De installatie Form/ContraForm geeft een reflectie op het concept en de ervaring van ruimte: een ruimte die afbakent en omhult. Architectuur wordt gecreëerd door het definiëren van coördinaten in de ruimte. De installatie die voor de Biennale is gemaakt, gaat over de ervaring van de ruimte; van de massa ten opzichte van de holte.
In de tentoonstellingsruimte is een homogeen volume afgebakend: een kubus van 2,4 x 2,4 x 2,4m . De kubus wordt gevormd door 14.000 bollen die in een raster van 10cm aan draden hangen. De kubus definieert een massa in de ruimte; in de kubus is een holte uitgespaard welke de bezoeker kan betreden. De kubus zweeft vlak boven de vloer. Wanneer de bezoeker in de holte staat, is hij/zij omhuld door een wolk van speciale ballen. Er wordt een ervaring gecreëerd dat ruimte niet alleen ontstaat door materiële begrenzing, maar dat de perceptie van ruimte verder strekt dan het tastbare. De ruimte omhult, maar vormt tevens een oneindige ruimte. Spiegelende oppervlakken op de vloer bieden zicht op een eindeloze illusoire ruimte en leveren onverwachte gezichtspunten op. Door middel van wisselende lichtprojecties die reageren op de beweging van de bezoeker, verandert de kubus en de holte van kleur, vorm en grootte in een telkens veranderende verschijningsvorm. Van buitenaf kan de holte worden gezien als een vorm die constant verandert door de invloed van de lichtprojecties. Aan de muur van de tentoonstellingsruimte hangt een display waarop het werk van Bekkering Adams Architecten wordt getoond; expressieve architectuur met een tactiele expressie van materiaal en detail, gerelateerd aan het idee voor Form/ContraForm. Waar ooit de oneindige ruimte duidelijk moest worden gedefinieerd om te worden begrepen, zorgen technologie en globalisatie er in het heden voor dat de perceptie van oneindigheid is verdwenen. Onze ruimte is niet langer grenzeloos, bronnen niet langer onbeperkt, de aarde niet langer oneindig. Het verdwijnen van de oneindigheid is in dit project geïllustreerd om te relateren aan het vervagen van de grenzen van oneindigheid.