tot ecologische en technologische entiteiten?

Kan je je onderwerpkeuze toelichten?
Het onderwerp van mijn thesis is vooral voortgekomen uit mijn fascinatie voor de complexe relatie tussen mens, natuur en technologie. Aan de ene kant is de mensheid bewust geworden van de limieten van zijn bestaan: de planetaire grenzen weerhouden een oneindige groei. Aan de andere kant worden de limieten ononderbroken op de proef gesteld door de aanhoudende technologische ontwikkeling: de digitale wereld wordt als een volgende natuur gezien.
Deze digitalisatie zet de voorheen nette categorieën van mens, natuur en technologie totaal op zijn kop. Ecologische processen van groei worden gerepliceerd in digitale simulaties; de nieuwste ChatGPT-4o imiteert menselijke empathie; machine-learning systemen als MidJourney of Dall-E genereren kunstwerken uit een onmetelijk grote database van gedigitaliseerde, menselijke creaties; en de digital twins die in de bouw worden gebruikt kunnen soms zelfs ‘meer’ realiteit omvatten aangezien deze het verleden, heden en toekomst van een stad laten zien.
Naast dat deze hybriden tussen mens, natuur en technologie voor de menige filosofische vraagstukken leiden, hebben ze ook een enorme impact op de manier waarop de menselijke cultuur zich materialiseert. Binnen de architectuur worden zowel de ecologische grenzen als de digitale mogelijkheden gebruikt bij de zoektocht naar nieuwe vormen van expressie. Wat mij vooral interesseert is dit proces van translatie en representatie waarin complexe transities naar architectonische vormen worden vertaald.

The Hypermodern Parliament of Things presents a data-powered parliament in which votes are casted in a three-step procedure: opinions are entered in the system, votes are processed, the result is projected.
Wat of wie zijn je inspiratiebronnen en kan je dit toelichten?
De twee denkers die direct hebben geleid tot mijn eindproduct zijn filosoof Bruno Latour en architect Étienne-Louis Boullée. De zojuist besproken hybriden tussen natuur en mens staan als basis aan de filosofie van Latour. Eén van zijn opmerkelijke gedachten is Het Parlement der Dingen. Waarbij een traditioneel parlement bestaat uit mensen die andere groepen mensen vertegenwoordigen (bijvoorbeeld de representatieve democratie), daar probeert Latour ook ecologische entiteiten – dingen – een plek te geven in het menselijk bestuurssysteem. Een tijger gaat niet letterlijk op een parlementsstoel zitten, maar zijn stem wordt gerepresenteerd door menselijk vertegenwoordigers (denk aan de Partij voor de Dieren of Greenpeace).
Mijn thesis gaat door op Latour’s filosofie, naast ecologische entiteiten krijgen nu ook technologische entiteiten een plek in het Hypermoderne Parlement der Dingen. Deze herziene versie volgt uit de toenemende impact van technologische systemen op ons menselijk besluitvormingsproces. Natuur – in de vorm van ecologisch verantwoord ontwerp – en digitalisatie – in de vorm van parametrisch ontwerp, machine-learning en big data – beïnvloeden niet alleen het politiek handelen, maar ook het ontwerpproces van onze leefomgeving. Een groeiende autonomie wordt toegekend aan deze niet-menselijke entiteiten waarbij de ruimtelijke kwaliteit op het spel staat. De vraag is: hoe verhoudt de menselijke architectuur zich tot ecologische en technologische entiteiten?
Om deze vraag beter te begrijpen ben ik 250 jaar teruggegaan in de tijd, naar de architect Boullée die eenzelfde type vraag heeft onderzocht. Tijdens de Verlichting onderging de relatie tussen natuur, mens en technologie een revolutie. De moderne natuurwetenschappen ontstonden, de Industriële Revolutie was aangebroken, en een fascinatie voor de menselijke plek in het heelal stond centraal. De ontwerpen van Boullée zijn nooit gerealiseerd maar hebben een enorme kracht. Niet alleen doordat zij de Verlichting op een verhelderende manier representeren, maar ook door hun onderzoekend karakter naar ruimte, vorm en licht. Ik heb Boullée als startpunt gebruikt voor mijn eindproduct omdat zijn ontwerpen bij mij op elk niveau interesse wekken.

A wire mesh floor connects to the basement where the bright light of the data centre shines through the miniscule layers of metal.
Benoem en beschrijf het sleutelmoment in je afstudeerproject
Bij mijn eerste ontwerppogingen gebruikte ik de meest geavanceerde machine-learning algoritmes om tot een vormentaal te komen, met het idee dat ik de ontwerpvrijheden probeerde te ontrafelen binnen de limieten van technologie. De ongecontroleerde algoritmes simuleerden eenzelfde logische willekeur als de natuur, wat ik vervolgens in drie dimensies omzette naar architectuur. Wat hieruit kwam, waren inderdaad overduidelijk hybriden tussen natuur, mens en technologie, maar wat hierin miste was het communicatief karakter van de architectuur waar Boullée mee begon. Zelfs de nieuwste kunstmatige intelligenties bevatten niet het vermogen zich in menselijk waarnemers te plaatsen. Ik concludeerde daarom ook dat het communicatief vermogen van architectuur niet door niet-menselijke entiteiten kan worden gegenereerd.
Nu, twee jaar later, begin ik wel de eerste vraagtekens te zetten bij deze conclusie. De nieuwste multimodale kunstmatige intelligenties kunnen via een camera ruimtes observeren en bevatten een geavanceerd cognitief vermogen tot empathie. Deze twee gecombineerd zouden in theorie een eerste stap zijn tot het ‘begrijpen’ van architectonische ervaring. Ik verwacht dat de conclusie die ik heb getrokken in mijn thesis voorlopig nog standhoudt, maar ik volg de ontwikkelingen nauwkeurig op het oog.

The impossibility of discussion between the human and non-human parliamentarians is symbolised by a central void that pierces through the parliament. A black, spherical mirror endlessly distorts the parliamentary chamber above.
Beschrijf wat ontwerpen voor jou betekent
Het thema waar ik mee begon was het proces van representatie waarin complexe transities worden gematerialiseerd tot architectonische vorm. Door middel van ontwerp kan een brug worden geslagen tussen theoretische opvattingen en het betrekken van een groter publiek. De ervaring van een ruimte, zelfs al is deze fictief, kan leiden tot een rationeel en emotioneel begrip van het thema. Voor mij betekent dit niet dat een ontwerp alleen als visualisatie dient van het onderzoek zelf. In plaats daarvan bevindt de kern van het onderzoek zich net zo goed in het ontwerpproces.
De functie van ontwerp ligt daarom voor mij nog niet vast. In het Hypermoderne Parlement der Dingen overheersen ecologische en technologische entiteiten over de menselijk vertegenwoordigers. Dit idee is naar mijn mening analoog aan de ontwerpprocessen van de huidige architectonische praktijk, waarbij een steeds grotere stem wordt gegeven aan externe factoren en waarbij het esthetisch en communicatief vermogen van de architectuur vaak achterwege wordt gelaten. Ik heb het gevoel dat we moeten leren welke rol wij als ontwerpers gaan hebben in het Parlement. In hoeverre moeten we de autonomie van onze discipline bewaken? Of gaan we juist mee met de golven van deze ononderbroken transities en vinden wij hierin een krachtige stem voor expressie?
Wat hoop/wil je als ontwerper in de nabije en/of in de verre toekomst bereiken?
Als onderzoekend ontwerper wil ik de wereld leren begrijpen door middel van ontwerp. Ik wil graag onderzoeken welke paden we kunnen bewandelen om tot oplossingen te komen die zowel de menselijke cultuur als de ecologische en technologische groei in acht nemen. Vanuit een historisch perspectief wil ik de bestaande mechanismen leren begrijpen en van daaruit betekenis proberen te maken voor de toekomst. Ik hoop dit zeer brede perspectief door middel van fragmenten te onderzoeken. Verticaal door de schalen heen: stedenbouw, architectuur, kunst. En horizontaal vanuit verschillende domeinen bekeken: onderzoek, onderwijs, ontwerp, ondernemen. Ik hoop hiermee bij te kunnen dragen aan het bedenken en vormgeven van werkzame toekomstscenario’s.

The Hypermodern Parliament of Things culminates in a black square. This artificial, controlled void is opposed to the infinity of the white circle.
Project tekst
The greatest challenge of contemporary architecture appears to be the reconciliation between the endless innovations of modern technology with both the human condition and the world of ecology. At once, the infinite possibilities of the digital realm are posited against the confinements of our planetary boundaries. Both these external worlds are increasingly influencing the internal core of the architectural discipline.
One perspective seeking to reconcile the worlds of nature, human and technology strives for a hybridisation between the fundamental categories of ‘nature’, ‘human’, and ‘technology’. Through this process of hybridisation, the ontological essence of these three categories becomes equivalent and their characteristics therefore become transferable. Architecture is likewise subjected to this process of hybridisation through contemporary approaches of bio-inspired design and advanced, digital technologies. The question that remains is: how much authority should we give to non-human things during the design process of architecture?
This question is researched through three subsequent parts: ontology, bio-inspired design, and architectural representation. These parts focus respectively on the fundamental characteristics of the hybridisation process, its manifestation in contemporary architectural concepts (including bio-inspired design and digitalisation), and the architectural representation of these themes in form and space.
The changing dynamics between nature, human and technology are spatially represented in the final product of this thesis: The Hypermodern Parliament of Things. It is both an architectural artefact and a philosophical object, ultimately combining a transformation of Étienne-Louis Boullée’s Cenotaph for Newton with Bruno Latour’s philosophy of ‘The Parliament of Things’. The resulting architecture presents a data-powered parliament building in which parliamentarians are predominantly representing ecological entities and advanced, digital technologies. Their representatives are seated in a traditional parliamentary chamber, however, the original lectern is replaced by a central abyss to showcase the impossibility of discussion between human and non-human entities.

The representatives are seated in the parliament chamber. The chamber forms the concretisation of a data-powered system in which nature, technology and human are equally represented in a technocentric democracy.
Naam:
Karim Jaspers
e-mail
Begin afstuderen:
Februari 2022
Klaar met afstuderen:
April 2023
Opleiding:
TU Eindhoven