In en naast de voormalige zware Plaatwerkerij op de Scheldewerf in Vlissingen is nu een uniek woonzorgcentrum gevestigd. Dit spiksplinternieuwe zorgcentrum omvat tevens een mix van publieksvoorzieningen als brasserie, ateliers, bioscoop, theater, kapsalon, winkels en parkeergarage. Een boeiende opgave om zo’n kolossaal gebouw na jaren een nieuwe invulling te geven. Deze locatie versterkt het collectief geheugen; sommige bewoners van nu zijn de werknemers van de Plaatwerkerij toen. Bovendien is dit project een aanjager voor een vergeten stedelijk gebied.
In de Plaatwerkerij bevinden zich 120 units voor somatische en psychiatrische patiënten. Psycho-geriatrische patiënten zijn ondergebracht in de nieuwbouw die ook gebruikt wordt voor zelfstandige bewoning zonder zorg. Deze opzet zorgt voor sociaal verkeer en vitaliteit in het gebouw.
Erfgoed
Toen opdrachtgever WVO Zorg behoefte had aan nieuwe huisvesting bood de gemeente Vlissingen één optie: het Scheldeterrein in de haven. Op de voormalige scheepswerf van Vlissingen stond de in onbruik geraakte Zware Plaatwerkerij, een enorme fabriekshal en een van de erfgoediconen die herinneren aan de scheepsbouw. Een woonzorgcentrum lijkt niet de meest logische bestemming voor een oude fabrieksloods. En dat was oorspronkelijk ook niet het plan. De Zware Plaatwerkerij verkeerde heel slechte conditie. Maar WVO Zorg zag de potentie van het reusachtige gebouw, en dat op een mooie locatie aan de rand van het centrum van Vlissingen.
Behoud industriële elementen
De plaatwerkerij heeft een bijzondere maatvoering (een doos van 37.600 m3). Door de slechte conditie moest de plaatwerkerij volledig gestript worden, op het stalen geraamte en het dak na. Vandaaruit is het gebouw opnieuw opgebouwd met zoveel mogelijk zichtbare oude elementen, zoals de enorme stalen deuren, een binnen hijskraan. De dakconstructie leunt op kolossale poten met daarop oorspronkelijke markeringen die de vroegere bedrijvigheid verraden. In Nederland is het niet haalbaar om stenen te bikken en terug te metselen. Daarom is een nieuwe steen gezocht die uitdrukking gaf aan het wezen van het gebouw. Voor het licht is het gebouw meer open gemaakt. Dat het zo grondig is aangepakt, versterkte de acceptatie bij het publiek. Het is voor iedereen duidelijk dat het verpleeghuis anders is geworden dan het oorspronkelijke donkere gebouw waar sommige van de huidige bewoners nog gewerkt hebben. Op de begane grond zijn een restaurant, ateliers, een bioscoop, winkelruimtes en podia gevestigd. Daar omheen bevinden zich de 120 kamers van de somatische en psychiatrische patiënten.
Contrasterende materialen
Psycho-geriatrische patiënten zijn ondergebracht in de nieuwbouw, die voor een deel ook gebruikt wordt voor zelfstandige bewoning zonder zorg. Dat is gedaan om meer verkeer en vitaliteit in het gebouw te brengen. Om de iconiciteit van de plaatwerkerij te versterken, zijn voor de nieuwbouw contrasterende materialen gebruikt in ambachtelijk sfeer die je kunt omschrijven als een Zeeuwse no-nonsense stijl. In de gevels zijn oude metseltechnieken gebruikt en de parcellering is een knipoog naar de oude binnenstad. De plaatwerkerij en de nieuwbouw gebruiken 64 bronnen voor aardwarmte. Meer bruikbare bronnen waren er niet. Dan zou het een groen gebouw zijn geweest. Nu is het een bijna groen gebouw. Het is een bijzonder gebouw geworden door het samenstel van nieuw en oud. Niet dat daar op voorhand naar gezocht was, maar in tweede instantie was dit een verrijking geworden van het resultaat.
Beleving centraal
Vanuit de visie van WVO Zorg moest het geen gebouw worden maar een omgeving waar je plezierig kunt vertoeven en waar je dingen kunt beleven. Een fijne omgeving die ook mensen naar jou laat komen. Dus er is ruimte ontworpen voor ontmoeten, zoals een binnentuin, brasserie, winkel, werkplaats, theater, podia, ateliers, kapsalon, pedicuresalon, maar ook logeerkamers, voor als je naaste wat langer wil blijven. De opdracht aan de architect was dus het creëren van een omgeving waar beleving centraal staat. In de zorg is altijd een spanningsveld geweest tussen wonen en werken. Het was niet de bedoeling dat de Scheldehofbewoners in de werkomgeving van het personeel zouden wonen, maar in een comfortabele omgeving, waar je keuzes kunt maken. Zo is aandacht besteed aan flexibiliteit in de interieurs. Niet de instelling bepaalt de inrichting maar de bewoner.
Ontwerpen voor dementie
Het interieur van de nieuwbouw, waar de psycho-geriatrische bewoners komen, is ingetogen, warm en rustig. Het ontwerp is afgestemd op dementie. Dementie betekent dat de zintuigen slechter worden. Op het eind is het enige overgebleven zintuig de tast. Daarom hebben we in deze kamers verschillende stofferingen gebruikt voor kleden en meubels. Dat prikkelt. Hersenen gaan steeds verder terug naar de kindertijd en het ergste dat je kunt doen is kinderen opsluiten. Dus geen gesloten deuren maar een open huis, juist voor demente bewoners. Een binnentuin biedt ruimte aan de bewoners om veilig aan de wandel te gaan. Ook is aandacht besteed aan het licht, waarmee dag- en nachtritme kunnen worden beïnvloed. Om bewoners te prikkelen zijn in het interieur veel verschillende stoffen en materialen gebruikt.
Flexibel
De constructie en infrastructuur zijn zo ontworpen dat de invulling van de zorgwoningen kan veranderen in de toekomst. Aan dit ontwerp gingen een haalbaarheidsstudie en ontwikkelplan vooraf.
Ruimtelijke en sociale cohesie
Het uiteindelijke resultaat voldoet aan de verwachting van de opdrachtgever en de architect. Scheldehof is interessant genoeg om mensen te verleiden binnen te komen. Met gangbare nieuwbouw in de zorg zou dat een stuk moeilijker zijn. Maar juist het bijzondere karakter van het gebouw is de beste garantie dat er een vitale ontmoetingsplaats ontstaat van bewoners en omwonenden. De opdrachtgever heeft betekenis toegevoegd aan het industriële erfgoed en houdt dankzij de locatiekeuze het contact tussen de bewoners en de stad in stand. Er is een begin gemaakt met het aanhelen van een stuk stad.