De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (iSZW) maken sinds november 2016 gezamenlijk gebruik van het vroegere laboratorium van de NVWA in Zwijndrecht. Een groot gedeelte van de laboratoriumomgeving is hiertoe omgebouwd tot een activiteit-gerelateerde werkomgeving waarin ontmoeting, kennisdeling en onderlinge samenwerking centraal staan. De opgave werd na een gewonnen competitie in samenwerking met Bouwbedrijf Pennings en Terberg Totaal Installaties als Design & Build (UAV-gc) uitgewerkt.
Samenhang en ordening
Het gebouw van architect Ton Venhoeven (2003) kenmerkt zich als ruimtelijk zeer complex. De veelvormigheid, niveauverschillen, gebruikte materialen en het feit dat het gebouw in de loop der jaren is dichtgeslibd, zorgen ervoor dat het lastig is voor gebruikers om zich te oriënteren. Onze ingreep introduceert een ‘groene’ route door de verschillende atria, die alle verdiepingen middels een doorlopende slinger van trappen met elkaar verbindt. Het kruip-door-sluip-door karakter van het gebouw is met deze ingreep opgelost en maakt plaats voor een vloeiend verlopende werkomgeving. De trapslinger legt een directe verbinding tussen de entree (begane grond), het multifunctioneel werkcafé (begane grond en verdieping 01), centrale ankerpunten (verdiepingen 02 en 03) en vergadercentrum (verdieping 04). Multifunctioneel werkcafé en vergadercentrum worden gezamenlijk door de drie gebruikersgroepen gebruikt. Het centraal in het gebouw gelegen werkcafé is ingericht met diverse soorten lounge-, werk-, overleg- en eetplekken, waardoor het als een organisatie-overstijgende ontmoetingsplek functioneert. In de werkomgeving is iedere rijksdienst een eigen werkvlek toebedeeld, zodat interne processen optimaal kunnen functioneren. Tussen de rijksdiensten bestaan echter geen fysieke scheidingen, waardoor samenwerking en kennisdeling zonder beperkingen kunnen plaatsvinden en ook de flexibiliteit van inkrimpen en uitbreiden gewaarborgd is.
Compositie
Zeer zorgvuldig is omgegaan met de ‘filmische ervaring’ die de oorspronkelijk architect met zijn gebouw en interieur voor ogen had. Het kaderen van de blik en het tegenover elkaar stellen van verschillende ruimten en functies is een uitgangspunt in zijn werk. De nieuwe route verbindt de verschillende verdiepingen middels een ‘route architecturale’, waarbij de toegangen tot de verdiepingen worden geaccentueerd middels stalen kaders. Interessante uitzichten richting de omgeving worden meer dan in de oorspronkelijke situatie ingekaderd. Onze ingreep versterkt het architectonisch concept van het gebouw en maakt het tegelijk meer open en minder benauwend. De route architecturale eindigt met een prachtig uitzicht over de omgeving in de foyer van het vergadercentrum op de vierde verdieping. Om de gewenste ruimtelijkheid mogelijk te kunnen maken, waren slimme installatietechnische oplossingen noodzakelijk om zaken als klimaat, brandveiligheid en akoestiek te waarborgen. Zo is bijvoorbeeld een inventief watermistsysteem toegepast om de bestaande brandcompartimentering te kunnen verwijderen en de plattegronden maximaal open te maken.
Daglicht, kleur en materiaal
Daglicht vormt in het ontwerp voor het rijkskantoor in Zwijndrecht het belangrijkste architectonische middel. Routes lopen altijd richting het licht en het uitzicht, waardoor het eenvoudig is je te oriënteren. Doorbraken in de atriumgevels en de toepassing van lichte materialen brengen daglicht tot diep in het gebouw. Daglicht bepaalt in belangrijke mate de ordening van in te passen functies, verhoudingen van de verschillende ruimten en de uitwerking ervan in materiaal, textuur en kleur. Daglicht verplicht ook tot een hoog afwerkingsniveau. Wanneer materialen niet zorgvuldig zijn gekozen, niet goed zijn te onderhouden of aansluitingen niet perfect zijn gedetailleerd, legt het meedogenloos de gebreken bloot. Doordat natuurlijk licht een centrale plaats inneemt, is het mogelijk terughoudend om te gaan met kleur en materiaal. Kleuraccenten, bijzondere materialen, grafische uitingen en kunst zorgen op zorgvuldig bepaalde plekken voor een accent. Deze plekken, bijvoorbeeld de overlegplekken en ankerpunten, krijgen hierdoor meer nadruk binnen de organisatie en zijn daardoor in belangrijke mate bepalend voor de identiteit.
Identiteit en flexibiliteit
Identiteitsuitingen in het rijksverzamelgebouw in Zwijndrecht zijn niet toegespitst op de individuele gebruikers, maar op het gebouw en de omgeving. Het gebouw en zijn inrichting blijven hierdoor flexibel inzetbaar, één van de belangrijkste uitgangspunten. De verschillende rijksdiensten kunnen eenvoudig inkrimpen of uitbreiden en ook de inpassing van een geheel nieuwe dienst of organisatie levert geen problemen op. Het kleurgebruik is terughoudend, zodat een rustig beeld ontstaat ondanks de veelvormigheid van de architectuur. Grafische patronen (gestikt op gestoffeerde wanden, opgenomen in vloerafwerking en in identiteitsfolies op glazen wanden) zijn afgeleid van de vormgeving van het gebouw en van het rivierenlandschap, waar Zwijndrecht middenin ligt.