Uitgangspunten voor het nieuwe huisje is een meer zorgvuldige inpassing in het duinlandschap. Het bouwvlak ligt op een top, grenst aan een duinpan en staat tegen de achtergrond van het bos aan de zuidzijde. Het nieuwe huisje bestaat voornamelijk uit een dak. Dit dak is in de basis verwant aan de klassieke ‘de Waard tent’. De nok- en gootlijnen blijven ruim onder de maximale maten die in het bestemmingsplan zijn vastgelegd. De nok- en gootlijnen zijn variabel in hoogte en door de grondvorm ontstaat een gefacetteerd dakvlak dat past in het ‘gefacetteerde’ duinlandschap. Het huisje wordt volledig, dus inclusief dakafwerking, in hout uitgevoerd. Het hout wordt donker afgewerkt zodat het ‘opgaat’ in de donkere bosrand. Het huisje staat aan de rand van een duinpan. Door dit hoogteverschil van circa 3 meter kan een belangrijk deel van het ‘programma van eisen’ in het souterrain gerealiseerd worden en het volume óp het duin daarmee minimaal. Zo wordt het met recht een zomerhuis waar op zolder geslapen kan worden. Het souterrain is vanaf de openbare weg onzichtbaar en door de ‘voordeur’ daar te plaatsen blijft het volume dat óp het duin staat volledig alzijdig. Er is geen voor- of achterkant. Het is een open en informeel vakantiehuis waar de deuren vanaf het terras, gastvrij, de toegang vormen. In de gevels onder de gootlijn wordt uitsluitend helder glas en hout, voor kozijnen en lamellen, gebruikt. De kozijnstijlen staan op geringe onderlinge afstand gelijk de grote hoeveelheid scheerlijnen aan een de Waard. Door de berging op te nemen in het hoofdvolume en binnen de architectonische verschijningsvorm blijft de nieuwbouw beperkt tot een enkele éénduidige toevoeging aan het schitterende duinlandschap.