Een openbare bibliotheek is een publiek gebouw. Publiek is een gebouw niet alleen op grond van zijn functie (openbare bibliotheek) of het hebben van een duidelijk adres (zijn formele verankering in de stad), maar ook – en vooral – wanneer het verbonden is met de mensen voor wie het is bedoeld. Publiek is een gebouw wanneer het beantwoordt aan zijn voornaamste doel: als het vehikel en bestemming is van onze gedeelde behoefte aan collectiviteit.
De opgave was om het voormalige PTT-Hoofdkantoor aan de Neude te Utrecht een actieve rol te geven in het stedelijk weefsel én om het ambitieuze programma van ‘bibliotheek van de toekomst’ samen met winkels en horeca als vanzelfsprekend in te passen in dit rijksmonument.
Het hoofdpostkantoor had van oorsprong twee gezichten: een (publieke) voorkant met monumentale entree en publiekshal aan de Neude, en een (logistieke) achterkant aan de Oudegracht met expeditiehof. Behalve in lijn met zijn functie, sloot deze opzet van het hoofdpostkantoor ook aan bij de stedenbouwkundig visie van destijds waarin de Oudegracht van ondergeschikt belang werd geacht. Niets bleek minder waar: de gracht ontwikkelde zich tot een van de belangrijkste winkelgebieden van Utrecht en de expeditiehof ontaardde tot een ‘gat’ in het stedelijk leven. Om het complex Post Utrecht een plaats te geven in de huidige stadsdynamiek was het noodzakelijk om ter plaatse van de expeditiehof een tweede voorkant te maken. Het zoeken was naar een architectuurtaal die aan de uitbreiding zijn eigenheid kon toekennen, maar met voldoende verwantschap met het bestaande om zich ermee te kunnen verhouden.
Het nieuwe volume heeft een maat die vaker voorkomt aan de Oudegracht en die het monument als geheel niet overstemt. In het overnemen van de belangrijkste architectonische kenmerken van het monument, geven oude kenmerken aan de nieuwe gevel zijn gezicht. Aan de Oudegracht en de Potterstraat zijn verschillende winkels en horeca gerealiseerd, waardoor het gebouw alzijdig zijn plaats neemt in het winkelhart van Utrecht.
In het interieur van de Bibliotheek, naar ontwerp van Zecc Architecten, maakt het meubilair een schaalsprong tussen gebouw en gebruiker. Een subtiel spel van kleur en materiaal ondersteunt de oriëntatie van de bezoeker. Extra zichtlijnen door het gebouw en op de centrale hal verbeteren de leesbaarheid van het gebouw.
De monumentale publiekshal was de centrale plek in het gebouw en deze is dat nog steeds voor de Bibliotheek. De voornaamste verandering bestaat eruit dat deze hal van een eindbestemming nu het vertrekpunt is geworden voor een route annex ontdekkingstocht door het hele gebouw. De hal is een bruisend plein geworden, een verlengstuk van de stad waar je kan verblijven, anderen kunt ontmoeten of een evenement kunt bezoeken. ‘Verbinding’ en ‘dialoog’ vormen voor het hele project het leidend thema: programmaonderdelen vloeien naadloos in elkaar over, sparingen in wanden en vloeren (roltrappen en liften) leggen (visuele) relaties, met steeds de publiekshal als het centrale oriëntatiepunt.
Vanuit diverse plekken in de stad zie je het vernieuwde gebouw met zijn dubbele adres. Wat er zich intern afspeelt, vindt plaats in een bibliotheek of winkel, maar is ook verbonden met het hart van de stad.