Nieuws

Bekaert-prijs 2025 voor Sereh Mandias

Gb

Geert Bekaert-prijs

Ter stimulering van de architectuurkritiek en bevordering van de dialoog.

“Ambitie als een streven naar iets wat ook van algemeen nut kan zijn.” Tijdens Archined Critics Night werd de Geert Bekaert-prijs voor architectuurkritiek 2025 uitgereikt aan Sereh Mandias voor haar tekst Alles van waarde, over de verbouwingsplannen van museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam.

Sereh Mandias met de Geert Bekaert-beker / foto Sander van Wettum

Sereh Mandias met de Geert Bekaert-beker / foto Sander van Wettum

De Geert Bekaert-prijs is in 2013 door Archined in het leven geroepen ter stimulering van de architectuurkritiek en bevordering van de dialoog en wordt onregelmatig tijden georganiseerd. De prijs is vernoemd naar de Belgische architectuurcriticus Geert Bekaert (1926-2016). Na een open oproep in het najaar van 2024 selecteerde de jury, bestaande uit Violette Schönberger, Mechthild Stuhlmacher, Tom Vandeputte en Vincent van Velsen, voor deze vierde editie uit 81 geanonimiseerde inzendingen, vijf teksten voor de shortlist.
Binnen de vakwereld is er geen consensus over wat architectuurkritiek precies is, harde criteria ontbreken daarom. Anders dan een groot aantal niet genomineerde artikelen, behandelen de vijf genomineerde teksten grote abstracte onderwerpen en koppelen die aan concrete voorbeelden die te maken hebben met de gebouwde realiteit. Het algemene dient, volgens de jury, concreet gemaakt te worden. Het is de rol van architectuurkritiek om deze relatie(s) te leggen; vanuit de architectuur de wereld begrijpen, bevragen, bekritiseren.

Binnen de 1500 woorden die de auteurs ter beschikking hadden, tonen de genomineerde teksten een variëteit aan vormen: van manifest-achtig tot meer essayistische, van opinie tot column. Wat de vijf genomineerde teksten gemeen hebben, is dat ze de vakgemeenschap al dan niet direct oproepen tot meer engagement, empathie, tot een vorm van ontwerpactivisme. Het zijn teksten waarin de auteur een kritische reflectie geeft op de praktijk en zich afvraagt wat die praktijk zou kunnen zijn. Het is volgens de jury belangrijk dat deze vorm van intercollegiaal kritiek in het publieke domein plaats vindt omdat dit het zo noodzakelijke publiek debat over de gebouwde omgeving kan aanzwengelen en voeden. Gelijktijdig past het ook in een polemische traditie van de kritiek waar de ontwerper gevraagd wordt zich te verantwoorden.

Vierde en laatste juryberaadslaging / foto Sander van Wettum

Vierde en laatste juryberaadslaging (06.06.2025) / foto Sander van Wettum

Tijdens de feestelijke Critics Night op vrijdagavond 6 juni bij de Independent School for the City in Rotterdam, werden de vijf genomineerde teksten door de auteurs voorgedragen. Na een korte pauze waarin een laatste juryberaadslaging plaats vond en het aanwezige publiek druk discussieerde over hun favoriete teksten, maakte de jury de winnaar bekend: Alles van waarde geschreven door Sereh Mandias en eerder gepubliceerd op Vers Beton. Mandias schreef het artikel naar aanleiding van de presentatie van de nieuwste verbouwingsplannen voor het museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam waarvoor de laatste uitbreiding aan het museum, ontworpen door Robbrecht en Daem architecten, gesloopt moet worden.

Kritiek gaat over argumentatie en leesbaarheid, en om precies kijken. Alles van waarde is een tekst, aldus de jury, die de lezer anders laat kijken naar architectuur. De tekst ontvouwt een bestaand gebouw en geeft daar een oordeel over. Het is in heldere bewoordingen geschreven voor het vakpubliek én voor een breder publiek in een poging de gebouwde omgeving onderdeel te laten worden van een werkelijk breed publiek debat.

Alles van waarde gaat over het twijfelachtige begrip ‘ambitie’ dat herhaaldelijk is aangehaald in samenhang met de controversiële verbouwingsplannen van het museum Boijmans Van Beuningen. Het stuk is niet alleen voor Rotterdam een belangrijke tekst, zo schrijft de jury. Mandias vertrekt vanuit een urgent, veelbesproken en emotioneel geladen onderwerp: de opdrachtgevers en auteurs van de verbouwingsplannen (Mecanoo) veronderstellen dat de sloop van de meest recente uitbreiding van het museum onvermijdelijk is om tot een plan te komen dat recht doet aan hun uiteenlopende ambities – en dat in een tijd waar juist behoud en transformatie het uitgangspunt voor elk ambitieus verbouwingsplan zou moeten zijn. De tekst duidt op een intelligente manier de recente architectuurgeschiedenis, zo stelt de jury. Hierbij worden de denkbeelden achter alle bouwfases van het museum leesbaar en verhelderend beschreven. De analyse verduidelijkt waarom de huidige voorkeuren van het museum niet stroken met het ambigue karakter van de architectuur van Robbrecht en Daem en legt hiermee zeer precies de vinger op de zere plek. Uiteindelijk mondt de tekst uit in een overtuigend pleidooi dat treffend verwoordt waarom een verbouwing mét behoud van de Robbrecht Daem vleugel van meer ambitie zou getuigen dan sloop, en daarmee niet alleen beter zou passen bij de urgenties van onze tijd maar ook bij de geest van het oorspronkelijke museum.

Critics Night / foto Sander van Wettum

Critics Night (06.06.2025) / foto Sander van Wettum

Over de andere genomineerde teksten schreef de jury het volgende:

Architectuur: je vriend of je vijand? van Kaj Zwerver biedt een origineel perspectief op een fenomeen dat een belangrijke rol speelt in huidige discussies over publieke ruimte: ‘vijandige architectuur.’ Met verwijzing naar een specifieke ruimte – de nisjes onder Stadbibliotheek De Krook in Gent– wordt de vraag opgeworpen naar de rol van de architect met betrekking tot het ontwerpen en realiseren van stedelijke ruimte, architectuur en meubilair die dak- en thuislozen weert. Zou het kunnen dat de nisjes niet toevallig ontworpen zijn maar intentioneel? En wat betekent het om dit idee als model te nemen voor een vorm van stil activisme binnen de ontwerppraktijk? De auteur speelt met het idee van een soort burgerlijke ongehoorzaamheid ten opzichte van de opdrachtgever: wat als de architect onder het radar juist plekken integreert voor de kwetsbare groepen die architectuur geacht wordt te weren? Kan de architect op subversieve wijze bijdragen aan het realiseren van “universele huisvesting” juist als de sociale tendens ons daarvan wegdrijft?

Moeder, daarom bouwen wij! leest als een manifest of pamflet: vol vuur betogen Dimitri Minten en Tim Vekemans een andere houding van architecten en alle anderen in de bouwketen. Want, stellen zij, nog “steeds krijgt geld voorrang op mens en milieu”. Architecten zou zich beter kunnen gedragen als ruimtelijke zorgverleners, in plaats van “huisjes te morsen”. De situatie van de planeet vraagt om een volledig andere instelling: eerst kijken naar wat er aan bestaande woningen al is, alvorens te gaan bouwen. Daarbij betrekken de schrijvers de actuele situatie in zowel Vlaanderen als Nederland. Het is een tekst die eenieder die zich zorgen maakt om onze planeet zich zou kunnen aantrekken, maar dan niet op de gratuite manier van ‘iedereen maakt zich zorgen’, maar vanuit de radicale doorwerking: niet meer bouwen en volledig uitgaan van het bestaande.

Met het vermakelijke stuk Ouwe starchitects maakt Marjolein van Eig met verve gebruik van het genre van de column. Het stelt op luchtige manier schrijnende misstanden van het Nederlandse aanbestedingsbeleid aan de kaak. Aanleiding is de architectenselectie voor de uitbreiding van museum Kröller Müller. Aan de hand van deze opdracht wordt het gebrek aan lef, visie en duurzaamheidsambities van een publieke opdrachtgever pijnlijk duidelijk. Door erop te wijzen dat het hiermee niet alleen aanbestedingsregels omzeilt maar tevens voorbij gaat aan het karakter van zijn naamgeefster Helene Kröller Müller en zijn eigen doelstellingen, wordt het museum beticht van een gebrek aan cultuurbesef.

In Verloren in vertaling: tussen ambacht en ambitie snijdt Margit van Schaik een klassiek dilemma aan in de architectuur: in hoeverre is de discipline autonoom-artistiek-formalistisch, of is de discipline dienend aan de acute noden van de samenleving? Ze werkt dit dilemma uit via een actuele aanleiding, het aftreden van drie praktijkhoogleraren aan de Technische Universiteit Eindhoven, en langs een aantal treffende literaire voorbeelden. In prettig leesbare zinnen neemt ze de lezer mee in tamelijk abstracte materie, zonder zelf abstract te worden. Ze eindigt met een inspirerende oproep om een ánder vakmanschap, dat beide kanten van de discipline verenigt.

De voordrachten van de genomineerde teksten komen eind juni in podcast-vorm beschikbaar via de audiokanalen van Archined.

Steun onafhankelijke architectuurkritiek

Wil jij meer van dit soort artikelen lezen? Archined is een onafhankelijk platform en wordt financieel mogelijk gemaakt door haar leden, samenwerkingspartners en donateurs. Steun ook onafhankelijke architectuurkritiek,

Doneer nu

Enkele gerelateerde artikelen