Bouwgeschiedenis
Aan de westzijde van het Centraal Station is een herstructureringsoperatie bestaande uit grootschalige renovatie, particuliere woningverbetering en enkele nieuwbouwclusters. Spring architecten ontving medio 2000 de opdracht van ontwikkelende aannemer Bontenbal om een woonblok met royale appartementen te ontwerpen. Met de focus op consumentgericht bouwen is een verkaveling van appartementen en stadswoningen met individuele optiemogelijkheden voor de gevel bedacht. Deze aanpak kon geen genade in de ogen van welstand vinden. Vervolgens is er een meer coherent, stedelijk beeld ontwikkeld dat zonder te historiseren past in de bestaande bebouwing. Gewijzigde marktomstandigheden noopten tot stevige aanpassingen. Woningcorporatie PWS werd als afnemer gevonden en in 2009 zijn de appartementen opgeleverd.
Stedenbouwkundige context
De flauw gebogen straatwand van vijf bouwlagen wordt gekenmerkt door een verticale articulatie van het gevelritme. Twee erkerpartijen articuleren de hoofdentrees. Dankzij de halfverdiepte parkeergarage ontstaat er een splitlevel in de begane grondwoningen, die daardoor aan de straatzijde een voorname hoogte van anderhalve verdieping hebben.
Ontsluiting
Op maaiveldniveau worden twee woonwerkappartementen en een starterappartement via voordeuren ontsloten. Deze woning hebben een ‘’achtertuin’’ op de parkeergarage die het gehele kavel beslaat. De twee portieken met lift ontsluiten per verdieping een driespanner, waarbij twee woningen een appartement aan de voorzijde omsluiten.
Woonoppervlakte en aantal kamers
De woonwerkwoningen van 150 m2 zijn bruikbaar als 4-kamerwoningen. De reguliere appartementen met 3 kamers variëren van 120 tot 140 m2, maar kennen grote flexibel indeelbare woonkamers met doorzonkwaliteit. De erkerappartementen zijn driespanners van 100m2 en hebben 4 kamers. Op de begane grond resteert een bescheiden startersappartement van 70 m2.
Constructie, bouwsysteem en materiaalgebruik.
Het gebouw is uitgevoerd in wanden-breedplaat met een basisoverspanning van 5400 mm.
De gevels zijn traditioneel gemetseld met 2 kleuren metselwerk, die gering verschillen om de parcellering te versterken. De subtiele detailverschillen van de raampartijen refereren aan de ambachtelijke herwaardering voor de vooroorlogse architectuur van vorige eeuw.