Het nieuwe Kennis- en Innovatiecentrum is door de uitbreiding van het duinlandschap opgenomen in een grotere landschappelijke structuur en bindt samen met het duinlandschap de momenteel zeer diverse bebouwing aan de Strandweg. Het gebouw gaat met het duin een organisch verband aan.
De museale functies zijn over vier cilindrische volumes verdeeld, die zich scharen rond een hoge, organisch gevormde hal. Ze zijn stoer en robuust uitgevoerd in prefab beton, met kleine raamopeningen en ornamenten. In het midden rijst de uitzichttoren op die transparant en licht is uitgevoerd. De architectuur van het museum ontvouwt zich bij de benadering geleidelijk doordat het grotendeels in het duinlandschap opgaat.
Men komt binnen via een tourniquet in de spectaculair gevormde, lichte en hoge centrale foyer die de bezoeker direct een overzicht biedt over de diverse functies die het museum aan de bezoeker biedt. De hal is overdekt met een groot tentdak, aan de buitenzijde bekleed met hout opgehangen aan de liftschacht.
De expositieruimten, aquaria en filmzaal hebben geen daglicht nodig. Deze programmaonderdelen zijn in de duinen, maar op het huidige maaiveldniveau, geplaatst. De werkruimten, het café en het expertisecentrum verdienen juist uitzicht en zonlicht. Deze ruimten kijken over de duintoppen uit, in zuidelijke richting over het vrije veld en naar het dorp. Vanuit de uitzichttoren overziet men de duinen, het Wad en de Noordzee.