De vraag om een praktisch en duurzaam bedrijfspand heeft derksen|windt architecten beantwoord met een markant ontwerp wat draait om ritme, daglicht en de juiste verhoudingen. Het architectonisch eindresultaat voor deze verzameling bedrijfsunits is een directe en indirecte verwijzing naar de typische sheddak constructie. Dit komt voort uit de wens een groter volume in relateerbare verhoudingen te creëren gecombineerd met de zoektocht naar een optimale omgang met licht. Dit heeft geleid tot een eigentijds, fijn gedetailleerd gebouw.
Een typische bedrijfshal is een groot, gesloten, volume met een wat tijdelijke uitstraling door het materiaalgebruik. Voor deze opgave hebben de architecten gezocht naar een andere uitstraling, waarbij diezelfde functionaliteit en praktische invulling mogelijk moet zijn. Het gebouw bevindt zich op een kleinschalig bedrijventerrein te Rozenburg, dicht bij de Rotterdamse havens, waarmee dit een mooie uitvalsbasis voor vele bedrijven vormt. De opdrachtgevers wilden graag een verzameling van vier bedrijfsunits onder één dak toevoegen aan dit bedrijfspark.
Het gebouw grijpt qua uiterlijk helder terug naar de oude sheddakfabrieken. De zaagtandvorm is echter meer dan een directe verwijzing; de translucente driehoeken zorgen voor het gewenste ritme, de juiste verhouding, de gereduceerde lichtinval en de subtiele verlichting naar buiten. Samen met het fraaie metselwerk wordt hiermee, ondanks het grote volume, een gebouw gerealiseerd waaraan mensen zich aan kunnen relateren. De uitwerking van het concept tot in de details is voor de architecten essentieel. Het spel van licht, zicht en ritme is verder doorgevoerd in elegante langgerekte daklichten en in lijn uitgevoerde kozijnen en roldeuren. De fraaie aluminium deuren en kozijnen, de daklijsten, de dorpels onder de translucente delen en de van buiten zichtbare constructiedelen zijn allemaal in dezelfde kleurtint. Het metselwerk is uitgevoerd met een verdiepte lintvoeg, een smalle stootvoeg en er zijn twee terugliggende baksteen vlakken die het ritme in de gevel continueren. Tot slot liggen de translucente driehoeken in één vlak met het metselwerk om het uitganspunt te benaderukken.