S-West bevindt zich in het hart van het voormalige Philips-terrein Strijp-S, net ten noorden van het centrum van Eindhoven. Het gebied is de afgelopen jaren door initiatieven van Woningstichting Sint Trudo en op basis van het masterplan van West 8 omgetoverd tot een nieuwe stadswijk, die zich steeds meer ontpopt tot een bruisend en hip deel van de lichtstad Eindhoven. Oude herbestemde Philips gebouwen als het Klokgebouw en het Anton en Gerardgebouw aan de Torenallee – lokaal bekend als ‘de Hoge Rug’ – vormen samen met de nieuwbouw het gelaagde DNA van de wijk, die voorheen altijd onbegaanbaar was.
S-West grenst aan de noordzijde aan de Torenallee, aan de westzijde aan het Sint Lucas college en aan de zuidkant aan het monumentale Natlab-gebouw, waar de meeste historische Philips uitvindingen zijn gedaan. De oostzijde van de plot wordt ontsloten aan de Ir. Kalffstraat. Het plan bestaat uit een ensemble van 4 gebouwen op een half verdiepte parkeerbak met dektuin. De totale grootte van het project is ca. 30.000 m2 BVO.
De vier gebouwen hebben allemaal een eigen karakter, waarbij ze tezamen zachtjes refereren aan het industriële verleden van de plek. Aan de Torenallee krijgen de plinten een commerciële invulling. Daarnaast wordt in het plan een vervolg gegeven aan de informele route door de wijk, door deze vanaf het naburige SAS-gebouw, door de binnentuinen van S-West, via een passage naar de Torenallee door te trekken.
Aan de stedelijke Torenallee komt een markante toren van 60 m hoog, met een uitkragende kop, die iets uit de rooilijn stapt in de vorm van een colonnade van 2 bouwlagen. De 18 verdiepingen tellende toren ‘Frits’ kent een klassieke opbouw van plint – lijf – kroon, maar refereert tevens aan de architectuur en tektoniek van een betonnen silo gebouw met zijn nadruk op verticaliteit. De kroon vormt door zijn rondgaande uitkraging een markant baken binnen Strijp-S. De toren heeft een hoogwaardige licht zandkleurige polyesterbetonnen gevel en veel glas, in de vorm van grote industriële raampartijen.
Tegen de toren staat een kloek en gestaffeld hoekblok genaamd ‘Frederik’, dat refereert aan archetypische vroeg industriële architectuur. Stedelijke verpanding met ijzeren vluchttrappen en balkons als een functionele ornamenten. Het hoekdeel is daarbij bijzonder door haar geleidelijk verlopende gevelgrid, waarbij de raamopeningen langzaam verschalen; van de plint naar boven en van de randen naar de hoek. Het industriële karakter is verder aangezet door een levendige en robuuste baksteensortering van vuuroranje en donkerrood genuanceerde stenen met donkere voegen.
Het derde blok is een lineair en gracieuzer blok genaamd ‘Maria’ dat loodrecht op de Ir. Kalffstraat is geplaatst en de binnentuin in twee delen scheidt. De togen van het oude Radiogebouw – dat ooit op Strijp-S aan de Kastanjelaan stond – vormden een inspiratiebron voor het ontwerp, dat aan alle zijden van verschillende toogconstructies is voorzien. Aan de zuidkant trapt het blok terug. Het pand wordt opgetrokken in een muisgrijze, getrommelde handvormsteen, voorzien van geborsteld voegwerk.
In de oksel van het Natlab staat tot slot een klein L-vormig bouwblok met een zaagtand gevel aan de Ir. Kalffstraat en een terugtrappend volume in het haakse deel, grenzend aan de achterzijde van het voormalige Natlab. De architectuur van ‘Benjamin’ refereert aan industriële hallen en wordt gematerialiseerd in een okergele steen in dikformaat die horizontaal doorsneden wordt door – aan laadplatforms refererende – balkons, terrassen en galerijen die met een betonband worden verbonden.
De groene binnentuinen verbinden de bewoners van de vier verschillende bouwblokken met elkaar. Het groen wordt doorgezet op de lagere dakdelen, waarbij blok ‘Frederik’ over een collectief dakterras beschikt. Op de bovenste daken zijn zonnepanelen geplaats, die samen met een collectief WKO-systeem zorgen voor een duurzaam energieconcept.