Ector Hoogstad Architecten ontwierp het nieuwe hoofdkantoor voor het Netherlands Institute for Space Research (SRON) en liet zich daarbij inspireren door de hemel en aarde. Het op Leiden Bio Science Park gelegen gebouw beschikt over een aantal state-of-the-art laboratoria en werkplaatsen waar essentiële sensoren voor satellieten ontworpen en vervolgens ter plekke gebouwd worden. Speciale labs zijn onder meer trillingsarme, elektromagnetisch gevoelige cleanrooms en cryolabs. Daarnaast zijn er werkplaatsen, kantoren en ontmoetingsplekken.
Het bureau laat weten dat ze het een spannende aangelegenheid vonden om geselecteerd te worden voor SRON. Spannend omdat het na DIFFER op de campus van de TU Eindhoven en Matrix VII op het Amsterdam Science Park, het derde instituut was dat EHA voor NWO mocht ontwerpen. Spannend was ook dat het om innovatief en fundamenteel ruimteonderzoek gaat maar het was vooral spannend omdat de ruimte enorm tot de verbeelding spreekt. Wat is er nog meer?
SRON richt zich met de twee expertisegroepen Instrument Science en Engineering op vier verschillende programma’s: Astrophysics, Exoplanets, Earth en Technology. De keuze voor verhuizen naar het Leiden Bio Science Park (LBSP) is dan ook een strategische geweest. Door de nabijheid van zowel de Universiteit Leiden als de Technische Universiteit Delft én de aanwezige industriële partners, biedt het LBSP veel perspectief voor samenwerking, kennisuitwisseling en vooruitstrevend ruimteonderzoek.
Ingegeven door de relatief kleine kavel ontwierp Ector Hoogstad Architecten een compact gebouw dat uniek is door zijn stapeling van vier herkenbare eigen werelden. De transparante begane grond etaleert de activiteiten van SRON en integreert de SRON-community met het LBSP en is uitgevoerd in ‘aards’ materiaal: hydrothermisch verduurzaamd hout. De gesloten eerste verdieping met installatie- en opslagruimten is één naadloos volume, waarvan de dichte gevel is voorzien van spuitpleister. De drie verdiepingen met kantoren, laboratoria en overlegruimten, hebben oriëntatieafhankelijk ontworpen gevels, die daglicht maximaliseren en opwarming minimaliseren, van aluminium en glas. De hoge installatielaag is uitgevoerd in aluminium sandwichelementen en roosters, met zonnepanelen en schoorstenen op het dak, en oogt abstract.
Eenmaal binnen wordt de bezoeker verwelkomend in het experience center dat laat zien wat er bij SRON gebeurt. Van hieruit loopt een spannende route, dwars door de tussenverdieping heen, naar de ontvangstruimte en het vergadercentrum aan de westgevel. De route loopt slingerend verder door het atrium, het ruimtelijke en sociale hart waar iedereen elkaar tegenkomt en ziet. Het atrium op de eerste verdieping verbindt de verschillende kantoor- en laboratoriumfuncties, zorgt voor natuurlijk daglicht en stimuleert de visuele interactie tussen medewerkers. In het atrium zijn schaalmodellen opgehangen van de satellieten waaraan SRON heeft meegewerkt.
De architectuur combineert ruimteonderzoekthema’s zoals de relatie tussen massa en leegte en het reizen door onbekende werelden, met de tastbare machine-esthetiek van de producten en processen van het ruimteonderzoek. Zo wordt bijvoorbeeld het oneindigheidselement binnenin het gebouw benadrukt door de spiegelwanden, richt het grote glazen dak de blik naar boven en wordt er contact met de aarde gezocht door het gebruik van hout, zicht op het groen en op de mensen.
Het BREEAM-NL Excellent gecertificeerde gebouw is duurzaam en gezond. De energievraag is geminimaliseerd door de compacte gebouwvorm en oriëntatieafhankelijke gevels. De levensduur wordt gemaximaliseerd door een hoge mate van indelings- en gebruiksflexibiliteit: alle gebruiksruimten zijn eenvoudig te vergroten of op te splitsen. Zowel de labs als de kantoren zijn eenvoudig voor ander gebruik geschikt te maken. In het interieur zijn waar mogelijk natuurlijke materialen toegepast en levend groen. In de gevel dragen parametrisch vormgegeven zonweringelementen bij aan een gezond binnenklimaat en een vrij uitzicht. Het gebouw heeft ook een ecologische meerwaarde gekregen door de plaatsing van nestkasten en voedselplekken in, op en om het gebouw heen.