De afgelopen jaren werkte atelier PRO aan een bijzondere woonwijk in het historisch cultuurlandschap de Duivenvoordecorridor: buurschap Roosenhorst. De kleinschalige wijk bevind zich op een strandwal met aan de zeezijde de duinen en aan de andere kant de Vliet met daarachter het klassieke Hollandse veenweidenlandschap. Het is een half open gebied met statige bomenlanen met monumentale boerderijen, buitenplaatsen en villa’s; vlakbij ligt, tussen opgaand bos, de historische buitenplaats Duivenvoorde.
De locatie was volgebouwd met kassen en bijgebouwtjes, maar door de transformatie werd het historische landschap deels hersteld. De 41 woningen van het buurschap zijn verdeeld over vier woonmilieus met elk een eigen woningtypologie en buiteninrichting. De vier verschillende milieus, of ‘kamers’ verwijzen naar het oude cultuurlandschap en haar bebouwing, ook omdat deze opdeling voor schaalverkleining zorgde.
Het Buurschap Roosenhorst
We hebben er bewust voor gekozen om Roosenhorst op te zetten als een ‘buurschap’. Een buurschap onderscheid zich van een buurt doordat de onderlinge samenwerking tussen buren er centraal staat. Het onderliggende idee is om zelfvoorzienend te zijn, gemeenschappelijk gebruik te maken van de buitenruimte en deze collectief te beheren. De vier kamers verwijzen naar de landschapstypen die voortkomen uit de agrarische functie van het cultuurlandschap: de weg met lintbebouwing, het bos voor hakhout, weidegronden voor vee, moestuinen en boomgaarden voor groenten, kruiden, noten en fruit. Deze landschapstypen, met de bijbehorende bebouwing, hebben zich in de loop der jaren uiteraard ontwikkeld; recreatie en natuurbeleving spelen inmiddels een belangrijkere rol, terwijl de zuiver agrarische functie van het gebied is afgenomen. De belangrijkste landschappelijke elementen zijn echter hetzelfde gebleven; door hierop voort te bouwen hebben we Roosenhorst in de Duivenvoordecorridor ingebed.
De vier kamers van Roosenhorst: de balans tussen verscheidenheid en eenheid
Om het landschappelijk karakter te waarborgen is een totale dichtheid van 9 woningen per hectare vastgelegd. Iedere kamer is helder begrensd en heeft door het samenspel tussen open landschap met zichtlijnen en dichte bosschages, en door de verschillende gebouwtypologieën, een geheel eigen sfeer.
De vier kamers volgen het bestaande slotenpatroon; waterpartijen, zichtlijnen en zorgvuldige positionering van straten zorgen voor de begrenzing én de samenhang van de kamers. Het samenspel tussen openheid – zichtlijnen – en beslotenheid – beplanting – is belangrijk voor de beleving van de kamer, evenals het type bebouwing; voor de nieuwe bewoners zijn woningen in verschillende typologieën en afmetingen ontworpen. De nieuwe bebouwing bouwt voort op lokale typologieën. We onderscheiden daarbij drie soorten bebouwing: lintbebouwing in rijen, statige landhuizen en recentere villa’s, en boerderijen met stallen. Dit vertaalden wij naar losstaande huizen in een lint, een landhuis met appartementen, boerderijen met onder de kap twee of drie woningen, en vrijstaande villa’s. De vier kamers noemen wij: Het Lint, Het Landhuis, De Boomgaard en De Bosrand.
Kamer 1 – Het Lint met losse bebouwing: de kamer langs de Kniplaan is verkaveld in een wat robuustere woonkorrel. Sculpturale huizen, opgetrokken uit baksteen, met pannenkappen zijn per twee of drie geschakeld en met een brug over de sloot ontsloten. De kloeke vorm geeft de woningen een representatieve uitstraling naar de Kniplaan toe, terwijl de zijgevels meer bescheiden opgezet zijn. Het zicht op de bestaande historische boerderij is gerespecteerd. De nieuwe woningen completeren de al aanwezige lintbebouwing en sluiten dus aan bij de bestaande morfologie. De al bestaande huizen blokkeren de openheid van de Veurseweg; daarom ligt juist deze kamer langs de weg en liggen de andere, meer open opgezette kamers in de luwte van Het Lint.
Kamer 2 – Het Landhuis in het vrije veld: vanaf de Horstlaan, over de Veurseweg heen, ligt net even verschoven een beukenlaan, de hoofdontsluiting van Buurschap Roosenhorst. Onder de beschutting van de bomen rijdend kijk je ver het landschap in richting de Vliet. Aan deze zijde ligt de formele entree van Roosenhorst: een eikenlaan voert naar het Landhuis met appartementen aan het water, op 70 cm boven maaiveld, omgeven door rode beuken.
Het Landhuis is de eyecatcher van Roosenhorst, en refereert naar de historische buitenplaatsen in de Duivenvoordecorridor, die van oorsprong wat dieper in het open landschap staan en met lanen verbonden zijn met de hoofdontsluiting. Het kan gezien worden als een ‘moderne’ vertaling van het typische landhuis, iets wat zich aan meerdere aspecten af laat lezen. Bij dit symmetrische woongebouw zijn alle ramen gelijk waardoor er, typisch voor een landhuis, niet zichtbaar is welke functie zich achter de ramen bevindt. Deze repetitie wordt onderbroken door de verhoogde entree met een dubbelhoge deurpartij. Zo ontstaat er aan de entreezijde een zeker mate van grandeur, terwijl de zijgevels van het gebouw neutraler zijn. Ook kent het gebouw een duidelijke horizontale driedeling: een basement, een piano nobele en een beëindiging: het dak. Naast dit spel van horizontale en verticale lijnen zijn ook de aangezette hoeken typisch voor een landhuis. Dichterbij het gebouw is de rijkdom van de materialen en detaillering voelbaar; de witte bakstenen gevel verwijst daarbij naar de grote landhuizen die we vaker terugzien in de Duivenvoordecorridor. De buitenruimte is geen tuin maar een park met een ‘private openbaarheid’. Door het Landhuis te omzomen met rode beuken vormt het een accent aan het einde van een lange zichtlijn, die op grijze dagen in een streep zonlicht oplicht.
Kamer 3 – De Boomgaard met de boerderijen: aan de oevers van de Horstsloot is een boomgaard met fruit- en notenbomen omzoomd door dubbele boerenhuizen in gedekte tinten met rieten kappen. De Boomgaard is een kamer die wat verscholen ligt achter de bestaande huizen langs de Veurseweg, een meer besloten woongemeenschap met loslopende kippen op de centrale brink. De woningen hebben verticale houten geveldelen, met lichte kleurverschillen om de repetiviteit op subtiele wijze te verzachten.
Kamer 4 – De Bosrand met de villa’s: aan de andere rand van het gebied bevindt zich een reeks ecologische landschapsvilla’s die met hun tuinen opgaan in een broekbos vol berken en wilgen. Elk huis heeft een steiger voor een bootje. De daken zijn van riet en de gevels van hout, met glazen puien tot de nok die zich richten op het open landschap.