De Radboud Universiteit Nijmegen ligt op het voormalige landgoed Heyendaal, ten zuiden van de binnenstad. De huidige ligging van de universiteitsgebouwen vormt een barrière in een groene omgeving die geen recht doet aan de historie van het landgoed. De gebouwen zijn verouderd en voldoen niet meer aan de eisen van een toekomstgerichte universiteit. Met de nieuwbouw van de Faculteit Rechtsgeleerdheid is de universiteit begonnen aan de herontwikkeling van de campus. karres+brands heeft de stedenbouwkundige en landschappelijke visie opgesteld die als basis dient voor de herontwikkeling van het universiteitsterrein. Het plan is gebaseerd op het oorspronkelijke landgoed en de historische lijnen van het sterrenbos. Het voorziet in een transformatie naar een groene campus, met gebouwen die los in een gevarieerd parkbos staan: tussen de gebouwen ontstaat zo een diversiteit aan groene ruimtes, verbonden door een stelsel van voetpaden.
De eerste fase van de herontwikkeling is het Grotiusgebouw, de nieuwe Faculteit Rechtsgeleerdheid, ontworpen door Benthem Crouwel architecten en vernoemd naar Hugo de Groot. Het is een compact vormgegeven gebouw, dat de landschappelijke kwaliteit van de campus benadrukt en zich op een ingetogen manier schikt in de groene omgeving. Het auto- en fiets parkeren en de expeditie zijn ondergronds ingepast en ook een deel van het gebouwprogramma is verdiept gerealiseerd. De ondergrondse parkeergarage heeft een groen dak, waardoor het campuslandschap ononderbroken doorloopt.
Een stelsel van diagonale paden legt nieuwe verbindingen tussen de nieuwbouw, de omliggende gebouwen en de omgeving. Historische lijnen van het oude landgoed zijn verweven met nieuwe verbindingen en plekken. Aan de zonnige kant van de nieuwbouw, grenzend aan het grote terras bij het restaurant, ontstaat voor studenten, wetenschappers en personeel een belangrijke ontmoetingsplek.
De paden zijn samengesteld uit een modulair systeem van betonplaten, waarmee verschillende breedtes gerealiseerd kunnen worden. Dit systeem waarborgt flexibiliteit in de fasering van de gehele campustransformatie: de paden kunnen eenvoudig aangepast of verlegd worden. Langs de looproutes zijn verhoogde randen opgenomen die dienen als zitgelegenheid of als verbijzondering van entreesituaties.
Het beplantingsplan herstelt de karakteristiek van het oude landgoed en maakt oude landschappelijke lijnen weer leesbaar. Bestaande laanstructuren en bomen zijn gespaard, verplant of aangevuld met grote gebiedseigen beuken, eiken en berken. Bij de entrees zijn bijzondere soorten opgenomen als accent, en op de daktuin zijn monumentale lindes geplant met speciale groeiplaatsvoorzieningen. Op basis van de landschappelijke visie is een groenbeheerplan opgesteld dat voorziet in het herstel en de transformatie van de bestaande bospercelen naar heldere karakteristieken die aansluiten op het oorspronkelijke landgoed en de nieuwe campus.